
Kijk, dat is nu vleiend. Mijn nichtje van tien stelt belang in de dingen die ik schrijf. Ze houdt van lezen, vindt geschiedenis leuk, was ooit van plan zelf een boek te schrijven, en ik geloof dat haar broertje een soortgelijk plan inmiddels ten uitvoer aan het brengen is. Allemaal prachtig, en als ze nu mijn kleine blog wil lezen, dan vind ik dat ontzettend vererend.
Helaas schrijf ik niet voor kinderen, en betrap ik mezelf nu op zelfcensuur. Dat had ik niet zien aankomen.
Aanvankelijk dacht ik dat het niets zou uitmaken dat ik nu een jonge lezeres heb. Mijn nichtje en neefje hebben snel genoeg in de gaten wat wel of niet interessant voor ze is. Als ik weer eens loop te jeremiëren over het falende wetenschapsbeleid in het algemeen en het einde der wetenschappelijke oudheidkunde in het bijzonder, is dat voor hen onvoldoende boeiend om door te lezen. Vandaar dat ik eerst meende dat er niets veranderde.
Maar zo is het dus niet. Ik las net Thomas Lamers’ mooie recensie van Euripides’ Medea. Dat toneelstuk, of Pasolini’s verfilming daarvan, biedt stof waarover ik best eens zou kunnen bloggen. De saaiheidsfactor die wél een rol speelt als ik over het wetenschapsbeleid schrijf, en die mijn nichtje onmiddellijk zal doen afhaken, is bij de Medea minder sterk. Het is best mogelijk dat mijn nichtje ontdekt waarover het toneelstuk gaat.
Zelfs als ik niet over het toneelstuk zou schrijven, merk ik hoe vreemde ogen me nu dwingen. Lamers’ recensie verwees naar Sarah Kane’s Blasted, wat mij bracht tot een stukje over het verschijnsel dat je soms heel voor de hand liggende parallellen niet ziet. Dat een goede recensie zo’n blokkade wegneemt, had ik willen illustreren met de twee toneelstukken.
De gedachte dat mijn nichtje het zou kunnen lezen, weerhoudt me. Het is voor het eerst dat ik mezelf betrap op zelfcensuur en ik weet niet goed wat ik ermee aan moet. Ik heb het afgelopen jaar gedacht dat ik bij het bloggen een zekere vrijheid had, en daarin had ik plezier; dat mijn nichtje meeleest schept verantwoordelijkheden die ik liever had ontlopen, hoewel ik haar belangstelling ook heel leuk vind. Verwarrend allemaal.
Dag Jona,
Naar mijn gevoel onderschat je het incasseringsvermogen en de soepelheid van de tienjarige geest. Als zij zelf al aangeeft geïnteresseerd te zijn, laat haar dan ook de mogelijkheid om meerdere ervaringen te hebben (enthousiast versus waarhebbiehetover) . Vraag haar te reageren in dit forum. Ik denk dat ze je zal verrassen.
Dat was ook mijn eerste reactie. Kinderen kunnen gruwelijke dingen best aan. Maar ik denk dat de “Medea” en “Blasted” even een stap te ver gaan. Je beschikt over de middelen om samenvattingen te vinden.
Overigens weet ik vrij zeker dat als ze het stukje hierboven zou hebben gezien, ze niet verder kwam dan de opzettelijk veel te lange en ingewikkelde zin in de tweede alinea.
En ik denk dat u er naast zit. Daarbij verwijs ik naar Roodkapje. Tenzij uw nichtje een veel meer dan gemiddelde verbeeldingskracht heeft hebben letters veel minder effect dan beelden.
Dag Jona, dank voor je vriendelijke verwijzing naar mijn blog. Mijn liefde voor Medea begon trouwens rond mijn twaalfde, schat ik. Tussen mijn tiende en veertiende verslond ik Imme Dros’ navertellingen van de Griekse mythes. Ilios, Odysseus en Liefde, of wat ervoor doorgaat. In dat laatste boekje staan de mythes van Medea, Psyche en Alkestis. Met prachtige prenten van Harry Geelen.