
Een storm in een glas water. De burgemeester van Zutphen, zo meldt de krant voor wakker Nederland, heeft bezwaar tegen het zingen van het zesde couplet van het Wilhelmus (dat toch al nauwelijks wordt gezongen) omdat het een religieuze inslag heeft. Ik voor mij vind het wat al te principieel, maar het lijkt me wel een respectabel standpunt.
Jammer, ondertussen, dat er nu over ons volkslied wordt gediscussieerd, want de tekst ervan is gewoon mooi. Het is geen Holland Holland boven alles, het is geen adoratie van de driekleur, het is geen oproep om met onzuiver bloed de akkers te bevloeien, maar een behoorlijk rebelse tekst. Willem de Zwijger beschrijft hoe hij steeds naar eer en geweten heeft gehandeld, dat het wanbeleid van de boven hem gestelde (den Coninck van Hispaengien) hem heeft gedwongen zich te verzetten en dat hij bereid is geweest daarvoor een hoge prijs te betalen – zijn broer Adolf was gesneuveld – omdat hij van mening was dat hij dit verplicht was aan zijn “ondersaten”.
Het is waar: de prins van Oranje beschouwt deze plicht als een religieuze: hij heeft, zoals het in de laatste strofe staat, de koning nooit veracht, maar moet God in gerechtigheid gehoorzamen. Dat laat echter onverlet dat de tekst tevens een profielschets is voor de ideale bestuurder: iemand die zorg draagt voor de gemeenschap en bereid is daarvoor lijf en goed op het spel te zetten. With great power comes great responsibility. Dat is een universeel-humanitaire moraal, die je kunt aantreffen in alle wereldliteratuur van de Ilias tot Spiderman.
Zoals gezegd vind ik het standpunt van de burgemeester van Zutphen respectabel, maar eigenlijk zou ik willen dat iedereen die een bestuursfunctie heeft of anderszins de gemeenschap dient, het Wilhelmus uit zijn hoofd kent. Alle vijftien coupletten.
Neuh, als atheïst vind ik het standpunt van de Zutphense burgemeester helemaal niet zo respectabel. Want ik ben ook utilitarist. Iemand die opkomt voor zijn/haar ondergeschikten en daarbij niet bang is hogere autoriteiten tot vijand te maken verdient altijd mijn respect, religieuze overwegingen of niet.
Van belang is niet in de eerste plaats wat iemands overtuigingen zijn, maar hoe die in praktijk worden gebracht.