WvdK | Euripides over een Grieks huwelijk

Medea doodt haar kinderen (Antikensammlung, München)

In mijn reeks vertaalde bronnen, hier gepresenteerd in het kader van de Week van de Klassieken, vandaag een stukje dat ik, anders dan de eerdere stukjes, niet aan de datum kan ophangen. Het is meer algemeen geldig: een beschrijving van een Grieks huwelijk. Het fragment komt uit de tragedie Medeia van Euripides, een van de allerklassiekste teksten van een van de allerklassiekste auteurs. Ik durf de plot daarom wel bekend te veronderstellen: Medeia is naar Griekenland gekomen om te trouwen, maar door haar echtgenoot verstoten. De enige manier waarop ze nog wraak kan nemen is het doden van haar eigen kinderen. Voordat ze die wanhoopsdaad ten uitvoer brengt, maakt ze duidelijk wat het huwelijksleven voor haar inhield.

Of het representatief is, weet ik niet. Ik zou denken dat veel huwelijken weliswaar waren gearrangeerd, maar dat ze daarom niet per se ongelukkig waren. Dat vermoeden baseer ik echter op niet meer dan enerzijds de twee gearrangeerde huwelijken die ik ken (maar je kunt de eenentwintigste eeuw niet vergelijken met de Oudheid) en anderzijds de aanname dat mensen niet met elkaar kunnen samenleven als er niet minimaal enige sympathie is. Dat laatste is natuurlijk een ongeldige redenering: je zegt in feite “het is niet zo want ik geloof het niet”. Daarmee kun je rector magnificus worden aan de universiteit van Groningen maar dat maakt het nog niet tot een geldige redenering.

Lees verder “WvdK | Euripides over een Grieks huwelijk”

Antieke tragici

Zomaar even een kwisje tussendoor. Wie is uw favoriete Griekse tragedieschrijver? Het gaat me niet werkelijk om het antwoord, om eerlijk te zijn, maar om de motivatie. Voel u dus vrij de comments te benutten, ze zijn ervoor. Beschrijvingen van uw favoriete voorstelling, argumenten waarom de thematiek van Euripides actueler is dan die van Sofokles, commentaar op flesjes met olie, alles mag vandaag. (Eigenlijk vraag ik u dus vandaag om de blog vol te schrijven.)

Theseus voor de rechter

Hippolytos en Faidra: mozaïek uit Pafos.

In de Griekse en Romeinse tijd trouwden meisjes zo rond hun vijftiende. Vaak waren hun echtgenoten aanzienlijk ouder, misschien wel tien jaar. Indien het voor de man om een tweede huwelijk ging, kon het dus gebeuren dat de zoon des huizes even oud was als zijn stiefmoeder. Je kunt je een voorstelling maken van de aantrekkingskracht die zo’n jonge man en jonge vrouw op elkaar kunnen hebben uitgeoefend. Ze vormt de achtergrond van een tragedie van de Atheense toneeldichter Euripides uit 428 v.Chr., de Hippolytos.

De plot is ongeveer dat Hippolytos, de zoon van Theseus, een geweldige jager is die uitsluitend offert aan Artemis en zo de jaloezie opwekt van Afrodite. Die zorgt ervoor dat Theseus’ tweede echtgenote, Faidra, verliefd wordt op haar stiefzoon. Omdat ze een vrouw van eer is, besluit ze het geheim te houden, maar het lekt uit en Hippolytos reageert kwaad, waarop Faidra zelfmoord pleegt – maar niet na op een schrijfplankje te hebben geschreven dat Hippolytos haar heeft willen aanranden. Als Theseus dit leest, vervloekt hij zijn zoon, die inderdaad om het leven komt.

Lees verder “Theseus voor de rechter”

Kort Cypriotisch (5): Hippolytos

Hippolytos en Faidra: mozaïek uit Pafos

Het bovenstaande mozaïek kunt u zien in het Huis van Dionysos in Nieuw Pafos, de stad waar de Ptolemaïsche stadhouder van Cyprus resideerde en waar later ook de Romeinse gouverneur zou verblijven. Uit die tijd – de tweede eeuw na Chr. om precies te zijn – stamt het mozaïek en het afgebeelde verhaal is dat van Hippolytos, de zoon uit het eerste huwelijk van Theseus.

De woorden “eerste huwelijk” klinken ons niet omineus in de oren, maar dat was in de Oudheid anders. Theseus was hertrouwd met Faidra en aangezien de huwelijksleeftijd voor vrouwen rond de vijftien lag, betekende dit dat de vrouw des huizes ongeveer even oud kon zijn als de oudste zoon. Iedereen in de Oudheid wist dat “tweede huwelijk” betekende dat – om het modern te formuleren – de hormonen door de huishouding zouden gieren. En inderdaad: Faidra werd verliefd op Hippolytos.

Lees verder “Kort Cypriotisch (5): Hippolytos”

Toneel in de Oudheid

toneel_in_de_oudheid

Wat je ook mag denken van de oude Grieken en Romeinen, ze weten de aandacht wél vast te houden. Al een eeuw of zes. En terecht, want wie zich in de antieke culturen verdiept, vindt steeds weer iets om zich over te verbazen en van te genieten. Veel fans zijn lid van het Nederlands Klassiek Verbond, dat volgend jaar alweer tachtig jaar bestaat, en lezen het daarmee geaffilieerde tijdschrift Hermeneus, dat nog tien jaar ouder is.

Vanouds geven beide handen en voeten aan het Renaissance-denkbeeld dat je door kennis van de oude wereld het betrekkelijke leert zien van je eigen tijd en wat wijsheid opdoet. Beide geloven bovendien in het mooie zeventiende-eeuwse ideaal dat het genot van deze kennis, het verworven inzicht en de ontdekkingsvreugde niet het privilege moeten blijven van een geleerde elite, maar bereikbaar dienen te zijn voor iedereen.

Lees verder “Toneel in de Oudheid”

Klassieke literatuur (4): toneel

Het theater van Dionysos in Athene, waar veel van de overgeleverde toneelstukken in première zijn gegaan.
Het theater van Dionysos in Athene, waar veel van het overgeleverde toneel in première is gegaan.

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een collegereeks. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag behandel ik het toneel.]

De Grieken kenden twee soorten twee toneel: de tragedie en de komedie. De komedies zijn, om redenen die ik zo meteen zal uitleggen, wat vergeten geraakt, maar de tragedies worden nog volop gespeeld. Dat wil zeggen: enkele ervan, want de Rhesos van Euripides is onspeelbaar. Om die reden neemt men ook wel aan dat het stuk niet van die tragicus is: het is zo anders dan de rest van zijn stukken. Maar ja, wat weten we nu eigenlijk over Grieks toneel, als we het moeten doen met tweeëndertig tragedies en elf hele en zes halve komedies?

Lees verder “Klassieke literatuur (4): toneel”

Liefde en dood

Hippolytos en Faidra (RGZM)
Hippolytos en Faidra (Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

Ik heb in Terni ooit bij het graf van de heilige Valentijn gestaan, maar foto’s heb ik er niet van, dus ik zal op een andere manier aandacht besteden aan de feestdag van de patroon van de liefde, namelijk met het ivoorsnijwerk hierboven. Het stelt Hippolytos en Faidra voor, dateert uit de vijfde eeuw na Chr., is te zien in het Römisch-Germanisches Zentralmuseum in Mainz en is een goede kopie van het zogeheten “Querini-diptiek” uit Brescia.

Het verhaal van Hippolytos kennen we uit de gelijknamige tragedie van Euripides. Het is lang geleden dat ik die voor het laatst las, dus als ik haar verkeerd samenvat is dat mijn oude geheugen. Het gaat over een nogal enthousiaste jager, die de werken van gouden Afrodite versmaadt. Niet zonder reden is in het ivoorsnijwerk hierboven de linkse figuur nogal seksloos afgebeeld.

Lees verder “Liefde en dood”

Zelfcensuur

Medea (Antikensammlung, München)

Kijk, dat is nu vleiend. Mijn nichtje van tien stelt belang in de dingen die ik schrijf. Ze houdt van lezen, vindt geschiedenis leuk, was ooit van plan zelf een boek te schrijven, en ik geloof dat haar broertje een soortgelijk plan inmiddels ten uitvoer aan het brengen is. Allemaal prachtig, en als ze nu mijn kleine blog wil lezen, dan vind ik dat ontzettend vererend.

Helaas schrijf ik niet voor kinderen, en betrap ik mezelf nu op zelfcensuur. Dat had ik niet zien aankomen.

Lees verder “Zelfcensuur”

Paulus’ leugentje om bestwil

Paulus (Prinsengracht 5, Amsterdam)

Was de apostel Paulus, die eigenlijk Saul heette, een leugenaar? In de Nieuwe Bijbelvertaling wordt Handelingen 26.14 als volgt weergegeven:

Toen ik midden op de dag zag hoe een licht uit de hemel, feller dan de zon, mij en mijn reisgenoten omstraalde. We vielen allen op de grond en ik hoorde een stem in het Hebreeuws tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij? Je kwelt jezelf door je zinloze halsstarrigheid!”

Of, zoals het in de Statenvertaling staat:

Saul, Saul wat vervolght ghy my? Het is u hardt tegen de prickels de versenen te slaen.

Dat is een rare passage, want dat heeft die stem helemaal niet gezegd. Als we even terugbladeren, lezen we immers in 9.4:

Lees verder “Paulus’ leugentje om bestwil”