
De Livius-website concentreerde zich aanvankelijk – we hebben het over de late jaren negentig – op twee gebieden waarover destijds weinig online-informatie bestond: Germania Inferior (ofwel de Lage Landen in de Romeinse tijd) en Perzië. Over beide onderwerpen schreef ik later een boek: De randen van de aarde en Alexander de Grote. Het eerste boek was makkelijker dan het tweede, want ik kende het gebied en hoefde maar een paar plekken langs te gaan. Een handvol autoritjes volstond.
Het Alexanderboek was veeleisender. In 2003 en 2004 trokken we door Turkije, door Iran en door Pakistan. Dat laatste land staat nog steeds op mijn verlanglijstje: het was zonder meer het vreemdste en daarom fascinerendste land. Ik had er langer willen blijven en ik geloof dat mijn vaste reisgenoot, met wie ik daarvoor Germania Inferior had verkend, er ook zo over denkt. We willen zien wat er van het land is geworden.
Enkele “Alexanderlocaties” waar we destijds niet zijn geweest, heb ik nadien opgezocht. De voornaamste reden is dat ik de Livius-website, als ze ooit zal zijn vernieuwd, wil uitbreiden, maar ik vond het ook gewoon leuk in Bulgarije nog een plek te bezoeken waar Alexander zou kunnen zijn geweest of in Tyrus te wandelen over de Macedonische belegeringsdam. Al is het maar om te ontdekken dat op de plek waar die dam begon, nu een monumentje staat voor degenen die voor UNIFIL zijn gesneuveld.
En nu zijn we dus in Oezbekistan, een land waar Alexander in 329-327 v.Chr. verbleef en waar wij nog niet eerder waren geweest. Twee Oezbeekse Alexanderlocaties hebben we dit keer niet kunnen bezoeken, maar we hebben het voornaamste gezien. Simpel samengevat: we zijn nu ruwweg overal geweest waar de Macedonische koning geweest – behalve in landen waar oorlog woedt, dus Irak en Afghanistan. Gegeven het karakter van Alexanders reizen, mag dat laatste enigszins ironisch heten.
Toen we over de Afrosiab-heuvel wandelden naar de citadel van het antieke Marakanda, realiseerden we ons dat we er twaalf jaar over hadden gedaan om Alexander achterna te reizen: langer dan Alexander zelf, die in 334 Macedonië verliet en in 326 in de Punjab rechtsomkeert maakte. Mijn vaste reisgenoot weet dat ik een beetje mijn bekomst heb van al het reizen. Terwijl we de citadel naderden, zei hij dat we “het einde van de reis” naderden.
Het is natuurlijk een vreselijk cliché. En omdat we nog menige reis zullen maken zonder Alexanderlocaties te bekijken, is het eigenlijk ook niet waar. Maar toch: er is deze week iets afgerond.
Bedankt voor je gezelschap Marco.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.