
Afgelopen vrijdag sprak ik op een middelbare school over de Lage Landen in de Romeinse tijd en daar heb ik onder meer verteld dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich ooit, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, een Bataafse voorgeschiedenis heeft aangemeten. Dat ik dit vertelde was niet zonder risico, want ook jonge mensen weten genoeg van de “Tijd van ontdekkers en hervormers” om te herkennen dat dit beeld van het verleden nooit kan zijn ontstaan tijdens de Opstand. Degenen die zich destijds verzetten tegen Filips II waren natuurlijk niet dom en zouden nooit een parallel hebben gekozen die impliceerde dat ze, net als de Bataven, de strijd gingen verliezen. Dit beeld van het verleden moet ergens anders zijn ontstaan, en inderdaad: het is veel ouder. De identificatie met de Bataven stamt vermoedelijk uit de Gelderse Oorlogen. U leest hier meer over het ontstaan van het vanaf de zestiende eeuw steeds populairder geworden Gelderse geschiedbeeld.
Waarom vertelde ik het dan, als het niet waar is? Het antwoord is simpel: omdat mijn les ging over de limes en omdat ik weinig zou winnen door me te verliezen in de minutiën der Gelderse historie. Los daarvan was ik in Oud-Beijerland, waar ik wél mocht veronderstellen dat de leerlingen wisten wat er in het naburige Den Briel was gebeurd maar niet mocht aannemen dat ze zouden weten wie Karel van Egmont was. Met grote stappen was ik snel thuis.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.