[In het eerste, tweede en derde deel van het verhaal over koningin Ella vertelde ik dat ze, verkleed als ridder, midden in de nacht op pad was gegaan omdat ze wilde gaan inbreken. In het bos ontmoette ze haar oude vriend Elegast, die ze ooit had weggestuurd uit haar kasteel maar die een heel eerlijke man bleek te zijn. Toen ze inbraken in het kasteel van Eggerik, hoorde Elegast dat die van plan was koningin Ella gevangen te zetten.]
Niemand zag dat Elegast over de muur terug klom, het kasteel uit. “En?” vroeg Ella, opnieuw met een mannenstem, “Heb je goed kunnen inbreken? Heb je mooie dingen gestolen?”
Elegast zei niets. “Elegast!”, zei Ella, “Wat zie je eigenlijk bleek. Alsof je een spook hebt gezien! Is alles wel goed met je?”
“Met mij gaat het wel goed,” zei Elegast, “Maar ik heb een vreselijk verhaal gehoord, beste Ellus. Ik hoorde dat Eggerik morgen met al zijn ridders naar het kasteel van koningin Ella wil gaan, de koningin wil verrassen en gevangen nemen. Dan wil hij zelf koning zijn.”
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.