Het ros Beiaard (1)

De finale van de omgang van het Ros Beiaard op de Grote Markt in Dendermonde (©Lieve Gijsbrecht).

Op 29 mei 2022 ging in Dendermonde het Ros Beiaard uit, naar tienjaarlijkse gewoonte. Deze keer moest men zelfs twaalf jaar wachten, aangezien de voorbije twee jaar massale bijeenkomsten werden ontmoedigd of verboden. Een decennium van pauze is lang genoeg om levens gevoelig te zien veranderen, ontstaan of ophouden. Dat maakt elke ommegang voor de betrokkenen weer een emotionele, existentiële gebeurtenis, terwijl de traditionele elementen in de folklore de gelukkige deelnemers verbinden met de heimat.

Nochtans is de legende niet voorbehouden, noch ontstaan aan de monding van Dender en Schelde. Het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen op zijn rug stammen immers uit de verhalencyclus die we aanduiden als Chansons de geste – vrij vertaald heldendichten –  een mondelinge traditie die bloeide in de twaalfde en dertiende eeuw. Ze vertellen over de regeerperiode van Karel de Grote, soms met feitelijke achtergrond maar hoofdzakelijk opgebouwd uit verzonnen personages en mythische elementen verbonden met lokale legenden. Het bekendste dergelijke heldendicht is het Roelantslied. De in het Oudfrans geschreven chansons de geste vormen de cyclus van de  Frankische roman die bestond naast de Arthurlegenden en de klassieke romans zoals de legende van Troje. In de Frankische roman vinden we Karel de Grote zowel terug als geliefde koning en held, zoals in het Roelandslied, als in de gedaante van onbetrouwbare tiran en antiheld, zoals bij de Vier Heemskinderen. Een hypothese is dat Karel een personificatie is van de historische sterke koning én van zijn zwakkere opvolgers.

Chanson des Quatre Fils Aymon

De oudste bekende versie van “De Vier Heemskinderen” stamt uit de twaalfde eeuw. Met 18489 alexandrijnen is het Chanson des quatre fils Aymon een van de langste heldendichten. In dit origineel voert men eerst Beuves van Aigremont ten tonele, een weerspannige vazal die door sympathisanten van de koning op verraderlijke wijze wordt vermoord. De broer en de zoon van Beuves, respectievelijk Aymon en Malegijs, aanvaarden de vrede die Karel oplegt maar  Malegijs zint op wraak.

Later vertoeven de vier zoons van Aymon aan het hof van Karel. Die is zeer ingenomen door Reinout, slaat hem tot ridder en schenkt hem het Ros Beiaard. Reinout raakt echter slaags met Bertolai, neef van Karel, omdat die vals speelt tijdens het schaken, en doodt hem. Hierdoor moeten Reinout en zijn broers op de vlucht naar hun geboortestreek, de Ardennen. Ze bouwen er het kasteel Montessor op een uitstekende rots boven de Maas.

Malegijs heeft zich ontpopt tot tovenaar en steunt de broers in hun strijd. Karel belegert het kasteel en verdrijft de broers en hun neef Malegijs naar Gascogne. Daar huwt Reinout Aëlis, dochter van Yon van Gascogne en krijgt hij zijn naam Reinout van Montauban.

Het grootste deel van het heldendicht speelt zich verder af in deze streek, waarbij de uitlevering van Malegijs de voornaamste inzet is. Reinout en zijn broers vechten tegen opeenvolgende gezanten van Karel, waaronder Roeland, tevens een neef van Reinout, en Ogier de Deen.

Reinout, Roeland en Ogier behoren tot de Paladijnen van Karel de Grote, een groep vertrouwelingen, naar analogie met de Ridders van de Ronde Tafel, dan wel de apostelen – de Paladijnen zijn in sommige verhalen met twaalf. In die analogie past ook Malegijs/Merlijn en het betoverde zwaard Froberga/Excalibur. Voor het Ros Beiaard is er geen analogon in de Arthurlegende. Er is geen aanwijzing dat de cycli elementen bij elkaar leenden. Het is mogelijk dat ze onafhankelijk van elkaar gelijkaardige motieven ontwikkelden, of dat ze erfden van een gemeenschappelijke traditie.

Roeland

De episode van weerspannigheid eindigt in een bestand, op voorwaarde dat Karel het Ros Beiaard mag doden. Hij werpt het bij Luik in de Maas maar het dier ontsnapt aan de verdrinkingsdood en vlucht de Ardense bossen in. Reinout en Malegijs gaan vervolgens op pelgrimstocht naar Constantinopel, Jeruzalem en Rome. Malegijs sterft als heremiet. Reinout wordt monnik in Keulen, waar hij meewerkt aan de bouw van de Dom. Jaloerse arbeiders vinden zijn houding om te werken voor een aalmoes oneerlijke concurrentie en slaan hem de kop in met een hamer. Zijn lijk komt miraculeus bovendrijven op de Rijn, waarna hij geheiligd wordt.

Weerspannigheid en boetedoening

Het einde van het heldendicht wijkt zowel geografisch als thematisch nogal af van het voorafgaande epos. Het doet vermoeden dat het een later aangeschreven episode betreft, in de christelijke traditie van boetedoening en martelaarschap. Nog een mogelijkheid is dat het heiligenverhaal van Sint-Reinold samengevoegd is met de legendarische Reinold van Montalbaen. Door een reliekenruil met Keulen werd deze Reinout patroonheilige van de Sint-Reinoutkerk in Dortmund.

De Sint-Reinoutkerk in Dortmund (© Wikimedia Commons | gebruiker Smial)

Het is interessant dat de wraak van Karel de Grote zich niet zozeer richt op de Vier Heemskinderen, als wel op Malegijs en Beiaard. Dit symboliseert mogelijk de spirituele strijd tussen de christelijke godsdienst, die samenspant met het centraal gezag enerzijds en anderzijds de heidense elementen van tovenaar en behekst paard, die zich enten op de lokale weerstand. De houding van Reinout is dubbelzinnig: zijn weerspannigheid is ingegeven door persoonlijke en familiale eer, maar hij blijft spiritueel loyaal aan zijn vorst.

[Een gastbijdrage van Dieter Verhofstadt. Morgenmiddag meer.]

Deel dit:

2 gedachtes over “Het ros Beiaard (1)

  1. Dirk Zwysen

    Ik vraag me af of die symboliek van heidendom-christendom niet eerder een 19de- of 20ste-eeuwse projectie is. Tenzij het motief al heel oud is en uit de tijd stamt waarin West-Europa nog volop gekerstend werd, toch enige tijd voor de 12de eeuw. Zou de 12de-eeuwse Kerk tovenaars en magische paarden als heidens beschouwen? In de Matière de Bretagne is Merlijn, hoewel een duivelskind, geen demonisch figuur.
    Het is misschien aannemelijk dat Karel, in de voorhoofse krijgerstraditie van deze romans, zijn vijanden ontwapent door hen de tovenaar en het ros Beiaard te ontnemen.

    1. Dieter Verhofstadt

      Goeie voorzet. Ik haal de mosterd bij auteur Ferdinand Castets,

      “La rancœur de l’empereur n’est pas dirigée contre Renaud et ses frères, mais contre le cheval et l’enchanteur, incarnations d’anciennes croyances que Charlemagne, roi chrétien, combat fermement” wat vrij vertaald neerkomt op mijn passage hierboven.

      Hij zegt verder: “Un élément de preuve réside dans « la concomitance de la contrition pieuse de Renaud et de son adieu à Bayard », qui « trahit bien la nature païenne du cheval-fée »

      (Vertaling) Een vorm van bewijs vinden we in de het feit dat Reinout vroom berouw toont en tegelijk afscheid neemt van Beiaard, waarmee hij de heidense aard van het sprookjespaard afzweert.

      “Renaud est, durant une grande partie du récit, favorisé par des « merveilles » de nature féerique. Elles s’effacent peu à peu au profit de la chrétienté, la paix n’est obtenue qu’au prix de la disparition des derniers éléments païens et « féeriques ». Après la fuite de Bayard dans la forêt, Renaud embrasse totalement la foi chrétienne, et sa mort entraîne des miracles chrétiens ” Le « merveilleux profane » (fées, lutins, personnages magiciens et créatures fantastiques) semble pourtant plus apprécié du public que le « merveilleux chrétien »”

      (Vertaling) Reinout wordt gedurende een groot deel van het verhaal geholpen door wonderen van toverachtige aard. Die maken geleidelijk aan plaats voor een voordeel van Christelijke aard. De vrede wordt maar bereikt wanneer de sprookjeselementen verdwijnen. Na de vlucht van Beiaard in het woud omarmt Reinout het Christelijk geloof volledig en zijn dood heeft Christelijke mirakels tot gevolg. Het profane wonder (magische of fantastische figuren) bleek nochtans op meer bijval bij het publiek te kunnen rekenen dan het Christelijke.

      .(einde van de mosterd)

      Castets is inderdaad een 19de-eeuwse auteur (1838-1911) een docent literatuur uit Montpellier die zich heeft verdiept in tal van historische onderwerpen met een bijzondere voorliefde voor deze legende.

      https://www.ac-sciences-lettres-montpellier.fr/academie/membres/biographie/286_Castets-Ferdinand

      Je kan zijn tekst over de Vier Heemskinderen uit 1909 hier terugvinden.

      https://fr.m.wikisource.org/wiki/La_Chanson_des_quatre_fils_Aymon

      Het zou dus best een 19de-eeuwse projectie kunnen zijn. Anderzijds heeft de onderhuidse strijd tussen paganisme en christendom altijd bestaan, dus kan ik me wel scharen achter de gedachte dat de op schrift gestelde troubadourstraditie dit motief werkelijk bevatte.

Reacties zijn gesloten.