
Op 29 mei 2022 ging in Dendermonde het Ros Beiaard uit, naar tienjaarlijkse gewoonte. Deze keer moest men zelfs twaalf jaar wachten, aangezien de voorbije twee jaar massale bijeenkomsten werden ontmoedigd of verboden. Een decennium van pauze is lang genoeg om levens gevoelig te zien veranderen, ontstaan of ophouden. Dat maakt elke ommegang voor de betrokkenen weer een emotionele, existentiële gebeurtenis, terwijl de traditionele elementen in de folklore de gelukkige deelnemers verbinden met de heimat.
Nochtans is de legende niet voorbehouden, noch ontstaan aan de monding van Dender en Schelde. Het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen op zijn rug stammen immers uit de verhalencyclus die we aanduiden als Chansons de geste – vrij vertaald heldendichten – een mondelinge traditie die bloeide in de twaalfde en dertiende eeuw. Ze vertellen over de regeerperiode van Karel de Grote, soms met feitelijke achtergrond maar hoofdzakelijk opgebouwd uit verzonnen personages en mythische elementen verbonden met lokale legenden. Het bekendste dergelijke heldendicht is het Roelantslied. De in het Oudfrans geschreven chansons de geste vormen de cyclus van de Frankische roman die bestond naast de Arthurlegenden en de klassieke romans zoals de legende van Troje. In de Frankische roman vinden we Karel de Grote zowel terug als geliefde koning en held, zoals in het Roelandslied, als in de gedaante van onbetrouwbare tiran en antiheld, zoals bij de Vier Heemskinderen. Een hypothese is dat Karel een personificatie is van de historische sterke koning én van zijn zwakkere opvolgers.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.