De duivel bouwt een kerk

Twee leeuwenkoppen op de deur van de Dom in Aken

Aken, de residentie van de in de Middeleeuwen welhaast legendarische Karel de Grote, is de stad waar ooit de Duitse koningen, als de keurvorsten een beslissing hadden genomen, werden gekroond. Later ging de vorst dan naar Italië om zich door de paus te laten kronen tot keizer. Het was natuurlijk wel de bedoeling dat de Akense kerk waar de koningskroning plaatsvond, er een beetje leuk uitzag en daar wilde het stadsbestuur wel voor zorgen. Het probleem: er was nauwelijks geld. De leden van de raad waren dus beslist geïnteresseerd toen een vreemdeling aanbood de financiering van het project op zich te nemen.

De vreemdeling die de raadszaal betrad, ging opvallend gekleed en iedereen begreep dat hij inderdaad rijk genoeg was. Ik stel me voor dat er over en weer complimenten zijn uitgewisseld en dat na deze inleidende opmerkingen het ontbrekende bedrag zal zijn genoemd. De vreemdeling zal toegezegd hebben het op tafel te leggen, maar stelde één voorwaarde: hij wilde de ziel hebben van de eerste die de nieuwe kerk zou betreden. Het was, zoals u hebt begrepen, der Teufel höchstpersönlich.

Lees verder “De duivel bouwt een kerk”

Het graf van Karel de Grote

Proserpina-sarcofaag (Aachener Domschatzkammer)

Ik heb de laatste week in Gemmenich zitten werken aan mijn boek over de wedloop tussen wetenschappers en papyrusvervalsers, Bedrieglijk echt. Zoals u hebt gemerkt ben ik ook naar Luik en naar Tongeren geweest en ik kan toevoegen dat ik voor boodschappen naar Vaals ging, per fiets de beruchte noordwand beklimmend van de Kvarŝtonoj ofwel Vaalserberg. Ook het Drielandenpunt en Aken heb ik bezocht, en in die laatste stad fotografeerde ik bovenstaande sarcofaag. Die dateert uit het eerste kwart van de derde eeuw na Chr. en is stilistisch verwant met de Marathonsarcofaag in Brescia die ik al eens eerder beschreef.

Wat u ziet is de schaking van Proserpina. De dodengod Pluto neemt het meisje tegen haar zin in mee naar de Onderwereld. Dat gebeurt blijkbaar met goedkeuring van de goden, want Amor wijst de weg, Mercurius leidt de wagen, Minerva duwt het meisje in Pluto’s armen, een zwevende Venus houdt de wagen tegen waarmee Proserpina’s moeder Ceres de achtervolging wil inzetten. De mythe, waarvan ik niet zal beweren dat ze smaakvol is, eindigt ermee dat Proserpina uiteindelijk terugkeert naar de bovenwereld, en in de zin dat de dood niet het laatste woord heeft, kon dit verhaal een christelijke uitleg krijgen en was de sarcofaag voor middeleeuws hergebruik toepasbaar.

Lees verder “Het graf van Karel de Grote”

Grenzen op de Vaalserberg

Kaartje van de Vaalserberg

In Karelië in het oosten van Finland schijnt een plek te zijn die “Stalins vinger” heet. Volgens de moderne legende legde de tiran, toen de grens in 1940 werd getrokken, zijn hand op de landkaart, zodat degene die de grens aan het intekenen was, er met de pen omheen moest. Het plaatje hierboven toont de Duits-Belgische grens en toont, zoals u ziet, ook zo’n vreemde en onlogische vorm. Daar moest ik het mijne van weten en toen ik vorige week toch naar Aken moest, ben ik er dus heen gefietst.

Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want (a) ik moest de Vaalserberg op en (b) er was geen weg naar deze “vinger”. Er is wel een onregelmatig bospad dat langs de grens loopt, zodat ik in feite nogal aan het cross-country cycling was. Wat ook wel weer eens leuk is op je vierenvijftigste. Voorbij het stuk voorbij de Duitse “vinger” in België was het bospad trouwens meer de bedding van een beekje. Maar goed, ik kwam er en de vinger bleek een weilandje te zijn.

Lees verder “Grenzen op de Vaalserberg”

Boekhandelverdriet

Aischylos (Neues Museum, Berlijn)

Er gaan dagen voorbij zonder dat ik een Griekse tragedie lees, maar soms kun je ineens AischylosDe Perzen willen lezen. Gewoon hardop, heen en weer benend, en dus uit een papieren boek. Maar in Gemmenich, waar ik nu een maand woon, is een papieren boek nog niet zo makkelijk te verkrijgen. Vaals heeft het leuke antiquariaat Belcampo, maar ik meende meer kans te hebben dat ik mijn boek zou kunnen kopen als ik het in Aken zou proberen.

Aken heeft een kwart miljoen inwoners. Aken is een universiteitsstad. Aken trekt tienduizenden toeristen. Aken heeft dus goede boekhandels, zoals de Mayersche Buchhandlung, die ooit de grootste boekenzaak van Duitsland was. En Duitsland is het paradijs voor oudheidkundigen. Het Duits was tot de Eerste Wereldoorlog immers dé taal van de Altertumswissenschaft en veel van wat nu in het Engels wordt gepubliceerd, is een herhaling van zetten van wat allang in het Duits gepubliceerd is geweest. Nog altijd is de Griekse Oudheid in Duitsland, meer dan elders, deel van de algemene ontwikkeling. Kortom, ik was optimistisch dat ik in Aken mijn boek wel zou vinden, temeer omdat het volgens de website op voorraad was.

Lees verder “Boekhandelverdriet”

Rond de Vaalserberg

De Geul in Moresnet

Gemmenich, waar ik momenteel verblijf, is maar een klein dorpje. Het enige monument is een kerk. Er is een bakker, er is een slager, er is een café, er is een friterie du village en er is een niet geweldig geoutilleerde avondwinkel. Omdat er geen supermarkt is ben ik voor inkopen aangewezen op het echtpaar dat me dit huisje verhuurt en voor wie geen moeite te veel is. Het alternatief is dat ik over de westelijke helling van de Vaalserberg fiets naar Vaals, maar het is een vervelende klim als je naar het noorden gaat en een nauwelijks minder vervelende klim als je naar het zuiden terugkomt.

Om die reden besloot ik het eens ten zuiden van Gemmenich te zoeken, waar dorpjes liggen met namen als Völkerich en Plombières. Dat laatste dorp heet in het Duits Bleiberg en in het lokale dialect Blieberg. Wat ik maar zeggen wil: je merkt hier goed hoe bizar het idee van een taalgrens is, want het loopt dwars door elkaar heen en ik hoor dezelfde mensen diverse talen spreken. Ik moest ook nog naar Aken, waar boeken en fotokopieën van een tijdschriftartikel voor me klaarlagen, dus na de koffie ging ik op pad.

Lees verder “Rond de Vaalserberg”

De zeven keurvorsten

De zeven keurvorsten op het Grashaus in Aken

Het was niet mijn planning afgelopen woensdag naar Heerlen te gaan, maar ik had voor mijn werk onverwacht foto’s nodig en daarvoor moest ik naar het Thermenmuseum. Ik had een fiets bij me en omdat je die niet tussen 16 en 18 uur mag meenemen in de trein, kon ik niet meer snel naar Amsterdam terug. Ik kon dus net zo goed een eind gaan fietsen en zo spoelde ik aan in Aken.

Vlakbij de Dom (met de graven van Karel de Grote en Otto III) staat het zogenaamde Grashaus, het oudste raadhuis van wat in feite de eerste hoofdstad van Duitsland is geweest. Het is althans waar ooit de vorsten werden gekroond en hun opwachting maakten. Op de gevel van het Grashaus zijn de oudste afbeeldingen te zien van de zeven Keurvorsten: de aartsbisschoppen van Trier, Keulen en Mainz, de koning van Bohemen, de hertog van Saksen, de markgraaf van Brandenburg en de paltsgraaf van het Rijnland. Dit zevental diende, als de koning overleed, een nieuwe heerser te kiezen, die dan later naar Rome ging om ook de keizerkroon te bemachtigen. U ziet hierboven links de drie geestelijke vorsten (met bisschopsstaf), middenin de koning (met de Heilige Lans), en rechts de drie andere wereldlijke vorsten (met zwaarden).

Lees verder “De zeven keurvorsten”