
Gemmenich, waar ik momenteel verblijf, is maar een klein dorpje. Het enige monument is een kerk. Er is een bakker, er is een slager, er is een café, er is een friterie du village en er is een niet geweldig geoutilleerde avondwinkel. Omdat er geen supermarkt is ben ik voor inkopen aangewezen op het echtpaar dat me dit huisje verhuurt en voor wie geen moeite te veel is. Het alternatief is dat ik over de westelijke helling van de Vaalserberg fiets naar Vaals, maar het is een vervelende klim als je naar het noorden gaat en een nauwelijks minder vervelende klim als je naar het zuiden terugkomt.
Om die reden besloot ik het eens ten zuiden van Gemmenich te zoeken, waar dorpjes liggen met namen als Völkerich en Plombières. Dat laatste dorp heet in het Duits Bleiberg en in het lokale dialect Blieberg. Wat ik maar zeggen wil: je merkt hier goed hoe bizar het idee van een taalgrens is, want het loopt dwars door elkaar heen en ik hoor dezelfde mensen diverse talen spreken. Ik moest ook nog naar Aken, waar boeken en fotokopieën van een tijdschriftartikel voor me klaarlagen, dus na de koffie ging ik op pad.

Völkerich en Plombières liggen schitterend. Het landschap glooit zachtjes en er is niet heel erg veel gebouwd, zodat je prachtige uitzichten hebt over een lieflijk landschap, waar allerlei beekjes vroeg of laat uitstromen in de Geul, die in het Frans overigens de grappige naam Gueule heeft. Te oordelen aan het grote aantal keren dat ik “à vendre” las, en ook kijkend naar enkele leegstaande huizen, neem ik aan dat het gebied aan het leeglopen is, maar ik ben te lui om cijfers op te zoeken.
In elk geval: mijn boodschappen vond ik niet, en dus reed ik door naar Moresnet, wat het voordeel had dat ik ook eindelijk het enorme spoorwegviaduct zag dat Russische krijgsgevangenen hier tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben aangelegd. Het is zo’n vijftig meter hoog, hier en daar zelfs nog tien meter meer, en het lijkt eindeloos lang. Ik vond het zo indrukwekkend als ik had verwacht.

Aangekomen in Moresnet zag ik bij de brug over de Geul een monument voor twee Amerikaanse soldaten die daar in 1945 waren omgekomen, morts pour la patrie. Ik vroeg me af welk vaderland daarmee werd bedoeld en wat er kon zijn gebeurd, omdat het front al in 1944 een eind oostelijker lag.

Een goede supermarkt vond ik ondertussen niet en dus besloot ik mijn geluk te beproeven in Kelmis ofwel Calamine, het hoofddorp van voormalig Neutraal Moresnet. Daar had ik ook bij de Carrefour geen succes maar ik zag er wel een restaurant dat Babylon heette. Eigenlijk vond ik dat schrijnend want Moresnet wilde ooit de hoop uitdragen van een de mensheid verenigende wereldtaal, het Esperanto. Nu vernoemen ze dus restaurants naar de stad waar alle onenigheid is begonnen, eerst met talen en daarna met volken.

Enfin. Alle gezoek naar een grote supermarkt had me nu wel gebracht bij de grote weg naar Aken, waarmee ik over de oostelijke uitloper van de Vaalserberg ging. Een nare helling maar niet half zo vervelend als de klim van Gemmenich naar Vaals, zeker niet met een ijsje halverwege. Ik rolde al snel Aken binnen en haalde mijn boeken op, die een Facebook-bekende voor me in de bibliotheek had gehaald. Hij bleek te werken bij het academisch ziekenhuis, een werkelijk adembenemend modern gebouw. Zonder dat ik kan zeggen dat ik het echt mooi vind, maakte het indruk op me.

Vaals ligt even verderop. Het is in feite een voorstad van Aken, van alle gemakken voorzien, waarvan ik wist dat ik bij de plaatselijke Albert Heijn (een enorme winkel) eindelijk mijn weekendinkopen zou kunnen doen. Tegenover de supermarkt was een restaurant, ZeRa, waar ik, een deel van het boek waaraan ik nu werk corrigerend, lunchte met een bord mosterdsoep en wat frietjes. Ik zweer u dat ik nooit van mijn leven zulke lekkere mosterdsoep heb gegeten.
De Albert Heijn had inderdaad alles wat ik nodig had, behalve de kranten. Handelsblaf en Volkswraf, de twee waakhonden van onze democratie, vormen in deze contreien echt een probleem. In feite heb ik de afgelopen twee weken maar een stuk of vijf kranten gezien, wat voor een junkie als ik toch wat onwennig voelt, al komt het mijn productiviteit ten goede.

Als ik van Vaals naar Gemmenich fiets, is dat altijd over de westelijke uitloper van de Vaalserberg, die ik dus erg vervelend vind. Om een of andere reden besloot ik nu over de berg te gaan, over de Viergrenzenweg. De naam, zoals u begrijpt, herinnert aan Neutraal Moresnet. Grappig genoeg bleek die klim wat minder vervelend dan de westelijke weg, dus ik zal dit vaker gaan doen. Ik voelde me eigenlijk best stoer dat ik een berg had beklommen per fiets. Het was de Mont Ventoux niet natuurlijk, maar toch. Er is op de Vaalserberg overigens een grafheuvel uit de Bronstijd. Een soort Nemrut Dağı maar dan op de Vaalserberg dus.

Daarna restte de afdaling langs de haarspeldbochten van de weg naar Gemmenich, de Côte des Trois Frontières, en eenmaal thuis kon ik mijn voicerecorder afluisteren. Ik had van elf tot drie niet aan mijn boek zitten werken, maar kwam thuis met negentien ideeën, dus het aanvankelijke gevoel dat ik teveel tijd had verspild door niet meteen naar Vaals te gaan, verdampte weer.
Mijn Amerikaanse vriend Bill attendeerde me er overigens op dat de Vaalserberg, met zijn 320 meter, altijd nog zestig meter lager is dan het laagste punt in Armenië.

Bill was nog beleefd. Toen ik een Boliviaan vertelde dat het hoogste punt van Nederland 300 meter is, schoot hij in de lach.
Hohoho, mensen… ons hoogste punt ligt toch maar maar een stuk boven het laagste punt van Zwitserland (195 m)!
Kun je nagaan… Nederland; hoger dan Zwitserland! 😊
‘Ik zweer u dat ik nooit van mijn leven zulke lekkere mosterdsoep heb gegeten.’
Dakaniewaarzijn. Tenzij ie is gemaakt van Zaanse mosterd… 😉
http://www.nederlands-dis.nl/dis/soep/zaanse-mosterdsoep/
Met ZeRa tegenover Appie kan dat natuurlijk geen toeval zijn… 😋
Die steen op de Vaalserberg is wat achterhaald. Sinds 2010 ligt het hoogste punt van Nederland in de gemeente Saba. Het is 887 m.
Nav een eerdere discussie: dit te weten is geen teken van eruditie
Tja, je zou bijna vergeten dat Nederland groter is dan is dan een handvol veen, zand, klei en mergel…
Zo’n drie maanden geleden zijn we geremigreerd na 20 jaar in Hombourg (Hommerig), deel van Plombières (Blieberrig) gewoond te hebben. Er os van het Gemmenich dialect (Jömmelicher platt) een woordenboek samengesteld, een wetenschappelijke uitgave. Ik heb het jaren geleden gekocht in de tijdschriftenwinkel tegenover de kerk van Plombières, de kerk die een beetje doet denken aan de Sacré Coeur.
Wilt u meer over deze bijzondere uithoek van België weten, dan moet u beslist naar het Ģöhltalmuseum in Kelmis gaan (tegenover de Aldi) en ook het oorlogsmonument bezichtigen aan de weg tussen Sippenaeken en Teuven.
Ja, dat museum, dat staat op mijn lijstje.
Geen VK? Dan heb je ook een interview van Keulemans met Bas Haring gemist. Hij betoogt daarin, dat de natuur best een paar soorten missen kan, helemaal niet erg. Zou je alles willen behouden, “dan krijg je een beetje het probleem dat het Rijksmuseum van Oudheden heeft. Dat heeft een magazijn vol grote zakken met opgegraven scherven uit het verleden. Op een gegeven moment komt dat in de weg te staan van wat het museum wil: de ruimte die er is zo goed mogelijk gebruiken.” Dat er in die zakken cruciale informatie verborgen zou kunnen zitten komt niet bij hem op (Ik moest denken aan de zak met oude lappen uit het graf van Toetankhamon, die jarenlang in een Engels museum lag te verstoffen tot een paar wetenschappers eens gingen kijken wat daar nou eigenlijk inzat: een schat aan antieke textiel, waaronder een prachtige linnen bloes. 3000 Jaar oud, met plissé bij schouders en ellebogen. Het is tot nu toe het oudste complete kledingstuk dat we kennen).
Het enige wat bij Haring lijkt te tellen is het nut voor de mens. En hij gaat er op zijn Harings met de botte bijl tegenaan. Er kunnen best wat soorten weg als je moet kiezen tussen soortenrijkdom en voeding.
Je zou ook kunnen denken dat er wel wat minder mensen op deze aarde zouden mogen rondlopen: de mens is een nogal invasieve soort (als wij torretjes waren was er allang een spuitbus tegen uitgevonden). Maar dat laat Haring buiten beschouwing.
“Je zou ook kunnen denken dat er wel wat minder mensen op deze aarde zouden mogen rondlopen.”
De snelste en meest effectieve manier om alle milieuproblemen, inclusief klimaatverandering, op te lossen is 90% van Homo Sapiens uitroeien. Dat is al tientallen jaren bekend.
De ellende is dat die tien procent dan weer zou gaan fokken als de konijnen en je in no time weer terug bent bij af. Nog afgezien van het uitroeien: het nazidom heeft ons daar een proeve van gegeven die niet voor herhaling vatbaar is. Ik neem aan dat de wal het schip ergens keren zal. Een cruciale soort insecten sterft uit en de landbouw dondert in elkaar, het klimaat slaat dermate op hol dat het ecosysteem zoals wij dat kennen het niet bolwerkt en van alles meesleept in zijn val, zoveel nano-plastic in water en lucht dat de meeste soorten, inclusief wijzelf, het niet meer bolwerken. Scenario’s zat en allemaal klote. Wat mij stoort is dat de Haringen van deze wereld het probleem van de overbevolking niet onderkennen en bereid zijn systemen waarvan de waarde en de werking onmogelijk volledig te bevatten zijn, op te offeren ten dienste van de mens. Dat lijkt me een doodlopende weg. Je moet niet bij die systemen zijn, je moet bij de mens beginnen.
Nou, Frank en Sas, verbeter de wereld, begin bij jezelf!
Ben ik al jaren mee aan de slag. En, ondanks, of misschien wel dankzij? al het gesomber; ik geniet met volle teugen van het leven!
Dat kan allemaal tegelijk gelukkig.
Wat mij dan weer verbaast, is dat dit soort cynische en fatalistische schijnoplossingen telkens weer enthousiast worden omarmd, terwijl het probleem wordt veroorzaakt door een gebrekkig bewustzijn. De 10% die in jouw optie overblijft, geeft datzelfde gebrekkige bewustzijn door aan volgende generaties tot de volgende door de mensheid veroorzaakte catastrofe zich aandient…
Is er iets aan te doen? Jawel. Bewustzijn. Dat kun je niet van een ander afdwingen, want die ander wil met rust worden gelaten, of een panklare oplossing aangedragen krijgen, zonder er iets voor te hoeven doen en vooral zonder er zelf last van te hebben.
Er zijn zeer drastische maatregelen nodig, maar de bal ligt bij jezelf. Het is aan jou om te bepalen hoe ver je daarin wilt en kunt gaan. Tegelijk kun je samen met andere mensen die dat inzicht delen, laten zien dat het anders kan en moet. We kunnen de omstandigheden creëren waarin kinderen door opvoeding en onderwijs in dat bewustzijn kunnen groeien en zich ontwikkelen. Zij zijn immers de erfgenamen van de puinhoop die wij aan ze nalaten.
Beste Frank, je blijft maar stijgen in mijn achting! Helemaal eens 90% is een redelijk getal, zijn we hopelijk ook van al die rare NGO’s af.
Nou nog het omgekeerde.
“Handelsblaf en Volkswraf, de twee waakhonden van onze democratie, vormen in deze contreien echt een probleem”
Op het gevaar af je productiviteit te doen dalen:
Je weet toch dat beide kranten digitaal beschikbaar zijn? On-line te lezen op het world-wide web en downloadbaar met apps voor Android en iOS? Voor abonnees op de papieren editie zonder extra kosten.
Ik houd eigenlijk vooral van het papier.
Mee eens. Een digitale krant ‘leest’ niet lekker.
Papier of digitaal, ze zijn allebei schoothondjes van de grachtengordellinksepolitiekcorrectegoegemeente. Kortom: wees blij dat je er even vanaf bent.
Papier, je bedoelt briefjes van 500 zeker?
Eigentijdse versie van automokipkachelefant?