Zes kerstmisgasten

Met kerstmis vertelt u uw ouders dat u bij uw schoonfamilie bent en u zegt uw schoonouders dat u bij uw ouders dineert. Aangezien de krant vol staat met gemakzuchtige jaaroverzichten en de TV dit jaar voor de vijfenzestigste keer Sissi vertoont – het dertiende lustrum – hoeft u slechts de telefoon uit te doen om te genieten van een goed boek. Zo heeft u elk jaar rustige feestdagen gehad.

Maar nu wil het kabinet dus, als ik het goed begrijp, dat u zes gasten ontvangt.

Om u te helpen stel ik u er zes voor waarmee u én uw broodnodige rust hebt én het kabinet ter wille bent.

Lees verder “Zes kerstmisgasten”

Grenzen op de Vaalserberg

Kaartje van de Vaalserberg

In Karelië in het oosten van Finland schijnt een plek te zijn die “Stalins vinger” heet. Volgens de moderne legende legde de tiran, toen de grens in 1940 werd getrokken, zijn hand op de landkaart, zodat degene die de grens aan het intekenen was, er met de pen omheen moest. Het plaatje hierboven toont de Duits-Belgische grens en toont, zoals u ziet, ook zo’n vreemde en onlogische vorm. Daar moest ik het mijne van weten en toen ik vorige week toch naar Aken moest, ben ik er dus heen gefietst.

Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want (a) ik moest de Vaalserberg op en (b) er was geen weg naar deze “vinger”. Er is wel een onregelmatig bospad dat langs de grens loopt, zodat ik in feite nogal aan het cross-country cycling was. Wat ook wel weer eens leuk is op je vierenvijftigste. Voorbij het stuk voorbij de Duitse “vinger” in België was het bospad trouwens meer de bedding van een beekje. Maar goed, ik kwam er en de vinger bleek een weilandje te zijn.

Lees verder “Grenzen op de Vaalserberg”

Rond de Vaalserberg

De Geul in Moresnet

Gemmenich, waar ik momenteel verblijf, is maar een klein dorpje. Het enige monument is een kerk. Er is een bakker, er is een slager, er is een café, er is een friterie du village en er is een niet geweldig geoutilleerde avondwinkel. Omdat er geen supermarkt is ben ik voor inkopen aangewezen op het echtpaar dat me dit huisje verhuurt en voor wie geen moeite te veel is. Het alternatief is dat ik over de westelijke helling van de Vaalserberg fiets naar Vaals, maar het is een vervelende klim als je naar het noorden gaat en een nauwelijks minder vervelende klim als je naar het zuiden terugkomt.

Om die reden besloot ik het eens ten zuiden van Gemmenich te zoeken, waar dorpjes liggen met namen als Völkerich en Plombières. Dat laatste dorp heet in het Duits Bleiberg en in het lokale dialect Blieberg. Wat ik maar zeggen wil: je merkt hier goed hoe bizar het idee van een taalgrens is, want het loopt dwars door elkaar heen en ik hoor dezelfde mensen diverse talen spreken. Ik moest ook nog naar Aken, waar boeken en fotokopieën van een tijdschriftartikel voor me klaarlagen, dus na de koffie ging ik op pad.

Lees verder “Rond de Vaalserberg”

Kelmis

Zoals de trouwe lezers van deze blog weten ben ik – mede dankzij uw donaties – vorige week neergestreken in België. Meer precies woon ik nu in een huisje op de Vaalserberg, vanuit Nederland gezien net over de grens. Hierboven ziet u mijn tuin. Even verderop ligt Kelmis, de hoofdstad van (beter: de enige stad in) (nog beter: het enige dorp in) het gebied dat van 1816 tot 1919 bekendstond als Neutraal Moresnet. Hier lag een belangrijke zinkmijn, die Pruisen tijdens het Congres van Wenen niet gunde aan het nieuwe koninkrijk Nederland, terwijl Nederland de mijn niet gunde aan Pruisen. De tijdelijke oplossing was dat Kelmis een stukje niemandsland werd. Dat bleef de situatie na de Belgische onafhankelijkheid in 1830. Wat nu het Drielandenpunt heet, was voortaan een vierlandenpunt en de weg die daarvandaan naar Vaals loopt, heet nog altijd Viergrenzenweg.

Inmiddels zijn de grenzen verschoven en ligt Neutraal Moresnet geheel binnen België. De zinkmijn bestaat niet langer. De spoorlijn die Russische krijgsgevangenen tijdens de Eerste Wereldoorlog bouwden om Aken via Kelmis met Luik te verbinden, ligt er nog wel en af en toe hoor ik in de verre verte een goederentrein voorbij rijden. Als u meer over Moresnet wil weten moet u het boek Zink van David Van Reybrouck lezen of het boek Moresnet van Philip Dröge. Herman Clerincx heeft weleens over deze “droomstaat voor smokkelaars en esperantisten” gepubliceerd in Geschiedenis Magazine. Ik denk niet dat er een plek op aarde is met een hoger aantal gepubliceerde pagina’s per hoofd van de bevolking, met de mogelijke uitzondering van het eiland van Robinson Crusoë.

Lees verder “Kelmis”