Museumstuk

De recente aanwinst

Gek dat ik hierover nog nooit eerder heb geblogd. Iemand die in de offshore werkzaam was, bracht in de jaren zestig een bezoek aan Irak. Op de markt van een van de door hem bezochte stadjes werden wat fragmenten van met spijkerschrift beschreven bakstenen verkocht, en hij nam een brokstuk mee. Jarenlang diende het als presse-papier.

De beste man overleed, zijn echtgenote wilde van dat baksteenfragment af, een vriendin wist dat ik er misschien iets mee zou kunnen. Het leek in een mooie archaïserende Babylonische letter te zijn geschreven, maar ik kon het niet meteen thuisbrengen. Ik vroeg nog even de details – antiquiteiten die na de jaren zeventig uit een land zijn meegenomen, moeten weer terug – en toen ik begreep dat het volkomen kosjer was, heb ik het voorwerp afgegeven bij het Rijksmuseum van Oudheden.

Toen ik thuis kwam, vond ik in mijn mailbox een ontzettend aardig berichtje. De directeur was er hoogstpersoonlijk mee naar de betreffende conservator gegaan, die het meteen herkende. Deze bakstenen dateerden uit de zesde eeuw v.Chr. en het museum bezat er al een, die volledig over was. Meer details hier.

Het exemplaar dat al in de RMO-collectie was

Het geval is niet uniek. Een kennis, die ik grappig genoeg nooit in het echt heb ontmoet, plaatste onlangs op zijn Facebookpagina wat foto’s van wat een Romeinse fresco leek te zijn. Hij had redenen om aan te nemen dat het afkomstig was uit een opgraving en presenteerde het materiaal in het Rijksmuseum van Oudheden. Dat kon niet meteen iets voor hem doen, maar zorgde wel dat hij met een aanbevelingsbrief werd doorgestuurd.

Dit is wetenschapscommunicatie zoals het moet. Door de burger snel en efficiënt te helpen, wordt hij aangemoedigd in zijn belangstelling. Hij is niet slechts de bezoeker van “een museum vol opgegraven potten en pannen”, zoals onze staatssecretaris van Cultuur archeologische musea typeert, maar deelgenoot in de wetenschappelijke speurtocht. Dit is een van de redenen waarom ik zielsveel houd van het Rijksmuseum van Oudheden.

Morgen meer.

Deel dit: