Een paar weken geleden had ik het over de idiote straatnamen in Houten: de Via Horta bijvoorbeeld. In de buurgemeente Nieuwegein kunnen ze d’r ook wat van. Al sinds jaar en dag gebruik ik de Arresleedrift als voorbeeld van een verzinsel van een ambtenaar met een diepgevoelde haat jegens zijn werk, jegens de burger, jegens zijn gemeente en jegens de bewoners van de nieuwbouwwijk. (Ik neem aan dat er wel een diagnose is te vinden in de DSM5, zoiets als “geëxternaliseerde zelfhaat”.) Opgemelde sadistische ambtenaar zal ook wel verantwoordelijk zijn voor een ander adres in Nieuwegein waar ik laatst over struikelde: de Ringslangweide. Arme bewoners.
En dat terwijl het toch niet zo moeilijk is. Waarom kunnen we voor de belangrijkste straten niet volstaan met namen die de bezoeker op weg helpen? De Kerkstraat, de Zeedijk, de Brink, de Paleisstraat, de Bosweg, de Dam, de Zuiderboulevard, de Industrieweg, de Beukenhof, het Singel, de Molenweg, de Paardenmarkt, de Schoolstraat, de Parallelweg en de Hoofdweg. Of vernoem je straten naar bestemmingen: de Lochemseweg, de Stationsstraat, de Amsterdamsestraatweg, de Zevenheuvelenweg, de Weespertrekvaart, desnoods de Weg tot de Wetenschap. Allemaal prettige namen die een vreemdeling helpen zijn weg te vinden.
Namen, bovendien, die je kunt onthouden, wat je van de Nieuwegeinse adressen niet kunt zeggen. Beken maar dat u nu in de eerste alinea opzoekt welke twee straatnamen u op dit punt in dit simpele blogstukje, aan het einde van deze derde alinea, al bent vergeten.
Je zult in elke gemeente wat meer namen nodig hebben, ik weet het, maar beperk je dan tot staatslieden (Goeman Borgesiuslaan), schrijvers (Marten Toonderlaan), uitvinders (Cornelis Drebbelkade), schilders (Van Goghstraat), geleerden (Dapperstraat), oorlogshelden (Airborneplein), musici (Sweelincklaan), sporthelden (Kromowidjojoplein) en wat dies meer zij. We hebben voldoende verdienstelijke personen naar wie een steeg, kade, laan, straat, singel, plein of boulevard valt te vernoemen.
Voeg in oude steden nog wat historische namen toe, zoals het Vrijthof, het Toernooiveld, het A-kerkhof, de Gedempte Biersloot en de Dubbele Worststeeg. En voilà, klaar is kees: een gemeente waarin niemand zich hoeft te schamen als hij of zij, gevraagd om zijn woonplaats, moet zeggen te wonen aan de Ringslangweide of de Arresleedrift.
Straatnamen zijn helemaal niet meer nodig. Met de TomTom of mobieltje kun je de locatie vinden en de post heeft aan postcode + huisnummer voldoende.
De straatnamen kunnen we dus weer historisch laten groeien, gewoon na 100 jaar de bewoners vragen hoe ze het daar noemen.
Personen zijn riskanter dan je denkt, want wie vandaag een held is kan morgen door de zijdeur af. Witte de With: in mijn jeugd een zeeheld, nu een slavenhandelaar. Lance Armstrong: eerst de top en nu een dopingzondaar, en wie weet wat er nog bij Kromowidjojo aan het licht komt. Zelf woon ik in een wijk met allerlei middeleeuwse figuren zoals Gerrit van Heemskerck en Barend van Doorneweerde. Wie weet wat die allemaal hebben gedaan, maar veel goeds zal het niet zijn geweest.
Ook leuk is de pseudo-archaïsche spelling van nieuwbouwwijken. Zoals in Zoetermeer het dorp Zegwaard voortleeft in de wijk Seghwaert. Enzovoort
jacob krekel
En daarbij de straatnamen in alfabetische volgorde…
Dag Jona,
Ik kan me je frustratie voorstellen, maar hoewel er uiteraard geen excuus is voor fouten is het, zoals vaak, toch iets ingewikkelder dan de hier geschetste karikatuur. Straatnaamgeving is in beginsel een bevoegdheid van de gemeenteraad (en heel geschikt voor wat profilering), en hoewel er vaak sprake is van ambtelijke voorbereiding zijn er ook wel vaak gegeven kaders door die raad (bijvoorbeeld om in een buurt een bepaald thema te hanteren). Veel van de door jou genoemde namen zijn natuurlijk allang vergeven, nog afgezien van het antwoord op de vraag of elke gemeente een Kennedylaan nodig heeft. De verdienste van een persoon is of raakt soms omstreden. Daarnaast worden er normaliter geen namen van nog levende personen gebruikt (behalve van leden van het Koningshuis), moeten namen voor de gemiddelde burger enigszins uitspreekbaar en schrijfbaar zijn, moet men zich iets bij het of de vernoemde kunnen voorstellen, en mogen ze niet teveel lijken op al bestaande straatnamen. En moet de naam een beetje passen bij de omgeving. En netjes zijn, natuurlijk. Om nog maar te zwijgen over de problemen die gemeentelijke herindelingen kunnen opleveren. In onze participatiesamenleving hebben bovendien de burgers (terecht) vaak inspraak en mogen zij voorstellen doen, wat soms hele leuke en verrassende namen oplevert, en soms alleen verrassende. Dus, ja, het gaat best wel eens (grondig) mis, maar misschien toch enig mededogen met de langs vele klippen zeilende ploeterende straatnaamgevers, alsjeblieft?
Disselsjeesdrift, zelfde wijk in Nieuwegein, is nog erger dan Arresleedrift. Een acute aanval van slissen. Het ziekenhuis in Nieuwegein ligt aan de Koekoekslaan: dat geeft ook zo’n gunsige indruk.
Er is kort geleden een erg leuk boek over de Nederlandse straatnamen verschenen, waarin René Dings die op opgeruimde toon van allerlei kanten bekijkt, beklopt en becommentarieert. Op https://goo.gl/YOcHA1 heb ik het boek gerecenseerd.
Waar ik een hekel aan heb is het bijna automatisch vernoemen van straten, pleinen, maar ook ziekenhuizen en andere instellingen naar leden van het koninklijk huis. Op 1 januari 2002 werden in Eindhoven twee gefuseerde ziekenhuizen (het Diakonessenhuis en het Sint-Joseph-ziekenhuis) omgedoopt tot Maxima Medisch Centrum (Willem-Alexander en Maxima waren nog niet eens getrouwd!).
Ook ben ik tegen het begrip ‘helden’ als toelichting bij een straat- of pleinnaam.
Je moet ècht eens in Geldrop gaan kijken. Wonen aan de Peregrijn, de Bombadil of de Gloin. Palantír is natuurlijk helemaal geweldig, en bij Fangorn krijg ik al een bosachtige omgeving in beeld. ‘Anyway’: een hele wijk vernoemd naar Tolkien (met ook een eigen laan natuurlijk):
https://www.google.nl/maps/@51.4114054,5.5424894,17z
Ga eens naar Hoofddorp, de wijk Graan voor Visch, genoemd naar een boerderij die hier stond. De huizen zijn genummerd van 13000 tot 19999; ze zijn gegroepeerd en bewegwijzerd per duizend- en honderdtal. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Graan_voor_Visch
Een soortgelijk 70-er jaren experiment heb je in Lelystad, waar in een aantal wijken de straten nummers hebben gekregen: bijvoorbeeld Botter 1 t/m Botter 44. Het huisnummer wordt dan bijvoorbeeld Botter 21-15.
Onmogelijk natuurlijk om te navigeren in zo’n meanderende Vinexwijk. Het zal zijn afgekeken van het schaakbordpatroon of grid kennen dat we vooral kennen uit Amerika met streets en avenues (42nd Street, 5th Avenue,etc). Het blijkt al vanaf het oude China in gebruik te zijn, met een hoogtepunt in de Griekse en Romeinse tijd bij vele legerkampen en nieuwe steden.
Mag ik een paar suggesties doen?
Eigen-Risico-Weg
Dieven-Pad
Hopeloos-Einde
Politie-Straat
Speel-Plein
Tempo-Doeloe-Laan
Op het voormalig eiland Urk bestaat het oude dorp uit wijken. De aanduiding van de woningen is het wijknummer met een volgnummer. Bijvoorbeeld Wijk 3-3 of Wijk 8-41. Voor de leuk zijn er dan ook nog straatnamen, maar die worden niet of nauwelijks gebruikt.
In Zeist had je ook zo’n wijk, Nijenheim, maar ik geloof dat ze de dubbele nummers (“Nijenheim-35, 18”) inmiddels hebben aangepast tot normale nummers (“Nijenheim 3518”).
Voor de oorlog had Nijmegen een A-, B-, C-wijk enz. Dat is nooit echt iets geworden. Sommige archeologische vondsten worden inmiddels ten onrechte toegeschreven aan Ewijk.
In Eindhoven heb je bijvoorbeeld de “Vliegende Koffer”. Stel je woont daar, je wordt in pakweg Amsterdam opgepakt wegens dronkenschap en je geeft je adres op. Ik denk niet dat ze je dan erg geloven…
Ik sluit me aan bij Manfred, behalve dat TomTom en andere digitale kaarten natuurlijk wel terugvallen op een index waar straatnamen een belangrijke rol in spelen. Maar wat die naam precies is, doet er inderdaad niet toe en zo kunnen we inderdaad het volksgericht zijn werk laten doen.
In Gent is er bv de Watersportbaan (een kunstmatige roeipiste) met aan de noordkant de Noorderlaan en aan de zuidkant de Zuiderlaan. Niet slecht, maar net niet precies genoeg: iedereen spreekt over de Watersportbaan en dus zou Watersportbaan-Noord en Watersportbaan-Zuid een goeie naam zijn.
De Pieter Vanderdoncktsteeg (niet dat ik daar ooit kom!) zou gewoon “Het glazen straatje” moeten heten, want zo noemt iedereen het (niet dat daar ooit iemand komt!). Het “Koningin Maria Hendrikaplein” is natuurlijk gewoon het Stationsplein.
Gelukkig heet de blauwe fietsbrug vlakbij mijn huis “Blauwe Fietsbrug” 🙂
Niemand heeft het tot dusver over Mannheim. De meeste straten worden met een letter-cijfercombinatie aangeduid.
Ik vind het dan weer wel aanbevelenswaardig wanneer oude veldnamen worden gebruikt voor straten die min of meer lopen op de plek waar ooit de akker, weide, enz. met die naam heeft gelegen.