Het NRC Handelsblad is een van de beste kranten van ons taalgebied. Dat betekent dat als het iets verkeerd doet, het meer mensen opvalt dan als het gebeurt in een van de lokale edities van De Stentor, en dat betekent weer dat het er meer zure stukjes worden geschreven over het Handelsblad dan over andere kranten. Mopperen op het Handelsblad is een journalistiek subgenre.
Vandaag doe ook ik een duit in het zakje. Er zitten me al tijden wat dingen dwars bij “mijn” krant. Ik ben niet de eerste die opmerkt dat de lifestyle-bijlage op zaterdag overbodig is. Een wat meer persoonlijke grief is dat men BBC-series is gaan verkopen. Dat kan nu en dan best aardig zijn, maar de BBC-kwaliteit is in mijn vakgebied, de oudheidkunde, niet bepaald een aanbeveling. Ook vind ik het intens triest dat de beste interviewer van ons land, Frits Abrahams, zijn talent moet verspillen aan een column.
Daar komt dan bij dat binnenlands en buitenlands nieuws, economisch en politiek nieuws, opinie en achtergronden dwars door elkaar lijken te staan. Het voorpaginanieuws is zelden voorpaginanieuws. Gisteren opende de krant bijvoorbeeld met een televisiedebat dat nog moest plaatsvinden tussen Obama en Romney. Het was echter geen voorbeschouwing, die misschien nog relevant zou zijn voor kijkers die wilden weten waarop ze moesten letten; het ging over de manier waarop de kandidaten zich voorbereidden. Ik leerde dat dit gebeurde door middel van zogeheten preppers, een stuk achtergrondinformatie dat ik, als ik het had willen weten, wel ergens had opgezocht. Het was geen slecht stuk, maar het bood geen nieuws. Het hoorde niet in de krant.
Echt nieuws is datgene wat je leven kan veranderen. De dekkingsgraad van de pensioenen bijvoorbeeld. Een watersnoodramp. Een verdrag over de beheersing van strategische kernwapens. Een wetenschappelijke ontdekking. De verkiezingsuitslag in de Verenigde Staten.
Daarnaast is er nieuws over het nieuws. Als de verkiezingsuitslag het echte nieuws vormt, is berichtgeving over de debatten en de peilingen daarvan een afgeleide. Het zijn voorbeschouwingen, niet meer. Je zou het secundair nieuws kunnen noemen. Een artikel over de wijze waarop zo’n peiling plaatsvindt of de wijze waarop de kandidaten zich op een debat voorbereiden, is dan weer een afgeleide van een afgeleide. Achtergrondinformatie. Tertiair nieuws.
Ik begrijp dat kranten niet meer openen met het echte nieuws. De mensen hebben het immers meestal al vernomen via internet. Dat dwingt de kranten te openen met een verrassende keuze uit het secundaire nieuws. Hoe je dat doet, ik weet het niet.
Ik weet wel dat er gisteren een prima alternatief was. Ik zou er zelf voor hebben gekozen de krant te openen met foto’s van Rutte en Samsom en een voorpagina die leeg was, afgezien van de kop “Wegens radiostilte geen berichtgeving”. In het hoofdredactioneel commentaar zou ik erop hebben gewezen dat de formatie het belangrijkste moment is in de vierjarige cyclus van het parlementaire leven, dat juist dáár controle mogelijk moet zijn, dat informateurs daarom verantwoording moeten afleggen en dat kranten hun controlerende taak moeten kunnen uitoefenen.
Een krant die zó opent en becommentarieert, die wil ik lezen. Maar met die preppers kunnen ze naar de maan lopen.
Het zou mooi zijn als alle journalisten nu eens een maand de tweede kamer en Politiek den Haag zouden boycotten. Gewoon niet komen opdagen. Radiostilte ? Dat kunnen wij ook ! Dat het Binnenhof helemaal leeg blijft, dat het de journalisten gewoon niet interesseert wat daar gebeurt…. Maar helaas, dat lef hebben de heren journalisten niet. Die staan te bedelen en te bedelen zolang ze de woordjes : “Geen commentaar” mogen opvangen…….
Want geen nieuws is ook nieuws.
In verkiezingstijd weten ze ons wel te vinden. Daarna is het afwachten wat uit de hoge hoed komt. En…. verkiezingsbeloften zijn geldig tot het sluiten van de stembussen.