
Je wil beleefd zijn. Je wil niet luisteren naar andermans telefoongesprekken. Soms kun je echter niet anders. Moe en wat verstrooid zat ik gisteren in de trein, in zo’n tussencompartiment bij een uitgang, waar ik me aanvankelijk enigszins wist af te sluiten van het telefoongesprek dat een man aan het voeren was. Niet-luisteren ging redelijk, tot ik merkte dat hij het had over mijn vak. “De oude Sumeriërs”, “zesduizend jaar geleden”: dan spits ik toch mijn oudheidkundige oren. Uit de flarden die ik ongewild opving, maakte ik op dat het telefoongesprek ging over Sumerisch geld, over financieel beleid en dat steden daarom onderling ten oorlog gingen.
Domoor
Beleefd als ik ben, zei ik er maar niets van: geen opmerking over de datering van de Sumeriërs – vier- à vijfduizend jaar geleden is wel genoeg – en niet over het feit dat ze destijds nog geen geld hadden. Dat is in de zevende, zesde eeuw v.Chr. ontstaan in het westen van Turkije. De foto hierboven, waarvan ik weet dat ’ie niet al te best is, is van een munt van de spreekwoordelijk rijke koning Kroisos.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.