Josephus’ bekering

Een van de vele grotten van Jotapata

[Achtste deel van een reeks over de Joodse Opstand in 66-70 na Chr. Het eerste deel was hier.]

Jotapata, de stad waar de opstandige Joden probeerden de Romeinen tegen te houden, was gevallen en de Romeinse generaal Vespasianus liet zoeken naar zijn tegenstander, de Joodse generaal Josephus. Die had zich met veertig anderen verborgen in een grot en werd pas op de derde dag door de Romeinen ontdekt. De legionairs wilden een houtstapel voor de grot leggen en die in brand steken, waardoor de verdedigers zouden stikken, maar Vespasianus overtuigde zijn mannen ervan dat dit niet verstandig was. De Joodse generaal had immers goede contacten aan het hof en het zou Vespasianus worden aangerekend als Josephus de dood vond. Het was verstandiger hem op transport te zetten naar Rome. Vespasianus schoof de hete aardappel door.

De mensen in de grot wilden nu zelfmoord plegen. De meesten wachtte niets anders dan het kruis en ze eisten dat ook Josephus zichzelf zou doden. Als hij door de Romeinse successen in de war was geraakt, voegden ze hem toe, zouden zij er wel voor zorgen dat hij na zijn dood de reputatie behield van een echte generaal en niet van verrader.

Toen gebeurde er iets dat Josephus’ leven blijvend zou veranderen. Hij beschrijft het zelf als volgt:

Josephus verstond de kunst orakelspreuken van God te verklaren. Omdat hij ook een priester was en afstamde van priesters, was hij goed op de hoogte van de profetieën in de heilige boeken. Op dit bijzondere uur had hij de goddelijke inspiratie om hun betekenis te kunnen verklaren. (Josephus, Joodse Oorlog 3.352-353; vert. Wes/Meijer).

Hij meldt niet van welk schriftvers hij de betekenis ineens zag, maar het is wel bekend:

Een ster zal opkomen uit Jakob,
een scepter uit Israël,
die Moab de slapen zal verbrijzelen. (Numeri 24.17)

Dit vers gold al een kleine anderhalve eeuw als aankondiging van de messias en lijkt bij elke komeet de Joden onrustig te hebben gemaakt. In zijn ontreddering zag Josephus ineens dat het vers niet vermeldde dat de heerser een Jood moest zijn en hij wist genoeg van de Romeinse politiek om te weten dat Nero’s troon wankelde. In de voorgaande twee jaren waren twee samenzweringen ontdekt. Met drie legioenen onder zijn bevel maakte Vespasianus een goede kans de nieuwe wereldheerser te zijn en hij zou Israël herstellen door de Joodse elite de macht terug te geven die ze in de afgelopen jaren had verloren aan radicale boerenleiders als Johannes van Gischala, Simon bar Giora en Eleazar de Zeloot.

Josephus probeerde de anderen in de grot te overtuigen, maar die maakten liever zelf een eind aan hun leven dan te wachten op het kruis. Josephus stelde voor dat de aanwezigen zouden loten hoe ze elkaar zouden doden – en toevallig bleef hij zelf met nog één ander over. Die wist hij ervan te overtuigen dat ze beter konden capituleren. Of dit verhaal waar is, staat vanzelfsprekend te bezien. In elk geval werd het tweetal voorgeleid bij Vespasianus.

Hoewel die zijn verslagen tegenstander op transport wilde zetten naar Rome, wist Josephus, door Vespasianus deelgenoot te maken aan zijn inzicht in de zojuist geciteerde profetie, voldoende twijfel te zaaien om voorlopig niet naar Nero te worden gestuurd. Vespasianus’ zoon Titus vatte bovendien sympathie op voor zijn leeftijdgenoot en hoewel Josephus zijn boeien niet mocht afleggen, werd hij met respect behandeld.

Toen Vespasianus op de dag af twee jaar later tot keizer werd uitgeroepen, op 3 juli 69, werd Josephus bevrijd en kreeg hij het Romeinse burgerrecht  – zijn officiële Latijnse naam werd Titus Flavius Josephus. Hij zou zijn leven lang niet meer twijfelen aan zijn uitleg van de passage uit Numeri: God had hem in de diepste crisis niet alleen getoond dat Vespasianus de voorspelde verlosser was, maar had hem ook beschermd tegen zowel de Joden als de Romeinse soldaten die hem hadden bedreigd. Deze rotsvaste zekerheid leidde ertoe dat hij geen van de andere messianologieën nog serieus kon nemen en er dus nooit in detail over spreekt.

De goede zorgen die Josephus ondervond, staan in schril contrast met die voor de gesneuvelden. De archeologen die de ruïne ruim negentien eeuwen later opgroeven, ontdekten dat het gebeente van de verdedigers al grotendeels was vergaan toen het uiteindelijk ter aarde werd besteld. De mensen moeten enkele jaren onbegraven hebben gelegen tussen de ruïnes van de verwoeste stad.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

20 gedachtes over “Josephus’ bekering

  1. FrankB

    Leuk, een Romeins keizer als vervuller van de messias-profetie. Op termijn kwam er weer niets van terecht, maar dat hoefde Flavius Josephus niet meer mee te maken.

    1. Frans

      Het is inderdaad moeilijk te rijmen met het verworsten van de Tempel . Maar voor Josephus zelf was Vespasianus natuurlijk wel een verlosser en we hebben in het begin van de serie gezien dat hij nogal neerkeek op het gewone vollek, dus die persoonlijke verlosser zal voor hem genoeg zijn geweest.

      1. Jeroen

        Nu zie ik dus een fabriek voor me met een grote gehaktmolen, waar de hele dag stoere slagersknechten tempels staan te verworsten…

    2. Het is niet heel anders dan George Steiner, die meende dat Hitler de messias was omdat dankzij hem de Joden weer een thuisland kregen. Ik vind het een pervers soort redenatie.

      1. FrankB

        Nee, daar kan ik het niet echt mee eens zijn. Vespasianus bedreigde de inwoners van Judaea en Galilea niet met uitroeiing. Hoe egoïstisch en zelfs narcistisch ook (wat van Steiner nog maar de vraag is), FJ kan gemeend hebben dat Vespasianus Israel in een nieuwe vorm zou herstellen. Het herstel van Israel in 1947 was een onverwacht bijproduct van Hitler’s falen. Vespasianus was daarentegen beslist geen mislukkeling.
        Niet dat ik FJ hiermee verdedig. Ik heb nooit bewondering voor hielenlikkers van vreemde onderdrukkers. Of FJ’s adoratie gemeend was, alleen maar berekenend of iets van allebei maakt voor mij niet uit.

  2. eduard

    Zulke verhalen roepen bij mij altijd vragen op. Zouden niet ook de duizenden verdedigers en bewoners van Jotapata die onder zijn bevel een gruwelijke dood in waren gejaagd, terwijl hij met alle egards werd behandeld en later zelfs een royaal Romeins pensioen ontving, wat aan die rotsvaste overtuiging hebben bijgedragen? En zijn tijdige vlucht naar die grotten terwijl de laatste verdedigers werden uitgemoord, omdat hij al meteen inzag dat hij natuurlijk niet voor hun lot in aanmerking kwam, nog zonder orakelspreuken of andere excuses. Zijn generaals een soort psychopaten die zich niet om hun verantwoordelijkheid voor een paar duizend doden bekreunen?

    1. FrankB

      De beste generaals – de meeste der Romeinen bijvoorbeeld – bekreunen zich wel degelijk om hun soldaten. Dat is uit welbegrepen eigen belang. Ten eerste doen soldaten harder hun best voor generaals die zich om hen bekommeren. Ten tweede kunnen gesneuvelde soldaten niet langer vechten.
      Dat generaals zich niet bekreunen om een paar duizend doden onder de vijand en onder de burgerbevolking is inherent aan hun vak.

      1. eduard

        FrankB, even voor de duidelijkheid, ik had het niet over Vespasianus maar over de duizenden burgers en verdedigers die in Jotapata onder het bevel van generaal Josephus hadden gestaan. Mijn vraag was of Jospehus enige wroeging zou hebben gevoeld over hun gruwelijke afslachting.

  3. jacob krekel

    Het citaat uit Numeri komt uit de mond van Bileam. Balak, koning van Moab, had de waarspreker Bileam ingehuurd om de Israelieten, die het heilige land naderden, en op wier pad Moab lag, te vervloeken. Maar tot driemaal toe zegende Bileam ze, omdat hij niets anders kon dan zeggen wat de Heere hem ingaf. Aldus Numeri.
    Het citaat komt uit de derde en meest straffe uitspraak van Bileam. Niet alleen Moab maar ook Edom gaat er aan.
    Ik heb de zegeningen/vervloekingen van Bileam van alle kanten zitten bekijken of ik enig aanknopingspunt voor de exegese van Josephus kan vinden, maar het lukt mij niet. Bileam zegt dat Israel zijn buitenlandse vijanden zal verpletteren en daar komt geen buitenlandse generaal aan te pas.
    Met het soort wrange humor dat we vaker in de bijbel aantreffen, vertelt het volgende hoofdstuk dat Israel Moab helemaal niet verplettert, maar dat het volk ontucht begon te bedrijven met de dochters van Moab. Heeft Josephus vermoedelijk even over het hoofd gezien.

  4. jacob krekel

    Dank voor deze link, De ontwikkeling die je in Livius leest maakt het in elk geval wat begrijpelijker hoe men – onder de druk van omstandigheden – zo ver met een tekst kan komen.
    Deze legitimering zou ook best een opsteker voor Vespasianus geweest kunnen zijn

  5. jacob krekel

    En voor zijn troepen. In een wereld waarin voortekenen en profetieën van wezenlijk belang zijn, kan Josephus heel goed een flinke bijdrage hebben geleverd aan het succes van Vespasianus, die zich daarna ook niet ondankbaar toonde. Dat Suetonius het ook als een feit vermeldt, laat zien dat het inzicht van Josephus brede bekendheid heeft gekregen.

Reacties zijn gesloten.