Het oudst-bekende verhaal van de wereld (5)

Een schorpioenman (British Museum, Londen; voor volwassenen is er deze afbeelding)

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen; morgen rond ik af. Het eerste deel was hier.]

Enkidu, de beste vriend van koning Gilgameš van Uruk, was overleden. Hij was er gewoon niet meer. Nooit zou Gilgameš meer lachen om grapjes over scharnieren van cederhout. Nooit zouden ze meer samen eten, samen een biertje drinken, samen door de stad wandelen, samen op jacht gaan. Ruzie hadden ze niet meer gehad sinds hun eerste ontmoeting, maar Gilgameš zou nog liever ruzie hebben met een levende Enkidu dan dat Enkidu er niet meer was.

Niet alleen was Gilgameš  ontroostbaar, hij was ook angstig. Voor het eerst in zijn leven was de machtige, sterke, stoere koning… bang. Toen hij had gevochten met Humbaba en de Hemelstier had hij niet geweten wat angst was, maar nu ineens begreep hij dat hij zelf ook een keer dood zou gaan en er niet meer zou zijn. Hij sprak erover met zijn moeder Ninsun, de godin van de buffels, maar die kon hem niet troosten: “Alleen de goden en de godinnen gaan nooit dood,” zei ze. “Die leven eeuwig. Mensen moeten sterven, allemaal.”

Gilgameš hoorde het. “Ik wil ook onsterfelijk zijn,” antwoordde hij.

“Wees nou verstandig,” zei Ninsun. “Je weet dat het onmogelijk is.”

“Dat zullen we nog wel eens zien,” zei Gilgameš. “Iedereen zei dat we Humbaba en de Hemelstier niet konden verslaan en dat lukte toch ook?”

Hij ging de stad uit, naar de wildernis, om alleen te zijn en na te denken. Op het kleitablet met het verhaal van Gilgameš staat niet hoe lang hij alleen wilde zijn, maar wel dat hij in de tussentijd joeg op leeuwen. Want sterk was hij nog steeds.

En terwijl hij daar was, begreep hij ineens wat hij moest doen. Lang geleden, moet je weten, was er een enorme overstroming geweest. De hele wereld had onder water gestaan en er waren maar een paar mensen die dat hadden overleefd. Dat waren Ut-Napištim en zijn vrouw Emzara. Zij waren onsterfelijk geworden. Gilgameš wist niet waarom en hoe, maar als er iemand was die hem kon helpen nooit dood te gaan, moesten het Ut-Napištim en Emzara wel zijn.

En dus ging Gilgameš op weg naar de enigen die de Grote Overstroming hadden overleefd. Het was een lange, lange reis. Langs de rivier, over het land, over de zee en weer over het land.

Vroeger wisten de mensen nog niet dat de aarde een bol was. Ze meenden dat de aarde een platte schijf was met op de rand bergen en een poort waardoor de zon opkwam en onderging. De mensen die het verhaal van Gilgameš hebben opgeschreven, dachten dat Gilgameš bij die poort was aangekomen. Die werd bewaakt door twee schorpioenmensen. Hierboven zag je een plaatje van hoe die eruit zagen.

Gilgameš maakte een praatje met ze en ze vertelden hem dat Ut-Napištim en Emzara achter de bergen woonden. Maar ze waarschuwden hem ook: Gilgameš kon wel door de poort en daarna door een tunnel zonder licht, maar hij moest dan wel goed oppassen, want als hij te lang in de tunnel was, zou de opkomende zon hem tegemoet komen en dan verbrandde hij. Snel rende Gilgameš door de donkere tunnel en hij kwam net op tijd aan de andere kant.

Hij was nu voorbij de rand van de aarde en eigenlijk was hier alles omgekeerd aan de normale wereld. Er was bijvoorbeeld een mooie tuin maar aan de bomen hingen geen vruchten die je kon eten maar juwelen, waar je natuurlijk je tanden niet zomaar in kunt zetten. Gilgameš liep gauw door de tuin tot hij bij weer een zee kwam. Het strand was totaal verlaten, leeg en toch was daar een herberg. Opnieuw de omgekeerde wereld, want meestal begin je een hotel of café toch op een plek waar je veel klanten krijgt. Maar dit was een restaurant aan het einde van het universum. Er was ook een veerman, maar de roeiers van zijn veerpont waren niet levend maar dood en van steen. En ook de zee zelf, die toch altijd beweegt, leek wel dood te zijn.

De veerman zette Gilgameš over en zo kwam hij aan op het eiland waar Ut-Napištim en Emzara woonden, de enige mensen die ooit onsterfelijk waren geworden.

Zo moet Ut-Napištim eruit hebben gezien (Pergamonmuseum, Berlijn; voor volwassenen is er deze afbeelding)

[Morgen meer; dank aan Kees Huyser voor de beeldbewerking. De naam Emzara is niet overgeleverd in het Epos van Gilgameš maar ik wilde mevrouw toch uit de anonimiteit redden, dus ik heb de naam genomen van de echtgenote van Noach (Jubileeën 4.33).]

Deel dit:

8 gedachtes over “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (5)

    1. Marcel Meijer Hof

      Toen het Java-eiland in Amsterdam nog in hergebruik was bij kunstenaars en kreatievelingen was in een grote oude personeelskantine nabij de westelijke punt een heel fijn restaurant, waar tegen billijke prijzen gezond voedsel werd verstrekt. Heel treffend zo op een puntje van het aan die zijde des avonds geheel verlaten eiland heette ook dit « Het Einde van de Wereld ». Een wonderwel fijne samenwerking tussen wisselende koks van zeer diverse herkomst, toegewijde keukenhulpen van velerlei kunne en instant-afwassers en -opruimers die vrij werden gehouden.
      Uniek, dit wekelijks mini-universum, dat het verdient hier voor de eeuwigheid bewaard te blijven. Legendarisch de avond waarin de verzamelde clientèle elkaar en het personeel te lijf ging met een regen van gevouwen papieren vliegtuigjes …
      Mogelijk is dit alles geïnspireerd geweest op The Hitchhikers Guide to the Galaxy.

      Het is niet uitgesloten dat mevrouw Alice Richter Roegholt hier meer van weet te verhalen.

  1. wilfrieddierick

    “Maar ze waarschuwden hem ook: ‘Gilgamesj, luister! Je kunt wel door die poort gaan en dan ook nog door de tunnel zonder licht. Maar je moet wel heel goed oppassen, want als je te lang in die tunnel bent dan komt de zon je tegemoet en dan verbrand je!’ “

  2. Amber vond het een spannend verhaal. En Astrid (dochter) gaat het op school vertellen in groep 6, 7 en 8. Dank je wel dus!!

  3. Je schrijft: “De mensen die het verhaal van Gilgamesj hebben opgeschreven, dachten dat Gilgamesj bij die poort was aangekomen”. Was dat dan niet zo? Daar maakte hij toch een praatje met die twee schorpioenmensen..

  4. Opa

    Ik geniet er van, ben ruim over de 8 jaar trouwens, en heb het verhaal al eens eerder gelezen en gehoord toch niet op deze manier.
    Ben benieuwd wat de muizen er van vinden.

Reacties zijn gesloten.