Dag Wim

Afgelopen vrijdag las ik dat Wim Zaal op 11 oktober j.l. was overleden, zesentachtig jaar oud. Dat nieuws had ik gemist. Terwijl ik een paar weken geleden nog dacht dat ik, als dat gedoe met die corona voorbij was, weer eens contact moest opnemen. Het is er niet van gekomen.

Een toestand van vertrouwelijkheid

Wim schreef wat mijn “beslissende boek” is geweest: Rome. Gids om Rome lief te hebben. Ik vond het in de zomer van 1982 in de Apeldoorns openbare bibliotheek en las het ter voorbereiding van het gymnasiumreisje in oktober. De eerste zinnen zijn programmatisch.

Dit boek bevat alles wat een gewone reisgids ook heeft, maar het probeert nog iets méér te zijn. Het gaat hier niet alleen om weetjes, jaartallen en het leerzame schilderij in de derde zijkapel links. De bedoeling is tevens u in een persoonlijke verhouding tot Rome te brengen, in een toestand van vertrouwelijkheid.

Lees verder “Dag Wim”

Hoe maak ik een prul?

In zijn bundel Bar en boos wijst de door mij bewonderde letterkundige Wim Zaal erop dat de dichters die hij opnam in zijn collectie van slechte Nederlandse poëzie, hiermee in feite hun ridderslag kregen. Zo was, om een erkende draak als het opschrift op het Nationaal Monument op de Dam te produceren, iemand nodig met het talent van Adriaan Roland Holst. (Ik weet niet of Zaal dit voorbeeld geeft, ik heb de bundel uitgeleend en weet niet meer aan wie.)

Het mechanisme achter zo’n flop is dat de kritiek, die de kwaliteit van een kunstwerk garandeert, begint te haperen bij getalenteerde kunstenaars. Die hebben op kritiek altijd een weerwoord. Ervaren schrijvers kunnen perfect uitleggen waarom deze of gene gedachte zo en zo, en niet anders, moet worden geformuleerd. Zijn redacteur kijkt verbluft toe. Hij was zich nog niet bewust dat taal ook zó kon werken. Vaak heeft de ervaren schrijver domweg gelijk. De ellende is dat zijn smaakbegrip zó verfijnd is, dat hij zich niet realiseert dat anderen het niet langer kunnen volgen. Het gedicht of de roman sterft zo in schoonheid.

Lees verder “Hoe maak ik een prul?”