Oudheidkunde is een wetenschap

Eind 2023 verschijnt mijn nieuwe boek, dat als werktitel Oudheidkunde is een wetenschap heeft. Ik wil tonen waar de dynamiek zit, hopend dat de vernieuwing wat meer aandacht krijgt en dat de publiciteit wat minder eenzijdig gaat over lollige trivialiteitjes.

1: Oudheidkunde als wetenschap

De Oudheid is een ons wezensvreemde wereld. We moeten een culturele vertaalslag maken (hermeneutiek). Wettstein, Schleiermacher, Droysen. De hermeneutische horizon. In de twintigste eeuw biedt de archeologie de ene nieuwe methode na de andere. De DNA-revolutie biedt classici een kans op een inhaalslag. Definitie van een wetenschappelijke revolutie.

Twee parallelle ontwikkelingen: de data-explosie en de te korte opleidingen. Gevolg is hyperspecialisme, nogal wat onvoldragen publicaties en onvoldoende informatieoverdracht, zowel tussen de diverse oudheidkundige bloedgroepen als naar de samenleving. Er is innovatie door

  1. meer data (leidt tot verfijning van bestaande beelden)
  2. nieuwe perspectieven (leidt tot aangepaste beelden)
  3. nieuwe methoden (leidt tot nieuwe soorten inzicht)

De laatste twee groepen vormen het eigenlijke nieuws maar halen zelden de media. We lezen alleen over trivialiteiten. Natuurlijk mag je met leuke weetjes de aandacht trekken, maar je behoort de aandacht te trekken tot iets, anders is het alleen maar aandachttrekkerij.

2: Nieuwe hermeneutische vertrekposities

Open deur: ons beeld van het verleden verandert doordat het heden verandert. Voorbeelden van actualiteit-gedreven onderzoek: globalisering, ecokritiek, “woke”, de limes als pan-Europees project, de eeuwige val van het Romeinse Rijk. Dit is business as usual.

3: Nieuwe data: taal

Voorbeelden van nieuw inzicht door nieuwe data. O/a de hemelschijf van Nebra en inscripties uit Pompeii. Ook leuk: duizenden Arabische inscripties. Het verzamelen en herinterpreteren van data is normale wetenschap.

4: Nieuwe data: chronologie

Chronologie is weinig spectaculair maar toch belangrijk, zoals de chronologie van het Midden-Brons. Tevens de herijking van de kalibratiecurven. Enkele nieuwe methoden. Dit fundamentele onderzoek haalde de media nauwelijks.

5: Nieuwe technieken: Klimaat

Uitleg van de technieken om het antieke klimaat te reconstrueren. Klimaatwetenschap verbetert geschiedvorsing maar is ook in zichzelf interessant. Desondanks bereikt dit de media alleen als hapklare brok.

6: Nieuwe technieken: Artificiële intelligentie

Uitleg van groei databestanden en zoekmachines. De optativus in het Grieks. Ithaca: epigrafie verbetert geschiedvorsing. Gezichtsherkenning oude beelden. Dit is echt nieuws maar de media schrijven er zelden over.

7: Nieuwe technieken: Brede prospectie

Uitleg van LIDAR enz.. Veranderende aard van ons inzicht: archeologie gaat niet langer over opgravingen maar over landschappen. De resultaten zijn op zich niet onaardig, maar het echte nieuws is de methodische vernieuwing.

8: Nieuwe technieken: Digitale paleografie

Uitleg manuscriptgeschiedenis. Andere soorten licht, meer mogelijkheden. Herculaneum. Ramanspectroscopie. De computer vervangt de paleografische kaart; digitale paleografie. Veranderende aard van ons inzicht. Dit had nieuws moeten zijn.

9: Nieuwe technieken: De DNA-revolutie

Uitleg DNA- en isotooponderzoek. Eerste conclusies. Mensen en dus ideeën waren beweeglijk. Veranderende aard van ons inzicht. De media beperken de berichtgeving tot migratie, maar dat is niet het eigenlijke nieuws. Zie het volgende hoofdstuk.

10: Kruisbestuiving: De hermeneutische revolutie

Het wegvallen van de hermeneutische horizon. Aarzelende voorbeelden. Dit haalt het nieuws niet. De kooi staat open maar slechts enkele vogels vliegen. Hyperspecialisme als obstakel voor de wetenschap.

11: De Oudheid in het nieuws

De media missen de eigenlijke vernieuwing, terwijl ze wel schrijven over de vernieuwing van andere wetenschappen. De boekenbranche heeft een vrij negatieve rol. De erfgoedsector benadrukt leefbaarheid, niet informatie.

Academici willen dit niet volgen, maar hebben exposure nodig voor fondsenwerving. Gevolg is zelftrivialisering. Daardoor stoot de oudheidkunde haar sleuteldoelgroep af, waardoor ze steeds onbegrepener raakt. Advies: zorg voor één oudheidkundig aanspreekpunt waar journalisten het eigenlijke verhaal kunnen halen.

Deel dit: