De krant

Mijn zaterdagritueel, eind jaren tachtig: wakker worden, wat kleren aanschieten, broodjes kopen bij de bakker om de hoek, de krant halen in de Bruna daarnaast, de Volkskrant uit de brievenbus halen en het huis weer ingaan. De trap oplopend de koffie ruiken die mijn geliefde intussen heeft gezet. En daarna: met een croissantje erbij de krant lezen. Vaak ook De groene Amsterdammer, Opzij en de Nieuwe Revu.

In mijn herinnering kon dat uren duren. In de zomer stonden de balkondeuren open, in de herfst voegde de neerslaande regen iets toe aan de intimiteit van het gedeelde lezen. Op de grammofoon New York van Lou Reed. Verse sinaasappelsap bij de lunch. Pas rond theetijd hadden we de kranten uit en vroegen we ons af wat we nog met de middag zouden doen, maar het was vaak al laat en meestal kwamen we niet verder dan de supermarkt en de videotheek.

In mijn herinnering, in mijn herinnering. In mijn herinnering ging de telefoon ook nooit, hoewel dat zeker moet zijn gebeurd, en ergerde ik me ook nooit aan het nieuws, hoewel ik weet dat ik me destijds vreselijk kon storen aan de U-pagina in De Volkskrant, waarop ieder stuk onbenul zijn voorspelbare mening mocht geven. In mijn herinnering scheen ook altijd een lentezonnetje als ik naar de bakker liep. Ik zal een geïdealiseerd beeld hebben van hoe mooi het was.

Toen ik later verhuisde naar de Kinkerbuurt, hield ik de gewoonte vast. Languit lag ik op de vloer en ik las zes kranten: de Volkskrant, Trouw, het AD, de Telegraaf, het Parool en het Handelsblad. Hoewel ze vaak hetzelfde nieuws hadden en er delen waren die ik oversloeg, was ik er nog steeds uren mee zoet. En nog steeds was het nieuws gewoon interessant. Toen er werd geëxperimenteerd met de Krant op zondag, was mijn eerste reactie dat ik die er niet ook nog bij kon hebben omdat ik dan nog aan het lezen was in de zaterdagbijlagen.

Het kopen en lezen van de weekendkranten is nog steeds een van de ijkpunten in mijn week, maar eigenlijk vraag ik me af waarom. Voor de grap heb ik het gisteren geklokt: over de Volkskrant, Trouw, het Parool en het Handelsblad deed ik precies drieënzestig minuten. (Het AD en de Telegraaf scan ik straks in het café nog even.) De wetenschapsbijlagen van de Volkskrant en het Handelsblad zullen me een half uur hebben gekost. Twee of drie boekrecensies trokken mijn aandacht. Om die rechtvaardigen zal ik het journalistieke Sodom vergeving schenken, maar de kwaliteit is hemeltergend.

Dat de actualiteit de weekendkranten niet haalt, akkoord. Daarvoor hebben we nu internet. Maar het hoeft ook geen amusement te worden. En ook in het weekend kun je nieuws interessant brengen. Wat me zaterdag trof was de volslagen voorspelbaarheid van bijvoorbeeld de berichtgeving over de Gay Parade. Zelfs het gespeeld-cynische Amsterdamse grapje, dat het elk jaar vorig jaar leuker was, is minder zoutloos dan wat de kranten gisteren boden.

Er is altijd nieuws dat je, vluchtig kijkend over het internet, niet meekrijgt maar wel wil lezen. Vorige week overleed de ontdekker van Göbekli Tepe, de hartelijke Duitse archeoloog Klaus Schmidt. Dat is u op het internet niet opgevallen, dat had best een berichtje mogen zijn en dat zou ook voor de gemiddelde krantenlezer de moeite waard zijn geweest. Ik denk dat het heel goed mogelijk is een weekendkrant te vullen met dit soort stukjes, die in de voorgaande week zijn blijven liggen.

Mij kwam het gisteren toevallig goed uit dat ik de kranten in drieënzestig minuten uit had, want ik ben bezig met het nalezen van mijn boek Israël verdeeld – het vijlen en schaven dat eindeloos tijdrovend is. Maar wat zou ik er veel voor over hebben als ik weer eens op zaterdagmorgen met broodjes de trap op kon komen lopen, de balkondeuren open kon doen, de zomer binnen kon laten, een CD kon opzetten, koffie kon nemen, de krant wijd uit kon spreiden over de tafel en uren kon genieten.

Deel dit:

4 gedachtes over “De krant

  1. Lui geworden door internet lezen zie ik geen papieren kranten meer.
    Mijn zaterdagritueel was vergelijkbaar.

    Alleen liep ik naar de meest uitgebreide leestafel van een plezierige uitspanning. Het samen bespreken van een van de gelezen artikels of het vergelijken van de diverse bladen hoorden standaard bij dit ritueel.

    De bijlagen mis ik zeker en het ongedwongen samenzijn. Maar bladerend in een papieren editie weet ik direct weer waarom ik nu bijvoorbeeld liever een blog lees.

    Vriendelijke groet,

  2. hippo1st

    Beste Jona,
    Je hebt zeker een punt. Ik heb dezelfde herinneringen. Maar ik heb ook twee aanvullingen/punten van kritiek:
    1. De vergelijking gaat niet op: jouw herinnering beslaat. Ijna het hele jaar (zomer, herfst). Het menselink geheugenis bedriegelijk: mooie momenten worden nog mooier herinnerd dan ze waren (zie Douwe Draaisma)
    2. Zomerkranten, zoals nu, waren ook toen dunner. Ze zijn nu nog sterker uitgedund. Dus herhaal de test in september voor een eerlijke vergelijking.
    Tenslotte ben ik het met je eens dat de kwaliteit pover is. Toch heb ik wel genoten van b.v. Tweegesprek in NRC met A.L. Snijders. Verder is er wel nog de NY Times (erg dik in weekend) en kan ik dit en de kranten lezen in de tuin van mijn Londonse hotel.

  3. hippo1st

    Beste Jona,
    Je hebt zeker een punt. Ik heb dezelfde herinneringen. Maar ik heb ook twee aanvullingen/punten van kritiek:
    1. De vergelijking gaat niet op: jouw herinnering beslaat bijna het hele jaar (zomer, herfst). Het menselijk geheugen is bedriegelijk: mooie momenten worden nog mooier herinnerd dan ze waren (zie Douwe Draaisma)
    2. Zomerkranten, zoals nu, waren ook toen dunner. Ze zijn nu nog sterker uitgedund. Dus herhaal de test in september voor een eerlijke vergelijking.
    Tenslotte ben ik het met je eens dat de kwaliteit pover is. Toch heb ik wel genoten van b.v. Tweegesprek in NRC met A.L. Snijders. Verder is er wel nog de NY Times (erg dik in weekend) en kan ik dit en de kranten lezen in de tuin van mijn Londonse hotel.

Reacties zijn gesloten.