Kunst uit Xinjiang

Boeddhistisch “halffiguur” uit Shorchuk, Xinjiang (Humboldtforum, Berlijn)

Ik heb wel vaker geschreven over de Zijderoute: de handelsweg door Centraal-Azië die de Mediterrane wereld, Mesopotamië en Iran verbindt met Xinjiang en China. De reiziger die vanaf het westen komt, trekt over de Pamir en bereikt Kashgar, waar zich vanuit India een tweede handelsweg bij de Zijderoute voegt. In Kashgar heeft de reiziger de keuze tussen een zuidelijke en een noordelijke route om de Taklamakanwoestijn heen richting Dunhuang, waar de hoofdweg naar China begint. Langs beide routes moet de reiziger van oase naar oase trekken. Enkele oases langs de noordrand staan bekend als die van de Turfan-laagte. Hier liggen de Kizil-grotten, beroemd om hun laatantieke wandschilderingen.

De vondsten uit Turfan

Ik wist dat Duitse onderzoekers hier ooit allerlei vondsten hadden gedaan: teksten in het Tochaars en Sogdisch, boeddhistische objecten, documentatie over het manicheïsme en het nestoriaanse christendom. Aan het begin van de twintigste eeuw zijn vanuit Berlijn, met steun van de keizer en de firma Krupp, namelijk vier expedities richting Turfan vertrokken. Die keerden terug met kisten vol archeologische vondsten. Ze waren niet de enige ontdekkingsreizigers, overigens. De Kizil-grotten zijn bijvoorbeeld ontdekt door Japanse archeologen. In dezelfde tijd keerde ook Aurel Stein naar Europa terug met kisten vol manuscripten.

Lees verder “Kunst uit Xinjiang”

Oezbekistan in Berlijn

Reliëf met een krijger uit Kampyr Tepe (tweede eeuw v.Chr.)

Om deprimerende redenen die u vlak voor het einde van dit blogje zult vernemen, ben ik momenteel in Berlijn. Gisteren zijn we langs Tempelhof, het Schöneberg-raadhuis en andere Koude-Oorlog-locaties wezen fietsen. Vandaag gingen we naar het Neues Museum, de Oezbekistanexpositie en het Altes Museum. Het laatstgenoemde museum toont klassieke kunst, het Neues Museum biedt Egypte en (Germaanse) Prehistorie. Alles bij elkaar ben je daar acht uur mee bezig, een pauze met curryworst inbegrepen. Daarna ben je weliswaar doodmoe maar ook helemaal vol mooie indrukken.

Invloeden op Oezbekistan

Ik hoef u een bezoek aan Berlijn niet aan te raden. Het is immers de interessantste stad van Europa en het is maar zes uur met de trein. Wat ik u wel aanraad, is de expositie Archäologische Schätze aus Usbekistan. Er zijn stukken te zien uit het Nationaal Museum in Tasjkent, het Museum van Termez, de collectie van de Oezbeekse Academie van Wetenschappen en enkele andere musea. Die zul je verder niet snel te zien krijgen, zelfs niet in Oezbekistan.

Lees verder “Oezbekistan in Berlijn”

Proto-Indo-Europees en Proto-Anatolisch

Inscriptie van Suppiluliuma II in Hiërogliefisch Luwisch (Hattusa)

Er gaan dagen voorbij waarin ik niet denk aan de vraag of het Proto-Anatolisch afstamt van het Proto-Indo-Europees of dat het Proto-Indo-Europees en het Proto-Anatolisch een gedeelde voorouder hebben. Ik ontmoette vorige maand iemand die daar wel dagelijks aan denkt: Alwin Kloekhorst van de universiteit in Leiden. Eerst ga ik u vertellen wat hij me over het onderwerp vertelde, daarna zal ik u uitleggen waarom het uitmaakt. Maar eerst even wat achtergrond.

Proto-Indo-Europees

De reconstructie van het Proto-Indo-Europees is, en ik overdrijf niet, een van de grootste prestaties uit de geesteswetenschappen aller tijden. Het gaat om het inzicht dat vrijwel alle talen in Europa, een groot aantal talen uit Centraal-Eurazië, plus enkele Iraanse en Indische talen afstammen van één oertaal. De talen in die familie noemen we Indo-Europees en de gereconstrueerde oertaal heet Proto-Indo-Europees.

Lees verder “Proto-Indo-Europees en Proto-Anatolisch”

Een mier op de Zijderoute

Molensteen (Archeologisch Museum van Sétif)

Bij het werken aan een Arabische tekst van Djibril ibn Nūḥ al-Anbārī (negende eeuw na Chr.) werd ik regelrecht de Oudheid ingezogen. Wat zeg ik: in twee Oudheden: de Grieks-Romeinse en de Chinese! Het betreffende fragment was een beschrijving van de loop der sterren en planeten:

Denk aan de sterren en het verschil in hun cirkelbaan. Een aantal verlaat zijn plaats aan het firmament niet en beweegt alleen als groep, maar een aantal verplaatst zich door de hele dierenriem en heeft eigen cirkelbanen. Dus elke ster van de laatste soort heeft twee verschillende banen: een algemene, samen met het hemelgewelf naar het Westen, en de andere van hemzelf naar het Oosten. De ouden hebben zo’n losse ster vergeleken met een mier die krabbelt op een molensteen. De molensteen maakt een cirkel naar rechts en de mier beweegt naar links, zodat de mier in die situatie twee verschillende bewegingen maakt: een zelfstandige, recht vooruit, en de andere onvrijwillig, samen met de molensteen, die hem naar achteren dwingt.1

Lees verder “Een mier op de Zijderoute”

Migratie in de Arabische wereld

Rotstekeningen als deze, met een ruiter met een kudde, documenteren Arabisch nomadisme en migratie (Wadi Rum).

Het verhaal van de Arabische migraties is steeds hetzelfde: een groep nomaden trekt van het zuiden van het Arabische Schiereiland langs de Wierookroute naar het noordwesten en vestigt zich in de Levant. Wellicht kent u de Midjanieten die (volgens het Bijbelboek Richteren) de tegenstanders waren van Gideon. Die verjoeg ze. Latere migraties waren succesvoller. De Nabateeërs vestigden zich rond Petra en verdreven de Edomieten naar de randen van de Negevwoestijn. De Itureeërs vonden nieuwe woonplaatsen in de Bekaavallei. In de Late Oudheid kwam uit Jemen een stam aan die zich in Syrië bekeerde tot het christendom en nog steeds bestaat in de vorm van de Libanese maronieten.

Migratie volgde op migratie. Een beetje voorspelbaar. Ook de verhalen zijn vaak hetzelfde. Steeds is er een natuurramp in Jemen waardoor steeds mensen op drift raken. Die verlaten dan steeds het Arabische Schiereiland op zoek naar een beter woongebied. Het is een standaardverhaal, een sjabloon. Wat de vraag oproept wat er feitelijk waar is.

Lees verder “Migratie in de Arabische wereld”

Geliefde boeken: de Zijderoute

Langs de Zijderoute werd van alles verhandeld. Let op de kleine aap op de rug van de dromedaris. (Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg)

Er waren al vroeg contacten tussen Europa en Centraal-Azië. Zo drong Alexander de Grote door tot in Centraal-Azië en veroverde het oasestadje Marakanda, nu Samarkand geheten. De bloeitijd van de grootste en rijkste marktplaats, en het centrum van islamitische geleerdheid en astronomie, begon echter vele eeuwen later, na de komst van de Islam naar Centraal-Azië.

De Romeinen kenden peper en zijde afkomstig van handelsroutes uit het Oosten. Een kostbaar zilver peperpotje, gemaakt tussen 350 en 400 na Chr. en gevonden in Engeland, getuigt daarvan. Het potje laat ook duidelijk zien dat alleen welgestelden zich peperkorrels konden veroorloven.

Lees verder “Geliefde boeken: de Zijderoute”

Vragen rond de jaarwisseling (1)

Een van uw vragen ging over Echnaton (Museum August Kestner, Hannover)

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Dat heb ik geweten! Ik kreeg ruim veertig vragen, waarvan een kwart onbeantwoordbaar was, althans voor mij. Ik had verwacht dat ik vandaag en morgen alles zou kunnen beantwoorden, maar we zullen nog een eind het nieuwe jaar in gaan. Wat natuurlijk leuk is. Ik beantwoord dertig vragen in ruwweg chronologische volgorde, dus beginnend in de Bronstijd en eindigend bij de Late Oudheid.

1. Via de blog: Een korte serie over de Babylonische proto-astronomen zou ik geweldig vinden.

Gaan we doen, maar het zal wel maart worden.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (1)”

Alexander de Grote, god-koning van Azië

Alexander de Grote op de Alexandersarcofaag (Archeologisch Museum van Istanbul)

[Dit is het derde van vier stukjes over Alexander de Grote. Het eerste vindt u hier en een poging de veroveringstocht te contextualiseren vindt u daar.]

Na de dood van koning Darius vonden de Perzen die de strijd met Alexander wilden voortzetten, een nieuwe leider: Bessos. De Macedonische propaganda typeert hem – misschien terecht – als Darius’ moordenaar. In elk geval had hij zijn machtsbasis in Baktrië: het vruchtbare grensgebied van wat nu Afghanistan en Oezbekistan is. Om Bessos aan te pakken, moest Alexander een omweg maken via Kandahar en Kabul en over de Hindu Kush, maar hij slaagde er zo in Baktrië vanuit een onverwachte richting binnen te vallen. Bessos was niet voorbereid en werd gearresteerd door zijn eigen mannen. Die leverden hem uit aan Alexanders vriend Ptolemaios. Alexander liet Bessos kruisigen.

Lees verder “Alexander de Grote, god-koning van Azië”

Maës, de antieke Marco Polo (3)

Een Chinese ruiter (Volkenkundig Museum, Leiden)

In het eerste stukje vertelde ik hoe Maës was begonnen aan een lange reis. Vanuit het uiterste oosten van het Romeinse Rijk trok hij door het Parthische Rijk en bereikte de Stenen Toren, zoals we zagen in het tweede stukje. Maës kon, mocht of wilde niet verder gaan, maar anderen reisden door naar de hoofdstad van China. Van hen zal de schatting zijn gekomen dat het vanaf de Stenen Toren 36.200 stadiën was ofwel 6516 kilometer. Waar de Stenen Toren ook stond, welke hoofdstad ook kan zijn bedoeld, en langs welke route Maës’ karavaan ook verder is gereisd: dit is zó veel dat het niet kloppen kan.

In China

Hoe de reis verder ging, kunnen we alleen vermoeden. Eerst zal Kashgar zijn bereikt. Hier takte de Zijderoute aan bij de weg die vanaf de Indus over de Karakorum noordwaarts liep. We hadden het er al eens over. Dit was de westelijke punt van het Tarimbekken, waarbinnen de Taklamakanwoestijn ligt. Gortdroog en getroffen door de zandstormen die ook Ptolemaios noemt, is dit een van de meest desolate plekken op onze planeet. Je kunt alleen van de ene naar de andere oase reizen langs de randen van de zandwoestijn, dus óf noordom óf zuidom. De twee routes kwamen samen bij Dunhuang. In deze provincie begon ook de Grote Chinese Muur.

Lees verder “Maës, de antieke Marco Polo (3)”

Maës, de antieke Marco Polo (2)

Een priester en een kind (Dalvarzin Tepa; Archeologisch Museum, Termez)

In het eerste stukje vertelde ik dat Maës was begonnen aan een reis die hem naar de Stenen Toren zou brengen, ergens in Centraal-Azië. Het einddoel was de hoofdstad van China.

Het Parthische Rijk

Ptolemaios noemt in 1.12 diverse plaatsen die Maës heeft aangedaan. Na het oversteken van de Eufraat was hij in het Parthische Rijk. Het reisgezelschap trok eerst door Mesopotamië, waar het de steden Edessa en Nisibis moet hebben aangedaan. Vervolgens bezocht het de Aramees-sprekende bevolking van Assyrië. Dat Ptolemaios niet de later populaire naam “Adiabene” gebruikt voor Noord-Irak, suggereert een vroege datering van Maës’ reis.

Lees verder “Maës, de antieke Marco Polo (2)”