Wie verhuist van Hengelo naar Willemstad, zal met de taal weinig problemen ondervinden, op wat kleinigheidjes na dan. Op Curaçao gebruiken ze soms woorden die Hollanders niet gebruiken: zo hoorde ik al een paar keer het in Holland uitgestorven “wablief” en zit mijn neefje op een school die ook “funderend onderwijs” aanbiedt. Er zullen nog wat uitspraakvarianten zijn tussen het Twentse en het Curaçaose Nederlands, maar veel verschil is er verder niet.
Met alleen Nederlands zul je hier, denk ik, een eind komen, maar het is niet voldoende. De tweede taal is het Papiaments en dat is wat de kinderen hier van huis uit spreken. Ze leren Nederlands op school en voor mijn nichtje en neefje is dat wel wat problematisch. Zij spreken immers geen goed Papiaments maar wel Nederlands, terwijl het voor de kinderen in de klas omgekeerd is. Dat bevordert de communicatie niet.
Papiaments wordt gesproken op alle Benedenwindse eilanden, maar niet op dezelfde manier. Op Aruba heet de taal Papiamento, op Bonaire Papiamen en op Curaçao Papiamentu. (‘Papiaments’ is Nederlands.) Ik begrijp dat Aruba een andere spelling kent dan Bonaire en Curaçao.
Papiaments is een zogenaamde pidgin-taal: het heeft de grammatica van de ene taal en de woordenschat van een andere – in dit geval zelfs zes andere talen, zoals een vriendelijke heer me in het vliegtuig uitlegde. De grammatica is Portugees, de woordenschat is ontleend aan het Spaans, Nederlands, een Afrikaanse taal, een Indiaanse taal, Ladino en uiteraard Portugees. Het is onduidelijk hoe dit mengsel is ontstaan, maar het moge duidelijk zijn dat inheemsen, kooplieden uit Spanje en Portugal, sefardische joden, vertegenwoordigers van de WIC en slaven uit Afrika allemaal hun bijdrage hebben geleverd.
Lange tijd was Nederlands de officiële taal op de Antillen en werd wat neergekeken op Papiaments. (De naam is afgeleid van een Portugees woord voor “gebrabbel”, papia.) Dat zat de mensen echter niet lekker en het is vandaag – zo lees ik in het Antilliaans Dagblad – op de kop af 56 jaar geleden dat iemand in de Eilandsraad Papiaments sprak. Hij heette Chano Margaretha en lijkt Kamervragen te hebben gesteld in zijn eigen taal.
De huidige premier van Curaçao, Ivar Asjes, geeft in de krant een strijdbaar commentaar op wat hij aanduidt als “een patriottische en heroïsche actie”. Margaretha zelf lichtte zijn daad niet toe in zulke nationalistische termen, maar wees op het fundamenteel ondemocratische karakter van een Statenvergadering in het Nederlands: de kiezers konden de beraadslagingen niet begrijpen.
“het in Holland uitgestorven “wablief””
Nog in de jaren 90 heb ik dat in Zuid-Limburg mogen horen.
Vervang Papiamento/s/u door Sranan en je hebt vrijwel hetzelfde verhaal; alleen is Engels de grotere invloed geweest. Toen ik in Suriname ging wonen heb ik de moeite genomen die taal te leren.
Suriname is dergelijke discussies echter al lang voorbij. In het parlement, op TV enz. spreekt iedereen Nederlands en Sranan door elkaar. Daar is niets bijzonders aan.
Het gevolg is dat Surinamers substantieel bijdragen aan het Nederlands; wellicht beseffen ze het zelf vaak niet eens. Je weet misschien dat Ballast Nedam ervan beschuldigd wordt President Wijdenbosch te hebben omgekocht. Hij ontkende dat gisteren “vanuit de brede kant van zijn mond.” Corrupt of niet, dit is een juweeltje.
“Wablief” wordt in het Gronings nog steeds gezegd. Niks niet uitgestorven.