MoM | De onmiddellijke context

Het is een bekende truuk van populisten: een rauwe uitspraak doen (“alle moslims zijn terroristen”) en dan, als er kritiek komt, zeggen dat het ironisch was, of een hyperbool, of dat je niet alles letterlijk moet nemen. Dat kan oprecht waar zijn, maar ondertussen heeft de achterban de serieuze kern achter de grap gehoord en geconcludeerd dat bepaald gedachtegoed in goede handen is bij een spreker die zulke extreme uitspraken doet. Eén en dezelfde taaluiting kan dus op twee manieren bedoeld zijn geweest.

De dubbelzinnigheid kan natuurlijk ook onbedoeld zijn. Een misverstand. Toen Els Borst de behandeling van de euthanasiewet had afgerond, zuchtte ze “het is volbracht”, wat door enkele christelijke volksvertegenwoordigers werd uitgelegd als een sneer naar hun geloofsovertuiging, aangezien het Goede Vrijdag was. In dit geval konden ze gewoon aan Borst vragen of ze haar opmerking kwetsend had bedoeld, maar wat doe je als je het niet meer kunt vragen? Met andere woorden, wat doe je als een in het verleden geschreven tekst meerduidig is?

Lees verder “MoM | De onmiddellijke context”