
1.
Oké, die Gouden Eeuw, waar komt die nou weer vandaan? Antwoord: dat weten we niet. De oudste vermelding van de mythe is te vinden in de Werken en dagen van de Griekse dichter Hesiodos, die u moet plaatsen in de achtste eeuw v.Chr. Zoals wel meer mensen in de Oudheid meende hij dat het in de loop der tijden van kwaad tot erger was gegaan. Eerst was er een paradijselijke gouden eeuw, toen een zilveren eeuw, een bronzen eeuw, een eeuw van helden en tot slot een ijzeren eeuw.
En daarmee hebben we het probleem bij de kuif. Vier metalen van afnemende waarde onderbroken door een eeuw van helden. Het lijkt erop dat Hesiodos zich de Mykeense tijd herinnerde en die integreerde in een ouder mythisch schema. Er moet dus vóór Hesiodos een verhaal zijn geweest over vier tijdperken. We vinden die een slordige acht eeuwen ná Hesiodos bij de dichter Ovidius, die dus weliswaar jonger is, maar een oudere fase documenteert in een traditie die we niet kennen. Cassius Dio maakte het lijstje overigens nog beter door een gouden eeuw te laten degenereren tot ijzer en roest.
Ik zeg nog even dat u zichzelf tekort doet als u de Werken en dagen niet leest, want het behoort tot de allerbeste Griekse poëzie.
2.
Dan nu het opmerkelijke bericht dat het Amsterdam Museum de uitdrukking “Gouden Eeuw” in de ban doet. Voor niet-Amsterdammers: Amsterdam Museum is de weinig ingeburgerde naam van wat vroeger het Amsterdam Historisch Museum heette. Het heeft nogal wat voorwerpen uit de zeventiende eeuw.
Er valt iets voor te zeggen om de Gouden Eeuw voortaan aan te duiden als de Zeventiende Eeuw. Namen zijn niet in beton gegoten. De Politionele Acties heten nu Indonesische Oorlogen, de Batavieren heten Bataven. Namen veranderen, maar het is ook een beetje raar om een gangbare naam te wijzigen als dat een stap is “om andere perspectieven op die tijd mogelijk te maken”. Dit is PR-praat want die perspectieven bestaan immers allang. Denk aan de vier prachtboeken van Van Deursen, Het kopergeld van de Gouden Eeuw. Het museum doet in het persbericht echter alsof het beeld van de Gouden Eeuw niet allang is aangepast.
In de westerse geschiedschrijving neemt de ‘Gouden Eeuw’ een belangrijke plek in die sterk gekoppeld is aan nationale trots, maar positieve associaties met de term zoals voorspoed, vrede, weelde en onschuld dekken de lading van de historische werkelijkheid in deze periode niet. De term negeert de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel.
3.
Het is wat flauw om tegen een persbericht te polemiseren en eerlijk gezegd: ik zie ook weinig aanleiding om de barricaden te beklimmen om te verhinderen dat het tijdvak “de zeventiende eeuw” zal heten. Een bekend tijdschrift heet al zo.
Ik kan ook wel met het museum meegaan dat het beter is dat namen geen al te duidelijk waardeoordeel bevatten. De studierichtingen Klassieke Talen zijn zich gaan aanduiden als “Griekse en Latijnse Taal en Cultuur” omdat het idee dat de Grieken en Romeinen iets superieurs hadden dat de erenaam “klassiek” verdiende, is ondergraven door de historische en sociale wetenschappen. De nieuwe naam vertegenwoordigt dus niet zomaar een perspectiefwisseling maar beschrijft het object adequater.
Het inruilen van “Gouden Eeuw” voor “zeventiende eeuw” verdient een soortgelijke toelichting. Anders sticht je vooral verwarring. Het vervelende is nu dat het Amsterdam Museum geen overtuigende toelichting biedt. Ik lees dat het museum “meerstemmig en inclusief” wil zijn en we zagen al dat het museum zich verzet tegen “de westerse geschiedschrijving”. Dit valt te lezen als een politieke keuze.
Ik ben daar niet gelukkig mee. Simpel samengevat zijn er perspectieven en feiten. Wie zegt dat tiran Julius Caesar zijn verdiende loon heeft gehad, heeft een ander perspectief dan wie beweert dat de hoogste magistraat in Rome is vermoord, maar het onderliggende feit is hetzelfde. Ik weet dat er wat slagen om de postmoderne arm zijn, maar ik wil het in dit blogstukje even zo laten.
Mijn visie is dat we in een inclusieve samenleving elkaar vinden door voorbij de meerstemmigheid te kijken naar de feiten. Die kunnen we benaderen door steeds meer data te benutten en door de methoden te verfijnen. We bereiken dan – om een jargonterm te gebruiken – een grotere objectadequaatheid. Een naamsverandering die én het object adequater aanduidt én weinig verwarring veroorzaakt, is mijns inziens acceptabel. De naamsverandering die het Amsterdam Museum nu voorstaat is niet noemenswaardig adequater maar wekt wel de indruk een politieke keuze te zijn. Ik zie dat niet als verbetering.
4.
Hierover kun je anders denken, maar wat ik in de vorige alinea schreef, is geen ongebruikelijke visie op wetenschap. Als het Amsterdam Museum van dat beeld van de wetenschap wil afwijken, dan moet het zich beter uitleggen. Nu wekt het de indruk een vrij algemene visie op wetenschap te negeren om een politiek standpunt te betrekken. Ik vrees dat het museum de implicaties van zijn keuze niet voldoende onderkent: het wil inclusief zijn door alle perspectieven te respecteren, maar werkt daardoor tegelijk verdelend.
Dit illustreert het echte probleem, een probleem dat ik de laatste maanden te vaak heb moeten hekelen om, voor een blog die toch een beetje afwisseling nastreeft, nog acceptabel te zijn. Desondanks herhaal ik het nog eens: de wetenschappelijke opleidingen schieten te kort. Te vaak wordt gefocust op perspectieven en verschillen, te vaak is de ambitie opgegeven nog te zien wat de feiten zijn en wat de mensen verbindt. Deze politisering van de geschiedwetenschap is, denk ik, het ernstigste probleem waarmee historici momenteel te maken hebben. En dat is wél een reden om de barricaden te beklimmen. Of althans wéér een blogstukje te schrijven.
5.
Overigens ben ik cynisch genoeg om te denken dat het allemaal een publiciteitsstunt is om een onvoldoende ingeburgerde naam bekendheid te geven. Dat is dan prima gelukt, want de internationale pers heeft al gereageerd.
In een geest van enorme verzoening vind ik “Koloniale Gouden Eeuw” een heel acceptabele term.
Een beetje lang – zou dan Nederlandse Wetenschappelijke, Schilderkunstzinnige en Koloniale Gouden Eeuw moeten zijn.
Deze combinatie van benamingen geeft een volstrekt verkeerd idee van de oorsprong van de Amsterdamse rijkdom. Die was gebaseerd op de Oostzeehandel: graan, hout, pelzen tegen wijn en zout uit Frankrijk. De hele VOC leverde niet meer dan wat krenten in de pap. Wat niet wegneemt dat deze organisatie, zoals mijn vroegere geschiedenisleraar terecht stelde, “de best georganiseerde zeeroversbende uit de geschiedenis” was, inderdaad met een aandeel in de oost-Aziatische slavenhandel. De grote tijd van plantages in Amerika, met de daarbij behorende grotere schaal van de slavenhandel, vindt plaats in de achttiende eeuw. Dat beschouwen we niet meer als Gouden eeuw. Koloniën zoals we ze nu noemen, met een min of meer geregeld bestuursapparaat, horen meer in de negentiende eeuw, voordien waren het te vuur en te zwaard verkregen verzamelingen versterkte handelsposten en handelsmonopolies. Dus noem de achttiende eeuw de Slaveneeuw (hoewel het meeste geld ongetwijfeld met andere zaken werd verdiend) en de negentiende de Koloniale. En laat de Gouden eeuw maar blijven.
@Drepe
Ja wacht nou even: de koloniën zijn van latere datum toch? Een paar handelsposten hier en daar; verder kwam de VOC in de zeventiende eeuw nog niet.
De periode van 1600 tot ca 1850 staat bekend als het handelskolonialisme.
Hesiodos, Ovidius en Cassius Dio wandelden aan de hand van Vondel de zeventiende eeuw binnen.
II.
(DE ZILVREN WERELD-EEUW.)
Ziet, hoe Jupijn bestiert des werelds zilv’ren eeuwe,
Des zomers groen van ’t loof, en ’s winters wit van sneeuwe.
Gen. 3:
In ’t zweet uws aangezichts zult gij uw brood bekomen,
Tot dat gij aarde werdt, waarvan gij zijt genomen.
Toen zich den gulden eeuw’ het onderst’ boven wendde
(Gelijk een wankel rad) met droefheid en ellende,
Den zilv’ren eeuwe kwam, daar Jupiter van droeg
Den scepter, die terstond op eenen and’ren boeg
Het groote wereld-schip deed wonderlijke zeilen,
Want hij ’t twaalfmaandig jaar ging in vier deelen deilen[52]:
Toen werd men eerst gewaar des zomers heeten brand,
En ’s winters strenge koû, de dorrigheid van ’t land:
Toen liep eerst ieder een ontschuilen in de klippen,
’t Rood zomers aangezicht, en ’s winters blaauwe lippen,
En de ossen men in ’t juk al hijgende en bezweet
Door onzes moeders[53] borst ’t krom kouter trekken deed.
https://www.gutenberg.org/files/48113/48113-h/48113-h.htm#Pg035b
XXXI.
(DE IJZREN EEUW.)
Ziet hier den ijz’ren Eeuw, daar de eene d’ander tergt,
De Wereld is vol strijds, en heel in ’t kwaad verergd.
Gen. 4.
Des werelds vierde deel sloeg Caîn, en was niet wijzer;
Hij bouwde de eerste stad, en Tubal vond het ijzer.
Toen ’t ijzer kwam in ’t licht, uit ’t ingewand der aarden[175],
Klep, klep! het aanbeeld ging, men smeedde niet dan zwaarden;
Rechtveerdigheid uit vrees weêr naar den hemel trekt,
Het aardrijk werd terstond met menschenbloed bevlekt,
De krijg werd opgekweekt, men ging de zinnen scherpen,
En met den blinden mol een aarden wal opwerpen,
Het kalfs-vel werd gerekt, men maakte flucx een trom,
De mensch werd loos in ’t kwaad, en in de wijsheid dom;
Men kreeg een bonten vlag gewonden om de stengen,
Men ging vierkantig ’t heer in zijn slagorden brengen,
De horen onraad blies, de trommel sloeg alarm,
De vreeze werd verdoofd en ’t bloed in ’t herte warm;
Het eene heer verwan, het ander is gevloden,
Het veld, dat werd bedekt met menig duizend dooden,
Men riep er niet dan moord, daar werd een groot geschreeuw,
En zoo kwam op de hand de dullen[176] ijz’ren eeuw.
https://www.gutenberg.org/files/48113/48113-h/48113-h.htm#Pg042a
Vondel leek met die Gulden Eeuw niet zijn eigen tijdperk te bedoelen.
Een van de ‘redenen’om de ‘Gouden Eeuw’ als begrip te laten vallen zou zijn geweest dat er toen ook best veel armen waren.
Alsof je het begrip ‘Romeinse Rijk’ laat vallen ‘omdat er ook best veel niet-Romeinen woonden’.
Museumdirecteuren beslissen niet op eigen houtje over historische aanduidingen. Tenminste, zo zou het moeten zijn.
Onzin. De betreffende museumdirecteuren hebben noch de bevoegdheid noch de autoriteit u welke historische aanduiding dan ook op te dringen. Uw argument getuigt van een misplaatste autoritaire houding geprojecteerd op uw opponent.
Wetenschap is gebaseerd op consensus. Museumdirecteuren hebben net zoveel recht te proberen die aan te passen als ieder ander. U bent degene die een scheve schaats probeert te rijden met uw “zo zou het moeten zijn”. Gelukkig hebt u evenmin de bevoegdheid en de autoriteit.
Rustig Frank, rustig.
Volgens mij heb je volledig over het woordje “niet” in de reactie van Ben Spaans gelezen…
Op de descriptieve nauwkeurigheid van historische aanduidingen van rijken en tijdvakken is altijd genoeg af te dingen. Hier gaat het echter over iets specifiekers: om kritiek op met waardeoordelen of ideologie geladen voorstellingen van het verleden, zoals in Jona’s voorbeeld van de politionele acties. Dat mag je in het geval van de Gouden Eeuw overdreven vinden, maar dan moet je dat wel beargumenteren – in plaats van het te vergelijken met wat het niet is.
“wekt wel de indruk een politieke keuze te zijn. Ik zie dat niet als een verbetering.”
Ook niet als een verslechtering.
“om een politiek standpunt te betrekken”
De term Gouden Eeuw bevat eveneens een politiek standpunt – nl. het nationalistische idee dat we trots moeten zijn op de tijd dat het de Republiek was die over de golven heerste.
Er is daarentegen niets mis met het politieke standpunt dat slavernij, armoe en genocide (op de Banda-eilanden) een integraal onderdeel van die eeuw was en daarom evenzeer aandacht verdient. Alleen zie ik niet in waarom de term vervangen zou moeten worden. De Duistere Kanten van de Gouden Eeuw is een aansprekender titel dan DDKvd Zeventiende Eeuw. Maar dat is ook alles – ik heb ook geen doorslaggevend bezwaar.
Ach, het is Amsterdam en daar verbaast zo onderhand niets me meer. De lijst van dingen die daar niet mogen wordt zo onderhand wel erg lang. VOC café, Zwarte Piet, Gouden Eeuw… Maar een boerkaverbod is zoooo on-Amsterdams. Misstanden uit het verleden benoemen is één ding, maar ik bespeur hier een neiging om de eigen cultuur voortdurend te bekritiseren terwijl je tegelijkertijd geen kwaad woord mag zeggen over andere culturen. En dan te bedenken dat ik wel eens Groen Links gestemd heb. Zal ik niet gauw meer doen. Het andere uiterste, Forum/PVV vind ik ook niks, maar ik begrijp wel steeds beter waarom mensen zich tot die partijen aangetrokken voelen.
Uit de Guardian:
“fresh debate over the the country’s colonial past”
Meh. Eerder oudbakken. Net als “kersverse” debatten over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, die ook uiterst voorspelbaar zijn. Iedereen met een wetenschappelijke instelling erkent al lang de feiten: in de vaderlandse geschiedenis zijn er tal van misdaden tegen de menselijkheid gepleegd. Er valt niks te debatteren. De algemene conclusie is ook al niet om van de leg te geraken: Nederlanders waren en zijn mensen en dus evengoed tot allerlei fraais en slechts in staat als ieder ander.
Hieruit volgt niet dat nader onderzoek ongewenst is. De gezichtspunten van de slachtoffers kunnen waardevolle informatie toevoegen. Laat afstammelingen van tot slaaf gemaakten (in mijn woordenboek synoniem voor “slaven” – ik kan mij niemand voorstellen die vrijwillig al die ellende onderging) en Indonesische vrijheidsstrijders vooral aan de slag gaan. Krijg je een evenwichtiger beeld van. Maar behalve nationalisten (waar er, toegegeven, tegenwoordig weer veel te veel van zijn) hoeft niemand verrast te zijn.
Een museum moet vooral bezoekers trekken. Daar wordt de wetenschap aan opgeofferd. Het Amsterdam Museum denkt meer te kunnen profiteren met deze keuze.
We kunnen beter de barricaden beklimmen om te zorgen voor een degelijker financiering voor musea dan over de woorden Gouden Eeuw.
Men heeft het over Nederland inplaats van Holland. Het Nederland van nu bestond toen nog niet. Limburg heeft een andere geschiedenis. Hier zou wat meer aandacht aan geschonken kunnen worden.
Touché Antoinette! (Noord en Zuid) Holland en Zeeland maakten de dienst uit. De ‘zee (handel) provincies. De geschiedenis van de overige provincies is een heel ander verhaal.
“Het vervelende is nu dat het Amsterdam Museum geen overtuigende toelichting biedt.”
Het Rijksmuseum kiest ervoor de marketingtechnisch handige term Gouden Eeuw juist wel te gebruiken, maar geeft daar evenmin een toelichting voor. En dat zal voor alle andere musea ook wel gelden. Waarom alleen het Amsterdam Museum daarop afrekenen?
Als je het de Gouden Eeuw noemt kun je alleen de rijkdom en voorspoed laten zien, dat is dan ook wat het Rijksmuseum doet. Dat er meer is in de 17e eeuw valt dan als vanzelf weg, dat is wat het Amsterdam Museum stoort.
Het is een beetje als de Romeinse tijd wegzetten als de Limes Eeuw. Dat moet beter kunnen, toch?
https://www.historischnieuwsblad.nl/goudeneeuw/artikelen/het-gouden-eeuw-gevoel/index.html
Ah, er heeft weer iemand een stuk rood vlees de arena in gegooid….en wellustig bespringen de wolven hun maaltijd. Laten we gelijk de Middeleeuwen ook maar afschaffen en – toe maar – ook de Renaissance van het tableau halen. Het interbellum: weg er mee! Kortom: wat een onzinnige discussie. De Slag bij Marathon was toch echt in 490 v. Chr, die van Heiligerlee in 1568 na Chr. Gemakkelijke kapstokken, waar tussenin het verhaal zich wat mij betreft eindeloos uit mag breiden. Geschiedenis: zo’n geweldig mooi vak….niet voor sjagrijnen, wél voor vertellers!
Uit mijn schooljaren (1953-1965) herinner ik me bij onderwijzers, leraren en anderen een grote huivering als het ging om de term “Gouden eeuw”. Het had met allerlei dingen te maken. Velen voelden het als nationalistisch, en men had net aan den lijve meegemaakt wat nationalisme kan aanrichten. Sommigen stonden nog na te trillen van wat toen het verlies van Indië heette en vonden dat er geen ruimte was voor positief nieuws over Nederland. Er was (niet zonder verband met het vorige) een breed gedragen gevoel dat Nederland niets voorstelde. In de literatuur en de muziek was er een bovengemiddelde afkeer van bombast en daarmee van veel vormen van barok. Zo bleef alleen de schilderkunst over. Interessant genoeg, maar door alles weg te laten werd het een soort eiland.
Ik bezocht jaren geleden de tentoonstelling ‘Genrestukken’ in het Frans Hals Museum te Haarlem. Zalen vol Gouden- eeuwse jeunesse doré in kleurige gewaden van ruisende zijde, met goed gevulde Rijnse roemers, luiten en fluiten. Een rijkdom die zeker niet representatief was voor de zeventiende eeuw. In de permanente collectie hangt, weggemoffeld in een gang van het museum, een boereninterieur van een van de broers van Ostade, ik meen Adriaen. Hier zie je het grauw. Letterlijk: geen kleur te bekennen. Bruin-grijze armoede. Wat een gemiste kans om dat schilderijtje geen plek te geven in de kaskraker van de genrestukken! Dat ene schilderij had de hele tentoonstelling in perspectief geplaatst.
Een Gouden eeuw was het uitsluitend voor de elite.
Dat doet me denken aan de expositie over rijkdom van Pompeii in het Valkhofmuseum. Dat contrasteren met de armoede van de meeste Romeinen had in één klap het ressentimentkarakter van het vroege christendom én de opkomst van die religie verklaard.
Dat zeg ik niet als eerste. De Valkhofdirectie heeft die suggestie, gedaan vanuit de museumwereld, in een vroeg stadium genegeerd.
Elke verandering is een verslechtering, zelfs een verbetering. (Bloem). En meestal klopt het.
Mijn conclusie was ook die van een politieke keuze, c.q. doorslaande politieke correctheid.
De ergernis over de marxistisch gekleurde studie geschiedenis aan de UvA in de jaren zeventig kwam weer even boven.
Geen wonder dat Baudet c.s. zoveel stemmen krijgen. Mensen worden blijkbaar emotioneel geraakt als je aan datgene komt wat voor hen wezenlijk is.
Door verschillende perspectieven te tonen en te wegen, wordt dit voorkomen. In een pluralistische samenleving wordt dit steeds belangrijker.
De actie van het Amsterdam Museum getuigt dan ook niet van gevoeligheid op dit vlak. Het is een vorm van activisme uiteindelijk. De lust om de tentoonstelling te bezoeken is me enigszins ontnomen hierdoor.
De UVA is er de oorzaak van/ verantwoordelijk voor dat extreem rechts in pakweg Limburg zoveel stemmen haalt?! Een neutrale naam vermindert uw belangstelling?!
U laat mooi zien waarom er bij lange na niet genoeg activisme is tegenwoordig.
Stellen dat het museum de kwestie politiseert lijkt me het paard achter de wagen binden – zoals wanneer iemand antiracisten verwijt dat ze ‘identiteitspolitiek’ bedrijven, terwijl ze identiteitspolitiek bestrijden.
De ‘Gouden Eeuw’ is in de Nederlandse geschiedenis vanaf de uitvinding in de negentiende eeuw een sterk gepolitiseerd discours geweest en is dat nog steeds. Het initiatief van het museum is er expliciet op gericht om de exclusivistische en chauvinistische trekken van dat discours tegen de haren in te borstelen.
Ja, natuurlijk is Gouden Eeuw een politiek construct. Net als Middeleeuwen, Tweede Wereldoorlog of Nederland. Op een gegeven moment is zo’n begrip gefossiliseerd en zijn de associaties versleten. Ik denk dat Sumerische Renaisance daarvan een goed voorbeeld is. Ik heb niet het idee dat ook maar iemand hierdoor op antisemitische gedachten wordt gebracht.
Misschien moeten we zeggen: het Amsterdam Museum herpolitiseert een door mensen als Van Deursen allang genuanceerd begrip.
Dat kun je willen. Maar dat moet je echt beter uitleggen dan wat nu gebeurt. Dit is een publicitaire ramp.
Als je kijkt naar uitspraken van historici als Pieter Emmer en Mark Rutte over “onze Gouden Eeuw”, snap je dat dat discours nooit gedepolitiseerd is en dat het Museum dus ook niets hoefde te “herpolitiseren”.
Maar ik ben met je eens dat Van Deursen verdomd mooie boeken heeft geschreven.
En dan hebben we het nog niet gehad over de VOC-mentaliteit van een andere premier, kom, ik kan effe niet op z’n naam komen.
Mijn intuïtie is dat je moet oppassen als iemand de eigen welgevallige opinie over de zeventiende eeuw waardevrij noemt en die van anderen (‘discours’!) gepolitiseerd. De ‘zeventiende eeuw’ klinkt neutraler dan ‘Gouden Eeuw’, maar de visie achter de naamsverandering lijkt me helemaal niet waardevrij. Ik vraag me ook af of de historici die door het museum geraadpleegd zijn in politiek opzicht veel neutraler zijn dan bijvoorbeeld Piet Emmer. Ik weet zeker van niet.
Overigens is de discussie, met dank aan figuren als Martin Bosma, weer de gebruikelijke sjabloon van links versus rechts.
Ik vraag me af op wie je doelt, beste Harmens, als je waarschuwt voor “iemand die de eigen opinie waardevrij noemt”. In elk geval niet op het Museum of de betrokken historici, die zo nadrukkelijk voor de waarden van inclusiviteit en multi-perspectivisme kiezen. Om dezelfde reden zullen ze geen politieke neutraliteit claimen.
In het algemeen lijkt ‘politieke neutraliteit’ me niet erg bruikbaar als eis, criterium of ideaal van wetenschappelijkheid. Je kunt wél van wetenschappers eisen dat ze kritisch reflecteren op hun eigen politieke overtuigingen en de rol daarvan in hun onderzoek, zoals ze dat ook op hun vakinhoudelijke en methodologische uitgangspunten moeten doen.
Ik heb de colleges van Emmer vroeger met heel veel belangstelling en plezier gevolgd, maar ik heb hem nooit op veel zelfreflectie kunnen betrappen. Hij stelt het altijd voor alsof hij gewoon de harde feiten liet spreken, in tegenstelling tot zijn ‘emotionele’ of activistische tegenstanders. Daarmee is hij nou net iemand die zo’n door jou gewantrouwde claim van waardevrijheid maakt.
Ik geloof, beste Joris, dat we op een dwaalspoor zitten. Je hebt gelijk dat “Gouden Eeuw” politiek is en dat er van “herpolitiseren” geen sprake is zolang er Balkenendes en Ruttes zijn die de term politiek gebruiken.
Een andere kwestie is of dat je dat oplost door het woord te vervangen door “zeventiende eeuw”. Is het niet wijzer om te accepteren dat “Gouden Eeuw” een vorm van negentiende-eeuws erfgoed is en de dialoog daarmee centraal te stellen? Concreet: je zou het als museum kunnen hebben over “wat in de negentiende eeuw de Gouden Eeuw werd genoemd”.
Ik bedenk dit naar analogie van de limes. Ik zou daarvan ook niet zeggen “dat is geen grens, we noemen het voortaan transportroute”; ik zie het als een uitnodiging na te denken over het negentiende-eeuwse concept van de territoriaal begrensde staat.
Bedankt voor de boeiende uitwisseling op je blog en mooi dat we het erover eens kunnen zijn dat de ‘Gouden Eeuw’ een stevige en nog altijd invloedrijke ideologische lading met zich meedraagt, beste Jona. Verder wordt er, ondanks de hysterische berichtgeving in sommige media, geen term ‘afgeschaft’. Ook als er een andere voorkeursterm wordt gekozen, dan kunnen we probleemloos blijven verwijzen naar “wat in de negentiende eeuw de Gouden Eeuw werd genoemd”. Bijvoorbeeld als het in de klas of in het museum over veranderende voorstellingen van het verleden gaat.
Het is dus niet waar dat zulke cultuurhistorische reflecties ineens onmogelijk zouden worden, zoals bijvoorbeeld Han van der Horst beweert op Joop.nl: “Door de term ‘Gouden Eeuw’ af te schaffen, beroof je je zelf van de kans om uit te leggen dat de Gouden Eeuw van de een niet de Gouden Eeuw van de ander hoeft te zijn.” Hij beweert al jaren dat Zwarte Piet gewoon zwart moet blijven, ook met het argument dat die volkse figuur zo’n mooie gelegenheid biedt voor gesprekken over ongelijkheid en emancipatie.
Op zijn best is dat een non sequitur, want zulke gesprekken kun je blijven voeren, ook nadat je voorkeurstermen of stereotype figuren hebt aangepast. Op zijn slechtst heeft het argument een reactionaire ondertoon: we kunnen overal over in gesprek gaan, maar je moet niet de fout maken om te denken dat we echt iets gaan veranderen.
“Geen wonder dat Baudet c.s. zoveel stemmen krijgen. Mensen worden blijkbaar emotioneel geraakt als je aan datgene komt wat voor hen wezenlijk is.”
Mwah, ik denk niet dat ook maar éen van die thierrytoeters ooit in het Amsterdams Historisch is geweest,
Ik ken nogal wat Thierrytoeters. Ze komen cursussen bij me doen, lezen, zijn geïnteresseerd en zijn wat sceptischer dan gemiddeld.
Evengoed ben ik vanmorgen vanuit Nieuw Rechtse hoek alweer voor knuffelaar uitgemaakt omdat ik de Gouden Eeuw niet radicaal verdedig. Wat ik blijkbaar behoor te doen, vinden mensen die zelf anoniem zijn.
@manfred: waarom zouden die toeters in een amsterdams museum moeten komen. De wereld is voor zover mij bekend groter dan Amsterdam. Parijs heeft een paar leuke musea, misschien gaan ze daar wel heen, weet ik veel. En oh ja, in Friesland staat ook een goed museum!
Net als Jona Lendering denk ik eigenlijk dat het om reclamestunt gaat. Helaas leidt dat tot een nietszeggende omschrijving van de tentoonsteling in de Hermitage. Hoezo portretten uit de zeventiende eeuw? Zijn er arme mensen of migranten te zien? Iedereen die de schutterstukken in de Hermitage bekijkt, ziet onmiddellijk dat het om portretten van de Amsterdamse elite gaat uit die tijd gaat, een enkele bediende of weeskind daargelaten. De titel zou dus probleemloos ‘Portretten van de Amsterdamse elite uit de Gouden Eeuw’ kunnen zijn.
Ik begrijp niet helemaal hoe je het Amsterdam Museum verwijt dat ze zich verlagen tot een ‘reclamestunt’ en je tegelijkertijd ergert aan de Hermitage, die zijn tentoonstelling in waardevrije termen beschrijft als ‘Groepsportretten van de 17e eeuw’. Om de zeventiende eeuw op te pimpen tot ‘onze Gouden Eeuw’ was een van de meest geslaagde reclamestunts uit de vaderlandse cultuurgeschiedenis.
Misschien zou ‘De Gouden Eeuw van de Amsterdamse elite’ trouwens een alternatief zijn. Dan laat je doorklinken dat de Gouden Eeuw van de een niet per se de Gouden Eeuw van de ander is.
Ik erger me helemaal niet aan de Hermitage. De tentoonstelling valt onder de verantwoordelijkheid van het Amsterdams Historisch Museum (Het was me als Amsterdammer ontgaan dat het Museum tegenwoordig anders heet). Dus ook de titel van de tentoonstelling. Je kunt de tentoonstelling trouwens niet met je Hermitagekaart bezoeken. Je moet apart betalen. Joris doet overigens een uitstekende voorstel voor een titel.
Wat grappig, Bert, dat wist ik ook niet, dat die tentoonstelling in de Hermitage onder het Amsterdam Museum valt. Dan zullen de twee instellingen vast een woordje hebben gewisseld over het ‘goud’ van de 17e eeuw. Bij de Hermitage (net als bij de Nieuwe Kerk, die daaronder ressorteert) stoppen ze al jarenlang zoveel mogelijk ‘goud’ en ‘juwelen’ in de titels van hun tentoonstellingen. Om het Bijenkorfpubliek over de drempel van een museum te trekken, zoals een beleidsmedewerker me ooit toevertrouwde.
“Zeventiende Eeuw” ….
Bah! Wat een Judeo-christelijk-centrische aanduiding.
Juist die eeuw die zich kenmerkt door het opengooien van de wereldzeeën en het over de horizon kijken, zo proberen te vangen in een tijdsaanduiding waar men in de toen zo veelvuldig door ons bezochte landen en culturen geen enkele relatie mee had.
Het is het opdringen van de eigen cultuur en waarden zonder rekening te houden met andere tijdsystemen!
😜
Dat opengooien van de wereldzeeën begon al in de 15e eeuw hoor, en is de hele 16e doorgegaan. Dat de Nederlanden, die al eeuwen op de Oostzee voeren, zich pas rond 1600 echt ook in de Amerika’s, Afrika en Azië begonnen te roeren had vooral met de effecten van de Opstand te maken.
Allereerst, om met een 17e eeuwer te spreken:
“What’s in a name? That which we call a rose
By any other name would smell as sweet” (WS)
or as foul, depending.
Vervolgens kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de argumentatie voor de naamswijziging (deels) ingegeven is door de angst dat de oude naam mensen nu zou beledigen. Als dat zo is, dan zou een naamsverandering slachtofferschap in de hand werken.
Niet uit angst; het museum is onder politieke druk gezet. De term “ Gouden Eeuw” heeft betrekking op de schilderkunst, maar de activisten draaien het zo alsof het zou betekenen dat er destijds geen zwarte mensen zouden zijn geweest. Ja, er zijn weinig vrouwelijke of zwarte beroemde schilders uit die tijd. Die zijn er ook niet uit de 5e eeuw BC van Athene of uit de 16e eeuw uit Florence. Het waren destijds allemaal witte mannen zoals Phidias, Michelangelo Buenarroti, Rembrandt etc. Het is mij een raadsel wat men met dat soort activisme denkt te bereiken. Dat soort gedrag verklaart wel wat er in Zimbabwe en Z-Afrika gebeurd is. Vooral zo doorgaan, dus.
De term Gouden eeuw heeft geen betrekking op de schilderkunst.
Dus het Museum wil in een persbericht meer aandacht voor de keerzijden van de geschiedenis, “zoals armoede, oorlog en mensenhandel”…maar volgens jou gaat het puur om zwarte activisten, die de Nederlandse musea tiranniseren als een soort kleine Mugabes?
En de geniale vrouwelijke schilders uit de Italiaanse Renaissance en uit de Nederlanden hebben de afgelopen vijftig jaar eindelijk de erkenning gekregen die ze verdienden…maar volgens jou zijn ze er nooit geweest?
Of zou het misschien kunnen, beste Martin, dat je reactie iets zegt over je eigen vooroordelen?
‘Judge: But why are you calling yourself black? I think you’re more brown. Steve Biko a.p.b. Denzel Washington: But why are you calling yourself white? I think you’re more pink.’
Scene uit Cry Freedom van Richard Attenborough.
Ik zei “weinig”.
https://allesoverkunstenaars.nl/beroemde-nederlandse-schilders-17e-eeuw/
Judith Leyster is bij de experts bekend, maar niet bij het grote publiek.
Ik heb het niet over tiranniseren maar over druk. Ik zag op TV een voorbeeld van een schilderij met daarop een wit meisje met een hondje en daarnaast een zwart (zo te zien) dienstmeisje. De titel van het schilderij was “meisje met hond”. OK, dat kan beter.
Ehm… je zei letterlijk “Het waren destijds allemaal witte mannen“.
Maar mooi dat je mogelijkheden voor verbetering ziet.
IJsberen zijn wit.
En Obama is niet zwart.
Ik mis in alle reacties op het standpunt van het Amsterdam Museum dat we de term de term Gouden Eeuw beter kunnen vermijden, het volgende. Het Amsterdam Museum wil een historisch museum voor en over alle Amsterdammers zijn en daarmee de integratie van de ‘nieuwe’ Amsterdammers bevorderen. De term Gouden Eeuw is een 19e eeuws bedenksel, gezien vanuit de succesrijke, blanke bewoners die in de 17e eeuw de dienst uitmaakten. De geschiedenis van de niet-blanke mensen die hier of overzees wel degelijk van de ontwikkelingen deel uitmaakten, wordt daarbij niet of nauwelijks verteld. Daardoor herkennen niet-blanke mensen zich niet in de historie zoals die tot nu toe door het Amsterdam Museum en vele andere musea is verteld en daarom gaan zij zelden als bezoeker naar die musea. Door de historie completer te vertellen en daarom de visie vanuit de blanke Gouden Eeuw te verlaten, hoopt men meer niet-blanke bezoekers te trekken en daarmee de integratie van blanke en niet-blanke bewoners te bevorderen. En dat is een te waarderen streven.
Een te verwachten ontwikkeling is een tentoonstelling over Migratie naar Amsterdam door de eeuwen heen.
Ok, je schaft de term Gouden Eeuw af. Je hebt het voortaan over 17e eeuw. Vervolgens moet je weer gaan verklaren waarom die eeuw zo bijzonder was en dan ga je toch weer zeggen: het was zo’n bijzondere periode in de Nederlandse geschiedenis, dat die ‘vroeger’ wel de Gouden Eeuw werd genoemd…
Ongeveer zoals constant blijven zeggen bij iedere nieuw vondst of interpretatie dat Neanderthalers niet zo primitief waren als ‘vroeger’ werd gedacht…
Ik ben wel benieuwd wat je vindt van het intro van deze Crash Course European History-video (ongeveer de eerste minuut). Ik ben geen geschiedkundige en voor mij was de nadruk op perspectieven en lenzen nieuw en leek me in eerste instantie wel een goed idee. Of is deze video volgens jou deel van het probleem?
(Link werd niet geaccepteerd; het gaat om de Youtubevideo met code 35PinDPNPw0 in de URL.)
De combinatie Crash Course en European History moet je al waarschuwen…
“[Volgens Hesiodus was er eerst] een paradijselijke gouden eeuw, toen een zilveren eeuw, een bronzen eeuw, een eeuw van helden en tot slot een ijzeren eeuw.”
Nou, eigenlijk heeft Hesiodus het helemaal niet over ‘eeuwen’, hij gebruikt de term γένος (genos), wat zoiets als “soort” betekent. Het eerste mensensoort was dus volgens Hesiodus van goud, het volgende van zilver etc. Dat is natuurlijk een beetje gek, en daarom liet Plato (in de ‘Cratylus’) Socrates uitleggen dat Hesiodus met z’n ‘gouden soort’ mensen ‘goede en edele’ mensen bedoelt.
Bij zowel Hesiodus als Plato is het dus allereerst een typologie van mensen.
Ik realiseer me nu ten volle dat er over twee totaal verschillende ‘Gouden Eeuwen’ wordt gepraat in bovenstaande 57 reacties. Jona maakt dat wel duidelijk in zijn eerste stukje (1. is Hesiodus, 2. is Amsterdam Museum), maar de overige respondenten lappen het onderscheid aan hun laars en stellen niet vast waarover ze het eigenlijk hebben.
En die Crash Course over Golden Age heeft natuurlijk helemaal gelijk: het is ervan afhankelijk door welke lens je naar de geschiedenis kijkt!