Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn

De Istharpoort uit Babylon (Pergamonmuseum, Berlijn)

Het mag met de zorg voor het goede, schone en ware in het land van denkers en dichters beter zijn gesteld dan in de roofstaat tussen Oostfriesland en de Schelde, ook in Duitsland slaat men de plank weleens mis. Het Pergamonmuseum in Berlijn, zeg maar het archeologisch museum met de vondsten uit het voormalige Ottomaanse Rijk, gaat later dit jaar dicht. Dat doet pijn.

Verbouwing

De opgegeven reden is dat het gebouw grondig moet worden verbouwd. Dat zal best waar zijn. Ik was er vandaag en het viel me op hoe slecht het was geventileerd. Men beweert dat het museum in 2037 weer heropent. Ook dat zal best waar zijn, althans in de zin dat zulks wel ergens op papier zal staan. Verder schermt men ermee dat het Pergamon-altaar al eerder weer te zien zal zijn. Dat zal ook wel waar zijn, maar het is zoiets als zeggen dat het Planetarium van Eise Eisinga tot 2037 dicht is maar dat het zaaltje met de sterrenkundige instrumenten snel weer open is.

Lees verder “Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn”

De Tigris

Amida en de Tigris

Ons woord Tigris komt van een oud, Perzisch woord Tigrā, dat we zouden kunnen vertalen als “pijlsnel”. De Sumeriërs noemden de rivier Id-igna, en in het Akkadisch, de taal van Babylonië en Assyrië, luidde de naam Idiqlat. De Sumerische naam betekent zoiets als “snel stromend”, wat het verschil aangeeft met de langzamere Eufraat.

De Tigris is ongeveer 1850 kilometer lang en ontspringt in het oostelijke Taurusgebergte, of in Armenië, zoals het destijds heette. In zuidoostelijke richting stromend bereikt de rivier Amida, het huidige Diyarbakır, waar de koninklijke weg van Assyrië naar Anatolië de rivier kruist. Er is nog altijd een opvallende brug. Oostwaarts en weer zuidoostwaarts stromend, passeert de Tigris de Assyrische hoofdsteden Nineveh, Nimrud en Aššur. Even verderop ligt Samarra, met zijn beroemde spiraalminaret. Ondertussen neemt de rivier de Batman, de Grote Zab, de Kleine Zab en de Diyala in zich op. Xenofon kwam er langs. Lees verder “De Tigris”

De Eufraat

De Eufraat, gezien vanaf de Nemrud Daği

De Eufraat is de langste rivier van het Nabije Oosten: de stroom meet niet minder dan 2.760 kilometer, eens zoveel als de Rijn. De oude Sumeriërs spraken van Id-Ugina, “de blauwe rivier”, terwijl de Babyloniërs en Assyriërs het hadden over de Purattu. De twee bronnen van de Eufraat en de bovenlopen liggen in wat vroeger Armenië heette en tegenwoordig oostelijk Turkije. De droevige redenen voor de naamsverandering veronderstel ik bekend.

Deze twee rivieren, die nu Kara Su en Murat Su heten, komen samen in de buurt van het oude Melitene. Verder gevuld met de smeltende sneeuw van de Armeense bergen liep de Eufraat, in deze streken vol vervaarlijke rotsen, langs allerlei hoge bergen, zoals de Antitaurus en de Taurus. Een beroemde top is de Nemrud Daği, die uitziet over de Eufraat. Zie foto hierboven. De rivier vormde de natuurlijke grens tussen Armenië en Cappadocië.

Lees verder “De Eufraat”

Het Uruk-fenomeen

Vrouwenportret uit Uruk (Nationaal Museum van Irak, Bagdad)

Eén reden waarom de opgraving van Uruk interessant is, is wetenschapshistorisch. Zoals ik al eens heb beschreven, deden archeologen in de jaren twintig van de vorige eeuw op drie plaatsen in Zuid-Irak onderzoek. In Tell al-‘Ubaid en in de onderste lagen van het daarnaast gelegen Ur vond de Britse onderzoeker Leonard Woolley ietwat groenige, beschilderde scherven, gemaakt zonder draaischijf. Ruim 250 kilometer verderop groef het Amerikaans-Britse team van Stephen Langdon in Jemdet Nasr bruinig, geometrisch gedecoreerd aardewerk op, gemaakt op een draaitafel. En dan was er de Duitser Arnold Nöldeke, die in Uruk opvallend primitief, draaitafelgemaakt aardewerk had gevonden. Je zou verwachten dat dit primitieve aardewerk het oudst was, maar het was op een draaitafel gemaakt. Dat zou betekenen dat ze in ‘Ubaid iets waren verleerd dat ze in Jemdet Nasr hadden onthouden. Dat was vreemd.

Om het op te lossen, liet Nöldeke in Uruk een diepe put graven om alle bewoningslagen te analyseren. Het bleek dat hij op de diepste strata ‘Ubaid-aardewerk vond, dat wij nu in het vijfde millennium v.Chr. dateren, dat daarop het Uruk-aardewerk volgde, dat wij in het vierde millennium plaatsen, en dat in de hoogste bewoningslagen Jemdet Nasr-aardewerk was gebruikt, dat wij dateren rond 3000 v.Chr. Dit resultaat overtuigde iedereen toen de archeologen in 1929 in Leiden een symposium belegden om de kwestie te bespreken. Voor het eerst beschikten archeologen over een betrouwbare chronologie van de laatste fase van de Prehistorie. Eindelijk had men vat op de tijd waarin de eerste steden zijn ontstaan.

Lees verder “Het Uruk-fenomeen”

De koninklijke lier van Ur

Een van de lieren uit Ur in een verlaten Nationaal Museum in Bagdad.

Mijn betere helft en ik waren vorig weekend in Brugge en daar deden we wat mensen zoal doen als ze in Brugge zijn. Kerken bekijken en wafels eten dus, en het bloedreliek bewonderen, flauwe grappen maken over Vlaamse primitieven, lunchen, je machteloos voelen om het gesloten archeologiemuseum, boekhandels in en uit lopen, flaneren langs middeleeuwse (en middeleeuwachtige) huizen, koffie drinken, schilderijenmusea bezoeken, filmlocaties herkennen, uitwijken voor andere toeristen, de laatste Ken Broeders aanschaffen en vooral: je laten verrassen.

Harpconcert

Dat laatste bijvoorbeeld bij een concert van harpist Luc Vanlaere. Zijn concertzaaltje is nauwelijks te missen, want het zit meteen naast het Sint-Janshospitaal, dat museum met al die schilderijen van Hans Memling. Drie keer per dag verzorgt Vanlaere daar een kort concert. Het trok onze aandacht omdat hij leek te gaan spelen op een reconstructie van de lieren uit Ur, waarover ik al eens schreef. Een Sumerisch snaarinstrument is niet het eerste dat je verwacht in Brugge en dus met recht een verrassing.

Lees verder “De koninklijke lier van Ur”

De oudste rekenfout

Bier en rekenfouten, een klassieke combinatie. Hier is de oudst bekende rekenfout uit de wereldgeschiedenis, gemaakt door ene Kushim en te lezen op een Sumerisch kleitablet.

Matt Parker is een stand-up mathematician met een eigen Youtube-kanaal.

[Omdat ik het in april vrij druk heb, zal ik enkele stukken plaatsen die oorspronkelijk waren gepubliceerd op de beëindigde website Grondslagen.net en die interessant genoeg waren om te bewaren. Dit was een van de bijdragen van mijn goede vriend Richard Kroes. Hij heeft zelf ook een blog. Dank je wel Richard!]

Oud-oosterse maatschappelijke verhoudingen

Twee Assyrische paleisbedienden (Tell Ahmar; Louvre, Parijs)

Tijd om het te hebben over de maatschappelijke verhoudingen in het oude Nabije Oosten. In de eerste plaats slavernij. Je hoeft niet heel Bijbelvast te zijn om de verhalen te kennen over de vreselijke slavenarbeid van de Hebreeën in Egypte en de deportatie van de Joden naar Babylonië. Onvrije arbeid was destijds doodnormaal. De vrijheid van de een was mogelijk door de onvrijheid van de ander, zo simpel. In de oud-oosterse samenlevingen bestond dus een onderscheid tussen degenen die eigen baas waren en degenen die andermans bezit waren.

Dat was maar één manier om de toenmalige maatschappij onder te verdelen. De maatschappelijke verhoudingen waren zo complex als je bij vijfentwintig eeuwen geschiedenis mag verwachten. Rijkdom was een ander onderscheid, net als iemands plaats in de economie: boer, soldaat, ambachtsman. Voor ons niet zo goed te begrijpen is de positie binnen of buiten de twee grote organisaties, d.w.z. paleis en tempel. Tempelpersoneel en hovelingen kregen voor hun diensten betaald door de redistributie van de opbrengsten van het land. Dat maakte hen opvallend geprivilegieerd.

Lees verder “Oud-oosterse maatschappelijke verhoudingen”

De oosterse redistributie-economie

Contract uit Sippar uit de tijd van Xerxes (Louvre, Parijs)

Eerlijk is eerlijk: de antieke economie is niet mijn eerste belangstelling. In de tijd dat ik studeerde, de jaren tachtig, was wel duidelijk dat de discussies neerkwamen op een herhaling van zetten. Ik begon het interessanter te vinden toen ook de archeologen zich ermee bezig bleken te houden. Ik blogde al over Heinrich Dressel. Het was echter opvallend dat de Moses Finley waar alle oudhistorici het voortdurend over hadden, boordevol vooroordelen zat over archeologie. Dat inspireerde niet echt.

Ik heb het onderwerp niet werkelijk bijgehouden en was blij verrast met het handboek waarover ik doorgaans op donderdag blog, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Het blijkt tussen de eerste en de zevende druk sterk te zijn veranderd, uitgebreid, verbeterd. De voornaamste uitbreiding is een tweetal kaders, waarvan de een is gewijd aan onvrije arbeid en de ander aan de vraag of de economie van het oude Nabije Oosten valt te vangen in één model.

Lees verder “De oosterse redistributie-economie”

De oud-oosterse godsdiensten

De koning, als vertegenwoordiger van de mensheid, tegenover Horus, beschermgod van het koningschap (Abydos)

Zoals ik al aankondigde in mijn vorige stuk over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, wil ik het vandaag hebben over het hoofdstuk over de godsdiensten van het oude Nabije Oosten. Dat zou onder te verdelen zijn geweest in paragrafen over de diverse volken. De auteurs doen dat niet. In plaats daarvan benadrukken ze wat die volken gemeenschappelijk hadden. Ik denk dat er 85% zekerheid is dat ze dit doen omdat de Bronstijdgodsdiensten niet hun favoriete thema zijn. Ze herhalen daarom algemene inzichten en wagen zich niet aan een eigen verhaal. Dat pakt echter goed uit.

Polytheïsme

In de Bronstijd geloofden de mensen in het Nabije Oosten in talloze goden, die afstamden van oergoden.

Lees verder “De oud-oosterse godsdiensten”

De tien invloedrijkste antieke teksten

Justinianus kondigt de codificatie van het Romeins Recht aan. Miniatuur uit de Mainzer editie van 1477, waarvan een exemplaar (vastgebonden aan een ketting) is te zien in de Librije van de Walburgiskerk in Zutphen.

Een tijdje geleden blogde ik over de wijze waarop oudheidkundigen documenteren  hoe Domitianus’ toepassing van de Fiscus Judaicus op ons nog steeds invloed uitoefent. Hoe er, met andere woorden, vormende werking uitgaat van de antieke samenleving op de hedendaagse. Nog anders gezegd: een enkele keer is de Oudheid relevant voor onze samenleving.

Invloed en inspiratie

Ik kreeg n.a.v. dat blogje de vraag of er meer voorbeelden waren. Ja. Die zijn er. Zie mijn boekje Vergeten erfenis. Daarin toon ik enkele structurerende elementen. Toen ik onlangs een paar dagen quarantaine in acht moest nemen, heb ik bovendien filmpjes gemaakt over antieke teksten die op zich misschien niet invloedrijk zijn, maar wel aspecten van de antieke samenleving documenteren waarvan vormende werking uitgaat. De trouwe lezers kennen die teksten al, want ik heb er eerder over geblogd: deel een, deel twee, deel drie, deel vier.

Lees verder “De tien invloedrijkste antieke teksten”