Het is Amsterdammers niet gegund rustig onder het Rijksmuseum te fietsen. De laatste tijd word je, komend vanaf het Museumplein, begroet door het opschrift “Art is Therapy” en is je humeur nog tot aan het Koningsplein naar de gallemiezen. Wat een pretentie. Wat een museale zelfoverschatting.
Mijn ouders hebben me altijd meegenomen naar musea, toneel en muziekuitvoeringen. Als we op vakantie gingen, bezochten we de plaatselijke bezienswaardigheden. Op de middelbare school gaf de tekenleraar lessen kunstgeschiedenis. Ik heb gestudeerd aan een letterenfaculteit. Jarenlang ben ik twee keer per week naar het toneel gegaan. Ik ben “vriend” van twee musea, bestuurslid van een stichting en werkzaam in de culturele sector.
Ik draag de Nederlandse kunsten een warm hart toe en heb er een behoorlijk stuk van mijn ziel en zaligheid in gelegd. Ik zal echter nooit claimen dat kunst heel erg belangrijk is. Zeker, kunst maakt het leven prettiger. Soms schokt een kunstwerk, soms ontregelt het, soms biedt het inzicht. Maar zelden lang en nooit voldoende. Noch Goya’s Desastres de la guerra noch Picasso’s Guernica hebben de mensheid minder krijgszuchtig gemaakt. De Havelaar doodde het Nederlands imperialisme niet en ik heb niet de indruk dat Kabouter Buttplug het kapitalisme heeft ontmaskerd.
Verwacht van kunst niet te veel. Toegegeven, de wereld is doodziek, maar kunst is geen therapie. Ga werken voor een voedselbank als je denkt dat je de wereld moet genezen.
Kunst kan wel degelijk therapie zijn.
Ten eerste voor de kunstenaar zelf, die er zijn ziel en zaligheid in kan leggen.
Toch ook wel voor de toeschouwer, die misschien met zijn eigen ziel overhoop ligt en in het kunstwerk herkenning vindt. Wel eens staan janken bij een schilderij?
Art should comfort the disturbed and disturb the comfortable (Banksy).
Uiteraard geldt dit allemaal niet voor het al te behaagzieke genre van kunst dat vooral “mooi” of “intelligent” gevonden wil worden. Beleggingsobjectenkunst. In de brand ermee.
Hulde!
Poëzie
Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:
mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:
zo helpt poëzie.
Herman de Coninck (van wie ik dit kleine vers graag doorgeef)
Kunst kan wel degelijk therapie zijn. Therapie in de betekenis van ‘verzorgen, zorg voor de ziel, dienaar zijn’. In kunst en literatuur worden mentaliteiten ‘aangemaakt’, op grond waarvan mensen opvattingen bezitten, ook over gezondheid en ziekten.Kunst helpt o.a. beter zien. Friedrich Nietzsche noemt de kunst ‘een reddende heelkundige tovenares’.
Denk ook aan de geneeskrachtige werking van muziek en zang.De Hellenen begrepen dat. In de asklepieia zaten de patiënten in een arena rondom zangers. Muziek als psychische hygiëne, als pre-verbale psychotherapie.
Het woord genezen stamt af van het Gotische woord ‘ganisan’ dat betekent ‘gered worden’, Griekse ‘neomai’ dat betekent ‘ik keer terug, ik kom thuis’.Kunst en muziek kunnen hier een bijdrage aan leveren.
Werken in een voedselbank helpt de levensnoodzakelijke behoeften te bevredigen. Maar de mens kent (gelukkig) meerdere behoeften.
Ik heb ook de ervaring, als schepper en als ontvanger, dat kunst therapeutisch kan werken. Maar zo’n schreeuwerige slogan is eerder ziekmakend.
Ik heb de kunst hoog in het vaandel staan, maar te vaak maak ik mee dat het ‘kunst-bedrijf’ (van de kunstenaars tot de galerie-eigenaren) zichzelf TE hoog in het vaandel hebben staan. Kunst in dit land is vaak zeer elitair.
Ik veronderstel dat je deze wel grappig zal vinden:
http://www.artybollocks.com/
🙂
Jona, ik kan je ‘Why literature?’ van Barend van Heusden (tegenwoordig hoogleraar Cultuur en cognitie aan de Rijksuniversiteit Groningen) van harte aanbevelen. Elegante functionele theorie over de verschillende vormen van betekenisgeving door de mens, waarvan kunst (of beter artistieke representatie) er een is. Geen therapie, maat wel een (heel) belangrijk onderdeel van ons menszijn.
Ik ken het boek en ben het er ook wel mee eens. Het is in elk geval een stuk bescheidener en minder zelfingenomen dan de claim die het Rijksmuseum de wereld in slingert.
‘Art is therapy’ is de naam van een ’tentoonstelling’ van Alain de Botton en John Armstrong in het Rijksmuseum. Overal in het museum hangt hun commentaar op gele post-its.
https://www.rijksmuseum.nl/nl/art-is-therapy
De claim komt dan ook voor hun rekening, niet die van het Rijksmuseum. Je kan daar kritiek op hebben, en je zal niet de eerste zijn, maar het is wel functioneel.
Voor een kritische beschouwing, zie bijvoorbeeld de Guardian:
http://www.theguardian.com/artanddesign/2014/apr/25/art-is-therapy-alain-de-botton-rijksmuseum-amsterdam-review
Ik vind het onbegrijpelijk dat je dat niet eerst uitzoekt voor je zo’n stukje schrijft.
Even opletten: waar link ik naar?