Iran en ironie

bty
Begraafplaats van Blauwhuis

Hieronder is de tekst van een van de beroemdste gedichten uit het Nederlands, het “Graf te Blauwhuis” van Gerard Reve. Het is te vinden in Nader tot U (1969) en is opgedragen aan Sieuwke Hofmeijer-Rijpma, Reves buurvrouw in het Friese Greonsterp.

De “hij” waarmee het gedicht begint is haar zoon Gerrit Rijpma, die in 1945 door de Duitsers werd gedood. Als u er meer over wil lezen, kunt u terecht in dit stukje van Frits Abrahams.

Hij rende weg, maar ontkwam niet,
en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.
Een strijdbaar opschrift roept van alles,
maar uit een bruin geëmailleerd portret
kijkt een bedrukt en stil gezicht.
Een kind nog. Dag lieve jongen.

Gij, die koning zijt, dit en dat, wat niet al,
ja ja, kom er eens om,

Gij weet waarom het is, ik niet.
Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?

Bij twee gelegenheden heb ik geprobeerd dit uit te leggen aan mensen die afkomstig zijn uit Iran en al een tijdje wonen in Nederland. Hoewel ze onze taal alleszins redelijk beheersten, bleek het onmogelijk om ze te tonen hoe dit gedicht “werkt”. Ze hadden moeite te herkennen dat de twee sentimentele regels aan het begin nooit serieus bedoeld kunnen zijn, zagen niet dat “strijdbaar opschrift” op het cynische af sarcastisch is, en begrepen niet dat het hilarisch ogende einde in feite bloedserieus is.

Nederlands, dat zo vol ironie zit, valt niet uit te leggen. Een kronkel van Carmiggelt is vermoedelijk ook niet aan buitenlanders uit te leggen. In dit geval speelt echter nog een tweede kwestie, die niets te maken heeft met de taal: dat Iran totaal anders omgaat met zijn oorlogsdoden dan wij. Wie een Iraanse plaats binnenrijdt, zal daar de portretten zien van de mannen die tijdens de oorlog met Irak zijn gesneuveld. In de jaren van president Ahmedinejad zijn de bedrukte en stille gezichten allemaal weer netjes bijgeschilderd.

qazvin_cemetery_03
Militair ereveld, Qazvin

De foto hierboven toont het militaire ereveld in Qazvin, een eind ten westen van Teheran: vlaggen, wat strijdbare opschriften en honderden graven, voorzien van een klein vensterkastje waarin de nabestaanden aandenkens hebben geplaatst.

De strijd met Irak ligt in Iran nu ongeveer even ver terug in de tijd als de Duitse Bezetting op het moment waarop Reve het “Graf te Blauwhuis” schreef. Mentaal is de oorlog in Iran echter een stuk dichterbij, omdat de portretten en de graven zo aanwezig zijn. Het is iets van de Iraniërs als collectief. Dat maakt het moeilijk te begrijpen dat Gerard Reve een oorlogsgraf gebruikte voor een zo hyperindividualistische gevoelsuitbarsting als de vraag waarmee het gedicht eindigt.

Althans, dat denk ik. De ironie van dit stukje is natuurlijk dat ik de Iraanse cultuur net zo min ooit echt zal begrijpen als een Iraniër de Nederlandse taal.

PS

Nog even wat verdere gedachten:

  • Het wordt vaak gezegd dat Iraniërs minder individualistisch zijn dan Nederlanders – dat kan zowel de grafcultuur verklaren als het onbegrip voor Reves hyperindividualisme.
  • De oorlog tegen Irak is voor het Iran belangrijker dan de Tweede Wereldoorlog voor ons, deels doordat het aantal doden zoveel groter ligt, deels doordat het conflict voortvloeide uit de Revolutie; het valt te lezen als een onafhankelijkheidsstrijd.
Deel dit:

7 gedachtes over “Iran en ironie

  1. mnb0

    “Een kronkel van Carmiggelt is vermoedelijk ook niet aan buitenlanders uit te leggen.”
    Surinamers zijn buitenlanders. Toch kon mijn directeur, een leraar Nederlands, Carmiggelt’s columns hogelijk waarderen, terwijl hij nooit in Nederland geweest is. Ik vermoed dat Carmiggelt universeler is dan op het eerste gezicht lijkt.

    Persoonlijk vat ik de eerste twee regels evenmin ironisch op. Dat is typisch Reve natuurlijk – je weet het nooit met hem.

  2. Fred Vellinga

    Eerlijk gezegd haal ik er ook niet uit wat u zegt. Het blijkt een vrij kloppend gedicht te zijn. De jongen probeeerde te vluchten en de tekst op het opschrift is strijdbaar.

    Ik weet niets van Reve, allemaal voor mijn tijd, maar het valt te achterhalen dat Reve in 1966 katholiek is geworden.

    Omdat het onmogelijk is voor een mens om voor een ander mens te denken, neem ik aan dat deze interpretatie van het gedicht van Reve zelf is en dat hij expliciet heeft gezegd dat hij dit er mee heeft bedoelt.

    Want als je die kennis niet hebt, lees je het gedicht heel anders; waarom lijden wij en doet God niets?
    En dan is het een christelijk gedicht, en zit er niet zoveel dubbele betekenissen achter.

    Maar zoals gezegd; ik weet niets van Reve.

  3. Hans Overduin

    Beste Jona, ben je bekend met de onderverdeling van Pinto in F-, M- en G-culturen ? Een uiterst handig classificatimiddel. F-culturen (b.v. Iran) en G-culturen (b.v. Nederland) zullen elkaars humor dan ook nooit begrijpen. Nog een “grap” ter illustratie van Servische humor (F- of hooguit een M-cultuur): Waarom hebben de Serviërs de maan niet geclaimd als Servisch territorium ? Antwoord: omdat er geen Servisch graf ligt.

  4. busshowfeur

    Wellicht speelt het mee, dat in Iran poëzie werkelijk net zo belangrijk wordt gevonden in het onderwijs als de wiskunde en het Farsi. Daaruit vloeit voort, dat er met heel andere ogen tegen om het even welk gedicht (van een befaamd schrijver) wordt aangekeken.

  5. Steven

    Behalve de laatste regel kende ik het gedicht niet. Iran, ach ja, in Peru zou het ook niet begrepen worden, daar is men praktischer. Reve maakt wel een erg snelle sprong over inzet voor eigen familie en land (wat we snappen) naar een krachtige utopie (beduidend minder). Dank, wist niet dat de grote vragen zo kernachtig gesteld kunnen worden.

Reacties zijn gesloten.