Ella en Elegast (3)

[In het eerste en tweede deel van het verhaal over koningin Ella vertelde ik dat ze, verkleed als ridder, midden in de nacht op pad was gegaan omdat ze wilde gaan inbreken. In het bos ontmoette ze haar oude vriend Elegast, die ze ooit had weggestuurd uit haar kasteel maar die een heel eerlijke man bleek te zijn. Samen gingen ze inbreken in het kasteel van Eggerik, die was getrouwd met Ella’s zus Gisella.]

Elegast sloop over de binnenplaats van het kasteel. De maan was al een beetje aan het ondergaan, het was donker en niemand zag hem. Daar zag hij een raam openstaan. Snel klom hij naar binnen. Het was een donkere, lege kamer, leek het. Hij stak een kaars aan en zag toen ineens dat hij recht tegenover het bed stond van Eggerik en Gisella. Oei! Daar was hij zomaar de slaapkamer binnengeklommen! Als ze wakker zouden worden, zouden ze hem vast snel kunnen vangen. Hij hield zijn adem dus in en blies de kaars weer uit.

Aan de muur had hij echter een prachtig paardenzadel zien hangen. Dat wilde Elegast wel stelen. Als hij het kon verkopen, zou hij zeker voor een maand te eten hebben en niet hoeven inbreken. Maar hij had pech. Omdat de kaars uit was, had hij niet gezien dat er aan het zadel belletjes zaten vastgemaakt. Toen hij het zadel van de muur af haalde, rinkelden die. In het bed werd Eggerik wakker.

Elegast dook snel weg onder een tafeltje dat daar stond, terwijl Eggerik zich omdraaide. Nu werd ook Gisella, Eggeriks vrouw, wakker. “Wat is het toch met jou, Eggerik?” zei ze. “Je bent zo onrustig de laatste tijd. Je slaapt zo slecht. Is er soms iets dat je dwars zit?”

Eggerik gromde. “Ja, er is wel iets. Ik moet morgen naar het kasteel van koningin Ella. De knechten en de boeren hebben over mij geklaagd. Als koningin Ella denkt dat ik schuldig ben, is mijn leven geen twee peren meer waard. Ik denk dat ik daarom morgen al mijn ridders meeneem, met alle wapens. Koningin Ella verwacht dat niet. Dan neem ik haar gevangen en gooi haar in een kerker en dan word ik koning. Het plan kan niet mislukken maar ik ben wel een beetje nerveus. Daarom slaap ik slecht en ben ik onrustig. Maar morgen ben ik koning. En jij, Gisella, jij bent dan koningin.”

Onder het tafeltje hield Elegast zijn adem in. Dit moest hij snel vertellen aan koningin Ella! Ondertussen was Gisella klaarwakker. “Wat?!” riep ze. “Wil je mijn zus gevangen nemen?! Dat kun je toch niet menen?!”

Nu werd Eggerik boos en hij gaf Gisella een harde klap in het gezicht. “Vrouw!”, snauwde hij, “Je snapt er helemaal niks van. Morgen! Ben! Jij! Koningin!” En hij draaide zich om in bed. Even later hoorde Elegast hem snurken.

Gisella had zo’n harde klap gekregen dat ze bijna uit het bed was gevallen, vlakbij het tafeltje waaronder Elegast zat. Ze had een bloedneus. In het donker hield Elegast zijn handschoen open. Het bloed druppelde erin. Gisella had niets gemerkt toen ze weer in bed ging liggen. Even later viel ook zij in slaap en op zijn tenen sloop Elegast de kamer uit.

[Het slot van deze versie van Karel ende Elegast [tekst] zal over een half uur worden gepubliceerd.]

Deel dit:

Een gedachte over “Ella en Elegast (3)

Reacties zijn gesloten.