De NHM-farce

nhm

De farce rond het Nationaal Historisch Museum blijft de gemoederen bezig houden. Bas Heijne wijdde er onlangs een boek aan en medievist Henk ’t Jong zei er gisteren verstandige dingen over (hier). Beide heel lezenswaard.

Ik heb er zelf voortdurend een ongemakkelijk gevoel bij gehad. Eén reden was persoonlijk, namelijk dat ik in een vroeg stadium ben geciteerd als voorstander van de nationale canon die het museum aanvankelijk geacht werd te zullen presenteren. De reden was dat ik in een boekje aan immigranten had uitgelegd hoe Nederlanders hun verleden graag zien. De eerste zin maakte al duidelijk dat ik het beschouwde als een mythografie. Dat de voorstanders van een canon me als geestverwant rekruteerden – en dat ze dus een mythe niet van geschiedenis konden onderscheiden – gaf mij een ietwat nare bijsmaak bij wat op zich leuk projecten hadden kunnen zijn: vijftig vensters op het verleden en een daaraan gewijd museum.

Voor het goede begrip: ik had, en heb, er geen eenduidige mening over. Ik zie het voordeel van een canon voor het onderwijs, maar het is wel een ladder die, na te zijn beklommen, dient te worden weggeworpen. Geschiedenis is immers vooral een open dialoog, een discussie zonder einde, die echter toch ten einde komt als er een canon is.

In ieder geval ben ik tegen een historisch museum als het, zoals aangekondigd, is bedoeld om de Nederlandse nationale identiteit vorm te helpen geven. Daar is geschiedenis niet voor, en bovendien: “de” nationale identiteit bestaat niet. “De” nationale identiteit is altijd datgene wat de hedendaagse machtshebbers graag zien. Who controls the present controls the past, inderdaad.

Nu zou een museum wel degelijk iets moois hebben kunnen zijn. Ik vond de oude expositie “Fragen an die deutsche Geschichte”, ooit in de Rijksdag in Berlijn, wel degelijk geslaagd. Hier werden geen eenduidige geschiedbeelden gepresenteerd en werd ook niet geprobeerd een nationale identiteit te bouwen. Zou het Nationaal Historisch Museum die kant op zijn gegaan, ik zou het een mooi vervolg hebben gevonden op de vijftig vensters – juist doordat het die vensters zou hebben geproblematiseerd.

Toen besloot de minister van Onderwijs echter dat de oprichting van het museum niet in handen zou komen van historici. Twee kunsthistorici zouden de nieuwe directeuren zijn. Daarmee was, wat mij betreft, duidelijk dat het nooit iets zou worden.

[wordt vervolgd]

Deel dit:

Een gedachte over “De NHM-farce

Reacties zijn gesloten.