De grootste geleerde van Nederland

Scaliger (Museum Martena, Franeker)

Sommigen zullen StevinHuygens, Boerhave, Van der Waals of Brouwer de grootste geleerde noemen die ooit in Nederland leefde, maar ik denk eerlijk gezegd dat de totaal vergeten Joseph Justus Scaliger (1540-1609) nog net een tikje belangrijker was.

Zijn oeuvre is, net als dat van de apostel Paulus, te vergelijken met een tijdbom: in beide gevallen gaat het om ogenschijnlijk eenvoudige innovaties die pas na enige tijd leidden tot een explosie van vrijheid. In het geval van Paulus gaat het om de simpele constatering dat alle christenen onderling gelijk moeten zijn, een constatering die in de christelijke tijd steeds weer werd herhaald en eerst leidde tot verbetering van de positie van slaven en uiteindelijk tot het einde van de slavernij. De Leidse geleerde Scaliger hield zich bezig met de chronologie van de Oudheid, maakte een einde aan het autoriteitsgeloof en ontketende de secularisering van het wereldbeeld.

Chronologie als probleem

Het probleem was al een kleine eeuw oud toen Scaliger zich ermee begon bezig te houden. Het was ontstaan toen de Renaissance-geleerde Giovanni Nanni een reeks teksten uit de Oudheid had gepubliceerd, die alle het gelijk van de Bijbel bevestigden en (met één uitzondering) alle vervalst zouden blijken te zijn. De hele zestiende eeuw zocht men naar criteria om kaf en koren te scheiden, en één instrument was de inconsistente chronologie van Nanni’s materiaal.

Dit dwong de onderzoekers van die tijd de systemen te doorgronden waarmee de volken van weleer de tijd hadden geregistreerd. Zolang oude auteurs jaren ‘na Christus’ gebruikten, ondervonden de zestiende-eeuwse geleerden weinig moeilijkheden, maar de periode daarvóór was lastiger. Het probleem werd bovendien gecompliceerd doordat er allerlei getalspeculaties bestonden over de terugkeer van Christus. De gedachte was dat de Bijbel, vooral Daniël 9, een code bevatte om het einde der tijden te berekenen. Scaliger, die de historische chronologie definitief doorgrondde, viel op doordat hij zich van deze vorm van maatschappelijke relevantie niets aantrok: hij wilde sec weten hoe de chronologie van de Oudheid was en bekommerde zich daarbij niet om de wederkomst van Christus.

Het gezag van de Bijbel

De preciezere dateringen vormden een belangrijke verbetering van onze kennis van de Oudheid, maar er is meer aan de hand. De lijst van farao’s die de Egyptische priester Manethon had opgesteld, was namelijk wel heel erg lang en liet zich moeilijk harmoniseren met de informatie uit de Bijbel. Er zouden bijvoorbeeld al farao’s zijn geweest vóór de Zondvloed, en hoewel dat op zich niet kon worden uitgesloten, was het wel vreemd dat de Egyptenaren geen enkele herinnering bewaarden aan deze ramp en in plaats daarvan dachten dat de reeks van koningen ononderbroken was. Scaliger concludeerde dat de autoriteit van de Bijbel, die hij voor geloofszaken accepteerde, zich beperkte tot religie. In zijn beroemde brief aan Christina van Lotharingen uit 1615 zou Galilei, die het oeuvre van Scaliger natuurlijk kende, dit standpunt overnemen.

Scaligers boeken, De emendatione temporum (1583) en de Thesaurus temporum (1606), zijn tegenwoordig nagenoeg onleesbaar, maar ze veranderden de wereld. Het idee dat de Bijbel niet op alle terreinen het laatste woord vormde, markeert niets minder dan het begin van wat is getypeerd als ‘de secularisering van ons wereldbeeld’ en ‘de radicale Verlichting’. Veel invloedrijker kunnen wetenschappelijke resultaten niet zijn. Zo beschouwd is Scaliger de grootste geleerde die ooit in Nederland leefde.

Deel dit:

3 gedachtes over “De grootste geleerde van Nederland

    1. Monaldi en Sorti weten niet waarover ze het hebben. Ik heb het boek in Handelsblad gerecenseerd; daar is punt voor punt te vinden wat ze niet begrijpen. De belangrijkste redenatiefout is dat waar een vervalsing mogelijk is, ze aannemen dat die ook heeft plaatsgevonden. Ze verwarren het potentiële dus met het feitelijke.

      Verder houden ze alle bewijsmateriaal weg dat hun ongelijk zou kunnen bewijzen. Papyri? Daar staan maar enkele woorden op (wat gewoon onwaar is). Kleitabletten? Die noemen we niet (want ze zijn astronomisch dateerbaar). Koolstof-14 en dendrochronologie? Daar zijn problemen mee (maar daarmee zijn de methodes alleen in specifieke gevallen lastig, als geheel zijn ze keurig bevestigd).

      Het echte probleem is natuurlijk dat dit soort kul geloofwaardig kan lijken doordat oudhistorici zelf hun werkzaamheden niet uitleggen. Ze denken ermee te kunnen volstaan dat ze boekjes publiceren met wat feiten, maar leggen hun methoden niet uit. Daarmee laten ze juist wat geïnteresseerdere en hoger opgeleide lezers onbevredigd achter. Die worden steeds kritischer, omdat ze het wetenschappelijke van de geschiedvorsing niet herkennen.

      Samenvatting hier: http://www.nrc.nl/boeken/2011/09/10/delirium-absurdum/ ; en daarvandaan zul je moeten doorlinken naar de betaalsite. Het is niet anders.

Reacties zijn gesloten.