Vorige week donderdag (9 februari) zat ik in de trein van Zwolle naar Amsterdam. Meestal is dat een rustige trein en dat kwam dit keer goed uit, want ik was niet helemaal goed in orde. Zittend in de stiltecoupé probeerde ik desondanks wat te schrijven en dat ging me naar omstandigheden goed af. Als er al een bron van ergernis zou zijn geweest, was het een medereiziger die de vragen stelde die buitenlanders soms stellen: was dit de trein naar de luchthaven? was zijn kaartje goed? moest hij nog overstappen? Hij zei aëroport en geen airport, dus ik neem aan dat hij uit een Franssprekend gebied kwam. Misschien een Algerijn of een Syriër: donker haar, kort baardje. Hoe dat ook zij: zijn gefluister vormde geen werkelijke bron van ergernis.
Het moet rond half twee zijn geweest toen we station Almere bereikten en er een medewerker van Service en Veiligheid binnenkwam. Voor wie niet geregeld met de trein reist: S&V-ers worden ingezet op problematische trajecten (met bijvoorbeeld veel zwartreizigers) en zijn vooral gericht op ordehandhaving. Anders dan conducteurs, die vooral service verlenen, lijken S&V-ers meer op politieagenten, compleet met zichtbaar gedragen handboeien.
De S&V-er sommeerde de buitenlander de trein te verlaten. Die stamelde iets over de “aëroport” en kreeg als antwoord iets over “smoking on the toilet”. Als medereiziger zit je altijd wat gegeneerd bij zo’n gesprek. Het was me niet opgevallen dat de man van zijn plaats was geweest, maar van de andere kant: ik had geprobeerd wat te schrijven en had niet echt aandacht gehad voor wat er nog meer in de coupé gebeurde. De beschuldigde verliet de trein, kwam even later terug en ging weer zitten. Hij werd meteen gevolgd door de S&V-er, die de man, die zich alleen verzette door te herhalen dat hij naar de “aëroport” wilde, in de handboeien sloeg en hem de trein uit leidde.
Dat had het einde van de zaak moeten zijn – maar dat was het niet. Terwijl de trein zich in beweging zette en de conducteur iets omriep over vertraging die was opgelopen doordat een passagier uit de trein moest worden gehaald, begon een man achter me onbedaarlijk te lachen. Aannemend dat het was om de arrestatie die we zojuist hadden gadegeslagen, kon ik alleen maar concluderen dat het leedvermaak was. Ik probeerde nog wat te lezen en even voor tweeën bereikten we Amsterdam-Zuid.
De passagiers stonden op om naar de uitgang te lopen. De man achter me sloeg een capuchon over zijn honkbalpet, deed een sigaret in zijn mond, pakte zijn aansteker, stak zijn peuk aan en stapte door de openslaande deuren het perron op.
[Ik heb het geval gemeld bij de NS. Die zouden het doorgeven aan S&V. Ik heb niets meer vernomen.]
Er is dus iemand een kunstje geflikt ….
Bezorgde groet,
heb je een foto genomen van de ‘lacher’?
Nee, maar ik heb de NS verteld op welke beveiligingscamera de beelden te zien moeten zijn.
Etnisch profileren ? Wanneer je geen algemeen onbeschaafd Nederlands spreekt – beschaafd is reeds verdacht – dan ben je in dit kneuterlandje je leven niet meer zeker. En toen stond er op het vliegveld iemand moederziel alleen te wachten op … of er vertrok een vliegtuig met een lege stoel. Onderwijl was iemand anders van zijn vrijheid beroofd, à raison van een fors bedrag (en mogelijk een verlopen ticket). De vlegel – die het allemaal zwijgend liet gebeuren – ziet zich bevestigd in zijn wangedrag. Kafkaësk.
Zelfs wanneer een toiletroker op heterdaad wordt betrapt, zou een boete moeten volstaan. Roken is tegenwoordig echter zo’n laffe misdaad dat zelfs de onschuldpresumptie niet meer geldt.