
Afgelopen zondag bezocht ik het Museum Wierdenland, dat even ten zuiden van de wierde (terp) van Ezinge ligt. Dat is historische grond want het is de plaats waar professor Van Giffen tussen 1923 en 1934 baanbrekend onderzoek deed en constateerde dat de bewoners van die kunstmatige heuvels niet bepaald de armzalige levenswijze hadden die de Romein Plinius de Oudere erin had herkend – ik blogde daar al eens over. Sinds mijn vorige bezoek aan het charmante museum was de opstelling vernieuwd en daardoor zag ik bovenstaande maquette voor het eerst.
Het model toont een dorpje op een wierde zoals er in de eerste eeuwen van onze jaartelling dertien in een dozijn moeten zijn gegaan. Vanzelfsprekend is het geheel cirkelvormig. De lengteas van de boerderijen is gericht op het centrum, zodat deze huizen iets hebben van de spaken van een wiel. Middenin het dorpje ligt, bovenop de heuvel, een rond waterbekken voor de opvang van regenwater. Dit is de dobbe of fehting. Het water hier was, anders dan het grondwater, zoet.
Ik had me nooit gerealiseerd dat er altijd een centrale cisterne was. Plinius de Oudere beschrijft die immers alsof het gaat om waterkuilen bij elke boerderij:
Ze hebben geen andere drank dan regenwater, dat ze bewaren in kuilen op de voorhof van hun huizen.
Er was echter nog iets dat mijn aandacht trok. Dit is precies dezelfde plattegrond als Andesina in Gallië, het huidige Grand in Frankrijk. Er zijn daar tempels geweest voor Bacchus (waarvan bijgebouwen zijn opgegraven) en Apollo-Grannus (alleen bekend uit teksten) en ik heb weleens geblogd over een incomplete, korte inscriptie die oudheidkundigen zó aanvulden dat er, voor wie bereid was het bestaan van een niet gedocumenteerd ritueel te accepteren, een bewijs was dat Constantijn de Grote in Grand iets heeft gezien in een droom. Dat is dus niet het visioen van de zonnegod dat iets bekender is.

Waar het me nu om gaat is dat Andesina, net als alle wierden, rond was en middenin een waterbassin had. En net zoals op de wierden kerken werden gebouwd op de plek van de dobbe, zo is dat ook gebeurd in Grand. Het gebouw is niet toegankelijk omdat het is gefundeerd op drassige en instabiele grond: de cisterne van Andesina.
Vanzelfsprekend is die parallel er alleen in mijn geest. Zo bijzonder is het niet dat, als je een cirkelvormig nederzetting hebt, de waterpoel zich in het centrum bevindt. Daar kan immers iedereen er even makkelijk bij. En dat je later een kerk bouwt, ligt het ook voor de hand die middenin te plaatsen.
We zien wat we zien willen. Ik begon Andesina met de wierden te vergelijken, iemand anders vult een inscriptie aan met iets wat ’ie wil dat er staat. Zo hebben we allemaal genoeg aan halve aanwijzingen om veel te ver gaande conclusies te trekken.
Wierdenland is inderdaad een sympathiek museum. Het vult de lacune die het Groningse Museum heeft laten vallen.
“om veel te ver gaande conclusies te trekken.”
Klopt, maar daar heb jij je niet schuldig aan gemaakt. Want je hebt niet eens geprobeerd om een verband te leggen tussen Andesina en Ezinge. Je hebt alle drie mogelijkheden opengelaten:
1. A heeft E geïnspireerd;
2. E heeft A geïnspireerd;
3. A en E hebben onafhankelijk van elkaar dezelfde opstelling gekozen (hoe dat komt – de mogelijkheden zijn eindeloos).
Met de getrokken parallel is dus niets mis.
Jona heeft gelijk. Als mensen om een vuurtje of een ronde waterkuil gaan zitten, dan krijg je vanzelf een cirkel, want iedereen wil er zo dicht mogelijk bij zitten.
Plinius de Oudere had het wel goed ( wat betreft een zoetwatervoorziening) bij de boerderij, in het geval van Zeeland. Daar hebben veel boerderijen een vaete of pit. Maar Zeeuwse dorpen hebben die ook.
Voor Marcel Meijer Hof: Oldenzaal was ooit ook gebouwd in cirkels, een groot deel daarvan is doorbroken door allerlei plannenmakers ivm. nieuwbouw.Ik heb een luchtfoto gezien (waar ook al weer?) waar je nog deels de cirkel kan waarnemen.