
In mijn reeks vertaalde bronnen, hier gepresenteerd in het kader van de Week van de Klassieken, vandaag een stukje dat ik, anders dan de eerdere stukjes, niet aan de datum kan ophangen. Het is meer algemeen geldig: een beschrijving van een Grieks huwelijk. Het fragment komt uit de tragedie Medeia van Euripides, een van de allerklassiekste teksten van een van de allerklassiekste auteurs. Ik durf de plot daarom wel bekend te veronderstellen: Medeia is naar Griekenland gekomen om te trouwen, maar door haar echtgenoot verstoten. De enige manier waarop ze nog wraak kan nemen is het doden van haar eigen kinderen. Voordat ze die wanhoopsdaad ten uitvoer brengt, maakt ze duidelijk wat het huwelijksleven voor haar inhield.
Of het representatief is, weet ik niet. Ik zou denken dat veel huwelijken weliswaar waren gearrangeerd, maar dat ze daarom niet per se ongelukkig waren. Dat vermoeden baseer ik echter op niet meer dan enerzijds de twee gearrangeerde huwelijken die ik ken (maar je kunt de eenentwintigste eeuw niet vergelijken met de Oudheid) en anderzijds de aanname dat mensen niet met elkaar kunnen samenleven als er niet minimaal enige sympathie is. Dat laatste is natuurlijk een ongeldige redenering: je zegt in feite “het is niet zo want ik geloof het niet”. Daarmee kun je rector magnificus worden aan de universiteit van Groningen maar dat maakt het nog niet tot een geldige redenering.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.