Mijn energietransitie

Ik ben geboren uit zonnegloren. Die zucht van een ziedende zee is mij toen even ontgaan. Maar het was mei 1940 en prachtig mooi weer. Anders waren de Duitsers die oorlog toen niet begonnen.

In augustus scheen de zon nog stralend en het was dus behoorlijk warm. Mijn moeder had gehoord, dat je baby’s goed moest inpakken om te voorkomen dat ze zouden kouvatten en ik lag dus stevig ingebakerd in de wieg. Blijkbaar vertoonde ik tekenen van moeilijk ademen of zoiets, want mijn moeder raakte in paniek. En bij paniek rende ze naar de drogist. Dat was mevrouw Faber-Hazeloop in de Reinier Claeszenstraat. Bovengekomen – drie hoog – rukte ze me de muts van de kop, en verwijderde de dekens en andere warmtebronnen om mijn lijf. Ik ademde weer rustig en had mijn leven aan de drogist te danken.

Dat was dus mijn eerste kennismaking met energie, van de zon en de dekens. Thuis hadden we een kolenkachel, een haard, die ’s winters gezellig brandde. Rode vlammetjes achter micaruitjes. Vaak was de haard ’s morgens uit en dan was het behoorlijk koud. IJsbloemen op het raam in m’n kamertje. Mijn moeder haalde dan de uitgebrande kolen uit de la onderin de haard en maakte hem weer aan. Dat lukte meestal vrij snel, maar het duurde langer voordat de warmte zich echt verspreidde.

Lees verder “Mijn energietransitie”

Kernfusie (3)

De TEXTOR-reactor in Jülich

[Dit is het derde van enkele artikelen over kernfusie. Het eerste was hier.]

Hoewel het idee van de tokamak al ruim een halve eeuw oud is, blijkt het moeilijk een werkende fusiereactor te bouwen. Het onderzoek blijkt zeer kostenintensief en daarom is internationale samenwerking noodzakelijk. Er bestaan verschillende grote projecten om de mogelijkheden te onderzoeken. In Nederland is het DIFFER-laboratorium, op het landgoed Rijnhuizen, gebouwd om de belasting van de reactorwand door het fusieplasma te onderzoeken.

Daarnaast werken DIFFER-wetenschappers op laboratoria in München (AUG), Jülich (TEXTOR), Cadarache (ITER en Tore Supra), en JET bij Oxford. In laatstgenoemde instelling worden routinematig temperaturen gehaald van 200 tot 400 miljoen graden, en in 1991 werd hier voor het eerst een experiment gedaan waarbij kernfusie plaatsvond: 60% van de energie die was geïnvesteerd, werd ook terugverdiend.

Lees verder “Kernfusie (3)”

Kernfusie (2)

[Dit is het tweede van enkele artikelen over kernfusie. Het eerste was hier.]

Het procedé om tot kernfusie te komen, is op zich niet ingewikkeld. Zie het plaatje hieronder. Een waterstofkern die bestaat uit een proton en een neutron (“deuterium”), wordt samengevoegd met een waterstofkern die bestaat uit een proton en twee neutronen (“tritium”). Het resultaat is een instabiele kern met twee protonen en drie neutronen. Deze valt die uiteen in een heliumatoom en een los neutron, dat weer kan worden gebruikt om deuterium en tritium te maken. Een mooie cyclus, die inmiddels in het laboratorium tot stand kan worden gebracht.

Lees verder “Kernfusie (2)”

Kernfusie (1)

De toekomst wordt uitgevonden in het Forschungszentrum Jülich. Daar is een laboratorium waar onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheid om door middel van kernfusie energie op te wekken. Het is een van de projecten in het kader van de ITER, de International Thermonuclear Experimental Reactor.

Al vanaf de tijd dat ik Kijk las, wil ik daar meer over weten, en nu de gelegenheid zich voordoet prof. Marco de Baar te interviewen, heb ik me weer eens verdiept in de materie. Hoe zat het ook alweer?

Lees verder “Kernfusie (1)”