Wereldpoëziedag

Zomaar een plek, die maar zijdelings met Wereldpoëziedag heeft te maken

De plek

Je moet niet alleen, om de plek te bereiken,
thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken.
Er is niets te zien, en dat moet je zien
om alles bij het zeer oude te laten.

Er is hier. Er is tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.

Poëzie: de Rubico

De brug over de Rubico

De Rubico

De rode rivier ten noorden van Rimini
De grens van Rome, Savignano

Hij stopt voor de brug, overweegt alle rampen
De dobbelsteen rolt, trompetgeschal klinkt

In de gevaarlijkste nacht van het jaar
Steekt hij over, in vliegend galop

Het moest zo zijn, arme Cicero, het uur was van hem
Ik zal je missen als je er niet meer bent

[Een gastbijdrage van de huisdichter van deze blog, Hans Koonings. Dank je wel Hans! Voor wat betreft de datum: het is vandaag 2072 jaar geleden dat Caesar de Rubico overstak en de Tweede Burgeroorlog ontketende. Meer informatie daar.]

Poëzie: altijd onderweg

Altijd onderweg

Hee, het klopt toch, wat ik zeg?
Oudheidkundigen zijn altijd onderweg

Onderweg naar Rome
En zijn schrale troost
Onderweg naar Athene
Met haar bittere kroost

Onderweg naar Troje
Waar de wind altijd waait
Waar de zaaiende zaaier
Zijn zaad heeft gezaaid

Onderweg naar het land
Van het monsterverbond
Naar de herberg van David
Waar onze wieg eens stond

Onderweg naar het eiland
Waar het geheim wordt bewaard
Naar de tafel van Artur
En zijn ijzeren zwaard

Onderweg naar de vlakte
Waar de tijd niet bestaat
Waar de boeren nog ploegen
En de molen nog draait

Onderweg naar Noord-Ierland
Waar St. Patrick ons wacht
Waar de muziek bijna huilt
En het leven steeds lacht

Onderweg naar de stad
Waar ons hart klopt en bloedt
Naar het huis van een ander
Waar je jezelf steeds ontmoet

Onderweg naar de liefde
In een raamkozijn
Naar de blozende dichter
En zijn blufkonijn

Onderweg naar Ons Dorp
Waar geen haan meer naar kraait
Waar een plaatselijke schone
Haar gezicht heeft verfraaid

Onderweg naar de engel
Die het paradijs bewaakt
Naar een kerkje in IJsland
Waar de wereld vergaat

[Een gastbijdrage van de huisdichter van deze blog, Hans Koonings. Dank je wel Hans!]

Poëzie: de Weg van Meijl op Seven

De Peelhelm (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

De Weg van Meijl op Seven

De weg van Meijl op Seven
Kronkelt verraderlijk naar de dood
Als de mist strijkt over het Peelvlak
Roept daar een mens in nood

Laat je niet verleiden door die bede
Gevaar ligt op de loer
Wijk niet van het pad af
Pas op voor het Dolle Moer

Stap voor stap ga je de mist in
Steeds verder klinkt die kreet
Tot het moeras je zal verslinden
En niemand weet nog hoe je heet

Het is de schim van de Dolende Ridder
Hij kwam van de Maaskant naar de Peel
Hij brandschatte de dorpen
En liet niets en niemand heel

Op hun vlierstokken en brobbelskannen
Vanaf het Schelm over het Brabantse zand
Bliezen de boeren groot alarm
En staken een turfsmijt in brand

Met hun vlikschuppen en dorsvlegels
Man voor man en boer voor boer
Joegen ze de ridder op de vlucht
In volle vaart over het Dolle Moer

Aan de overzijde is hij nooit gekomen
Stof werd stof en as werd as
Met zijn goud en zijn juwelen
Verdween hij diep in het moeras

De weg van Meijl op Seven is niet veilig
Op een mistige avond, in een donkere nacht
Wie zijn schat vindt en zijn sabel
Zal zeer rijk zijn, wordt verwacht

Een turfgraver vond al spittend
Een veldheer uit de vierde eeuw
Zijn zilver en zijn centen
Vindt u thans in het Leids Museum

Nog immer klinkt bij nacht en ontij
De roep van een mens in nood
De ridder smeekt om hulp
Hij lokt je naar de dood

De moraal van dit verhaal
Luister goed naar wat ik zeg
Ga niet voor een mijl op zeven
Neem altijd de kortste weg

[De sage vindt u hier en de Peelhelm is daar. Een gastbijdrage van de huisdichter van deze blog, Hans Koonings. Dank je wel Hans!]

Poëzie: Thuisland

De ark van Noach (Gevelsteen, Zandbak 7, Amsterdam)

Thuisland

Zoals de nieuwe maan het oude water draagt
Dochter, dochter van je kind
Breng ons naar het thuisland
Als een meeuw schuin op de wind

Bouwman, bouwman, bouw een boot
Ons superhart is supergroot
In het Westen schijnt het licht
De woestijn is ons gezicht

Veerman, veerman, voer ons mee
Naar dat land ver over zee
Neem ook alle dieren mee
Alle dieren, twee aan twee

Laat de stenen voor ons spreken
De oude jagers, de rivier
Waar dan is het thuisland
Waarom, waarom zijn we hier?

[Een gastbijdrage van de huisdichter van deze blog, Hans Koonings. Dank je wel Hans!]