
Van oost naar west is Curaçao ongeveer zo breed als de provincie Utrecht. Mijn familie woont in het oosten, niet ver van het Spaanse Water, ofwel ruim een half uur rijden van Willemstad. De scholen van mijn nichtje en neefje liggen ergens halverwege, wat betekent dat het in de ochtendspits drie kwartier duurt voordat ze er zijn. Met de auto, wel te verstaan: fietsers zie je hier nauwelijks.
Willemstad ligt zo net iets te ver voor een makkelijk bezoekje. Dat moest dus even worden voorbereid, ook omdat de volwassenen hier moeten werken. Mijn zus en zwager verhuren appartementen en waren gisteren eerst een paar uur bezig waren met schoonmaken, terwijl ik werkte aan Israël verdeeld; pas in de middag was er voor het eerst tijd om naar Willemstad te gaan.

We troffen het. Rond de middag regende het, zodat het niet zo heet was toen we er waren. We troffen het nog meer omdat er geen groot cruiseschip in de haven lag, zodat het redelijk rustig was. We troffen het helemaal, omdat een schrijver die over de hoofdstad van Curaçao had gepubliceerd, Ko van Geemert, een groep rondleidde aan de hand van zijn boek Dushi Willemstad. De stad mag dan geen grote, opvallende, wereldberoemde monumenten hebben, er is wel degelijk het een en ander over te vertellen, en Van Geemert haalde geregeld Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Frank Martinus Arion aan.
Willemstad ligt aan de Annabaai, die de Caraïbische Zee verbindt met de enorme lagune middenin het eiland, het Schottegat. Hier staan de vrolijk gekleurde huizen die je altijd ziet afgebeeld in folders voor toeristen. Ik hoorde vertellen dat ze vroeger wit waren, maar dat zeelieden erdoor verblind raakten en dat men ze daarom had geschilderd. Ook elders in Willemstad zie je zulke feestelijke huizen.

Dat de stad werelderfgoed is, is meer door het algemene karakter – een goed-bewaarde Hollandse stad in de tropen met een zichtbaar multicultureel karakter – dan door opvallende architectuur. De ingang van de Annabaai werd verdedigd door twee forten, er is een mooie synagoge (geïnspireerd op de Portugese Synagoge in Amsterdam) en er zijn de regeringsgebouwen in enkele prachtige koloniale woningen. Je loopt over de tropische markt en de mensen zijn onmiskenbaar niet Hollands, je ziet fregatvogels en pelikanen die je in Nederland nooit ziet, maar ondertussen hebben de straten oerhollandse namen als “Heerenstraat”, “Breedestraat” of “Windstraat” en steek je het “Waaigat” over met de “Wilhelminabrug”.

Het is een erg prettige combinatie en het heeft allemaal iets uitgesproken relaxts – althans op de rustige zaterdagmiddag waarop wij slenterden door Willemstad. En je hoort nog eens iets. In een van de oude forten aan de haven zit momenteel het enige hotel ter wereld dat is verzekerd tegen een aanvaring.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.