Cato’s vijgen en het klimaatonderzoek

De Derde Punische Oorlog werd onvermijdelijk toen Massinissa, de koning van Numidië, te machtig werd en dreigde Karthago in te nemen. Romes beleid was erop gericht in Afrika geen al te machtige staat te laten ontstaan. Om die reden had het Karthago geholpen toen het tijdens de Huurlingenoorlog dreigde te verliezen. Om die reden had het Sardinië aan Karthago ontnomen toen het de Huurlingenoorlog had gewonnen. En om die reden had het Massinissa lange tijd gesteund. Maar in 149 was er geen andere mogelijkheid meer dan voorwaartse verdediging: annexatie.

De vijgen van Cato

Het uitbreken van de Derde Punische Oorlog zal wel voor eeuwig geassocieerd blijven met de Romeinse politicus Cato de Oudere. Deze zou zijn toespraken steeds hebben beëindigd met de opmerking dat hij voor het overige van mening was dat het beter was als Karthago niet langer bestond. Bij één gelegenheid zou hij tijdens een Senaatsvergadering enkele vijgen hebben getoond die pas drie dagen eerder zouden zijn gekocht op een Afrikaanse markt. Niebuhr, de grondlegger van de Romeinse geschiedenis als wetenschap, schijnt de eerste te zijn geweest die erop attendeerde dat zeilschepen er doorgaans wat langer dan drie dagen over doen om van Tunesië naar Midden-Italië te varen. Mijn leermeester Pieter Willem de Neeve gebruikte het vijgenverhaal als voorbeeld dat je de bronnen niet kritiekloos moet geloven.

Lees verder “Cato’s vijgen en het klimaatonderzoek”

MoM | Dendroklimatologie

Een van de  lezers van deze blog attendeerde me op Wat bomen ons vertellen. Een geschiedenis van de wereld in jaarringen van de Belgische onderzoekster Valerie Trouet. De Engelse titel is Tree Story en het gaat, zoals u al vermoedde, over dendrochronologie: de tak van wetenschap die door middel van jaarringtellingen helpt vaststellen hoe oud houten voorwerpen zijn. Dat lijkt simpel en het is makkelijk te denken dat het intellectueel weinig voorstelt, maar dat is een grof misverstand.

Om te beginnen: het is niet simpelweg een kwestie van even de jaarringen van een omgezaagde boom tellen, zoals we allemaal weleens in het bos hebben gedaan. Zelfs als we dat zouden kunnen, moet je maar hopen dat je in zo’n schijf hout elke ring herkent. Soms is een jaar namelijk zó slecht dat de boom domweg geen ring aanmaakt. Een tweede kwestie is dat dendrochronologen geen bomen kappen – dat zou immers neerkomen op de vernietiging van data – maar een monster nemen met wat hoveniers een “aanwasboor” noemen, een soort appelboor om een staaf hout uit een boom te trekken. Een dikke boom levert veel informatie op maar is lastig om tot in de kern te bemonsteren. Een derde kwestie is dan weer dat je van levend hout terug moet naar monsters uit oude gebouwen en naar archeologisch en fossiel hout. Matches tussen de diverse delen zijn nog niet zo makkelijk gelegd; ik schreef er al eens over in verband met de ten onrechte genegeerde dateringen van het hout in Kaneš.

Lees verder “MoM | Dendroklimatologie”