Klassieke literatuur (3a): Sapfo

Sappho (Capitolijnse Musea, Rome)
Sappho (Capitolijnse Musea, Rome)

[Bij mijn mail zat onlangs de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een collegereeks aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Nu heldendicht en leerdicht zijn behandeld, begin ik vandaag aan twee of drie stukjes over alle andere poëzie. Eerst Sapfo, aan wier gedichten ik lange tijd veel plezier heb beleefd.]

Poëzie – ik haat haar en ik houd van haar. “Waarom zo ingewikkeld?” zou u kunnen vragen, en dan moet ik u een uitleg geven waarin ik evenveel vertel over de poëzie als over mezelf. Als ik iets indrukwekkend vind, wil ik het namelijk kunnen delen, erover vertellen. Maar dan moet ik het gedicht samenvatten en juist dan doe ik haar tekort. Desondanks wil ik u toch voorstellen aan enkele klassieke dichters.

Sapfo

De eerste daarvan is de Griekse dichteres Sapfo, die rond 600 v.Chr. in de stad Mytilene op het eiland Lesbos een schooltje lijkt te hebben gehad waar jonge, ongehuwde aristocratische meisjes een soort opleiding kregen. Een deel van haar charme is dat we alleen fragmenten hebben, waardoor we slechts glimpen opvangen van wat ooit een prachtig kunstwerk moet zijn geweest. Het mysterie verhoogt de charme – ik blogde daar al eens over.

Nu ik dit schrijf moet ik denken aan de scène aan uit Rushdie’s Midnight’s Children, waarin een arts een jonge vrouw uit een conservatief gezin moet onderzoeken. De vader vindt het maar niets dat de dokter zijn dochter naakt zal zien, en eist dat de man het lichaam slechts bekijkt door gaten in een laken. Steeds ziet hij dus maar een klein deel van de patiënt, maar hij bedenkt dat de rest van het lichaam even mooi zal zijn en wordt stapelverliefd. Ik denk dat moderne lezers – het is althans mijn ervaring – op soortgelijke wijze verliefd zijn geworden op een oeuvre waarvan ze meestal maar twee of drie zinnetjes tegelijk mogen lezen.

Wat ook bijdraagt aan de charme is dat Sapfo, anders dan Homeros en Hesiodos, lyrische poëzie voordroeg. Dat wil zeggen dat ze persoonlijke gevoelens beschrijft. Ze is daarin niet de enige, maar ook van de andere lyrici is veel verloren gegaan. Hier is een wat langer fragment, doorgaans aangeduid als fragment 31, dat ik citeer in de vertaling van Paul Claes, die ik de mooiste vind die er is.

Gelukkig als de goden lijkt
mij de man die vlak
tegenover jou zit en luistert
naar je mooie stem

en lieve lach zodat plots
mijn hart in mijn borst bonst
zodra ik naar je kijk
stokt mijn stem

mijn tong is gebroken,
een licht vuur loopt door
mijn huid, ik zie niets meer
mijn oren suizen

zweet stroomt van mij af
een beven bevangt me
ik ben groener dan gras
het lijkt of ik dood ga

maar alles is te dragen
als…

En daar breekt het fragment af. Voldoende om te constateren dat Sapfo soms zeer gepassioneerd schreef over jonge vrouwen.

Hoezo lesbisch?

Omdat Sapfo vaak schrijft over jonge vrouwen en er een niet te ontkennen erotische ondertoon is, wordt ze tegenwoordig wel lesbisch genoemd – in onze zin van het woord – maar dat zegt meer over ons dan over haar. De Griekse ideeën over seksualiteit waren domweg te anders om ons begrippenapparaat te kunnen toepassen. “Homoseksueel”, zou een Griek hebben gezegd, was een bijvoeglijk naamwoord dat iets zei over handelingen, geen zelfstandig naamwoord om mensen te categoriseren. Sapfo lesbisch noemen is alleen betekenisvol als je ermee verwijst naar het eiland waar ze woonde.

Datafraude

Zoals gezegd is het oeuvre van Sapfo grotendeels verloren. Het was niet geschreven in het latere standaard-Grieks (Attisch of Koine) en daarom hadden latere generaties er moeite mee. Wellicht waren de gevoelens, die in zesde-eeuws Mytilene acceptabel waren, in de Romeinse tijd dat niet langer. Het kopiëren van de gedichten had daarom minder prioriteit dan dat van andere auteurs en dus ging haar poëzie, die verschillende boekrollen besloeg, verloren. We hebben zo’n tweehonderd fragmenten over – de meeste zijn twee of drie regels lang – en het was dus behoorlijke sensatie toen in 2005 een wat langer stuk werd ontdekt, waarin ze schreef over ouderdom.

In januari 2014 werden opnieuw fragmenten ontdekt – ik blogde er meteen over – waarvan de herkomst nog steeds onduidelijk is. De aanvankelijke verklaring was dat de papyrussnippers waren weggenomen uit een kartonnage, dat wil zeggen het masker of de borstplaat van papier-maché dat een mummie bedekte. Deze begraafpraktijk eindigde aan het begin van onze jaartelling, maar de fragmenten dateerden uit de derde eeuw na Chr. Dit wil zeggen dat een kartonnage is kapot gemaakt die documenteerde dat ergens in Egypte een dorp of stad nog minimaal twee eeuwen heeft vastgehouden aan een elders niet langer bestaand grafritueel.

We zullen daar nooit meer van weten, want het bewijsmateriaal is vernietigd toen de Sapfo-fragmenten uit die kartonnage werden gehaald. Nadat de onderzoeker daarop was gewezen, werden drie andere herkomsten genoemd. Kortom, er is gelogen. Dat het oorspronkelijke verhaal over de herkomst wel degelijk klopte, is aannemelijk omdat er nog een andere tekst op deze manier in circulatie is gekomen, waarvan de verzamelgeschiedenis sterk lijkt op die van de Sapfo-fragmenten.

De schoonheid is nu bedorven. Als classici in hun verliefdheid op Sapfo zo ver gaan dat ze onvervangbare data van hun egyptologische collega’s vernietigen, is de lol er vanaf. Anderen zullen misschien zeggen dat het juist heel romantisch is, dat je zó veel geeft om een tekst dat je de wetenschappelijke gedragscodes ervoor overtreedt, maar ik zie dat anders. Zoals gezegd: wie schrijft over poëzie, zegt ook veel over zichzelf.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

2 gedachtes over “Klassieke literatuur (3a): Sapfo

  1. Ben Spaans

    Ik kan op dit moment slecht bij mijn boeken (verbouwing) maar er staat me bij dat Antoon van Hooff in zijn boek ‘Klassiek’ schrijft dat er in 9e of 10e eeuw nog een compleet manuscript met het werk van Sapfo bestond, dat zou zijn vernietigd door een preutse Byzantijn.

  2. Interessant blog!
    Naar aanleiding van een filosofiecursus over Sapfo kreeg ik inspiratie tot het maken van een satirisch gedicht en het bakken van een roze koek. Bovenstaand gedicht nam ik ook als uitgangspunt. Misschien vind je het leuk om dit eens te bekijken op mijn blog: http://www.dasanderekoek.wordpress.com waarop nog meer filosofisch en archeologisch gebak is te vinden.
    Groet van collegablogster Inostrate

Reacties zijn gesloten.