Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn

De Istharpoort uit Babylon (Pergamonmuseum, Berlijn)

Het mag met de zorg voor het goede, schone en ware in het land van denkers en dichters beter zijn gesteld dan in de roofstaat tussen Oostfriesland en de Schelde, ook in Duitsland slaat men de plank weleens mis. Het Pergamonmuseum in Berlijn, zeg maar het archeologisch museum met de vondsten uit het voormalige Ottomaanse Rijk, gaat later dit jaar dicht. Dat doet pijn.

Verbouwing

De opgegeven reden is dat het gebouw grondig moet worden verbouwd. Dat zal best waar zijn. Ik was er vandaag en het viel me op hoe slecht het was geventileerd. Men beweert dat het museum in 2037 weer heropent. Ook dat zal best waar zijn, althans in de zin dat zulks wel ergens op papier zal staan. Verder schermt men ermee dat het Pergamon-altaar al eerder weer te zien zal zijn. Dat zal ook wel waar zijn, maar het is zoiets als zeggen dat het Planetarium van Eise Eisinga tot 2037 dicht is maar dat het zaaltje met de sterrenkundige instrumenten snel weer open is.

Lees verder “Gaat dicht: het Pergamonmuseum in Berlijn”

Het Uruk-fenomeen

Vrouwenportret uit Uruk (Nationaal Museum van Irak, Bagdad)

Eén reden waarom de opgraving van Uruk interessant is, is wetenschapshistorisch. Zoals ik al eens heb beschreven, deden archeologen in de jaren twintig van de vorige eeuw op drie plaatsen in Zuid-Irak onderzoek. In Tell al-‘Ubaid en in de onderste lagen van het daarnaast gelegen Ur vond de Britse onderzoeker Leonard Woolley ietwat groenige, beschilderde scherven, gemaakt zonder draaischijf. Ruim 250 kilometer verderop groef het Amerikaans-Britse team van Stephen Langdon in Jemdet Nasr bruinig, geometrisch gedecoreerd aardewerk op, gemaakt op een draaitafel. En dan was er de Duitser Arnold Nöldeke, die in Uruk opvallend primitief, draaitafelgemaakt aardewerk had gevonden. Je zou verwachten dat dit primitieve aardewerk het oudst was, maar het was op een draaitafel gemaakt. Dat zou betekenen dat ze in ‘Ubaid iets waren verleerd dat ze in Jemdet Nasr hadden onthouden. Dat was vreemd.

Om het op te lossen, liet Nöldeke in Uruk een diepe put graven om alle bewoningslagen te analyseren. Het bleek dat hij op de diepste strata ‘Ubaid-aardewerk vond, dat wij nu in het vijfde millennium v.Chr. dateren, dat daarop het Uruk-aardewerk volgde, dat wij in het vierde millennium plaatsen, en dat in de hoogste bewoningslagen Jemdet Nasr-aardewerk was gebruikt, dat wij dateren rond 3000 v.Chr. Dit resultaat overtuigde iedereen toen de archeologen in 1929 in Leiden een symposium belegden om de kwestie te bespreken. Voor het eerst beschikten archeologen over een betrouwbare chronologie van de laatste fase van de Prehistorie. Eindelijk had men vat op de tijd waarin de eerste steden zijn ontstaan.

Lees verder “Het Uruk-fenomeen”

Zes kerstmisgasten

Met kerstmis vertelt u uw ouders dat u bij uw schoonfamilie bent en u zegt uw schoonouders dat u bij uw ouders dineert. Aangezien de krant vol staat met gemakzuchtige jaaroverzichten en de TV dit jaar voor de vijfenzestigste keer Sissi vertoont – het dertiende lustrum – hoeft u slechts de telefoon uit te doen om te genieten van een goed boek. Zo heeft u elk jaar rustige feestdagen gehad.

Maar nu wil het kabinet dus, als ik het goed begrijp, dat u zes gasten ontvangt.

Om u te helpen stel ik u er zes voor waarmee u én uw broodnodige rust hebt én het kabinet ter wille bent.

Lees verder “Zes kerstmisgasten”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (7)

Reliëf uit Khorsabad van een heldhaftige figuur, vaak geïdentificeerd met Gilgameš (Louvre, Parijs; voor volwassenen is er deze afbeelding)

[Voor het laatst is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog niet kennen. Het staat u vrij het verhaal voor te lezen aan een achtjarige. Het eerste deel was hier.]

Gilgameš had gehoopt dat Ut-Napištim en Emzara hem hadden kunnen vertellen hoe ook hij onsterfelijk had kunnen worden, maar dat was op niets uitgelopen. Hij begreep dat hij voor niets helemaal was gereisd tot voorbij de randen van de aarde. Maar toch – hij wilde zo graag onsterfelijk zijn.

Ut-Napištim probeerde hem nog één keer uit te leggen dat ook hij, de machtige koning van Uruk, ooit zou sterven. “Weet je wat?” zei Ut-Napištim, “Dood zijn is een beetje zoals slapen. Probeer eens of je zeven dagen en zes nachten wakker kunt blijven. Dan ontdek je wel dat onsterfelijk zijn zo eenvoudig niet is.”

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (7)”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (6)

Een mudhif, een gastenhuis, zoals de “Moeras-Arabieren” al eeuwen bouwen.

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen. Het eerste deel was hier.]

Toen zijn vriend Enkidu was overleden, was koning Gilgameš van Uruk bang geworden dat hij ook dood zou gaan. Dus ging hij op zoek naar de enige mensen die ooit onsterfelijk waren geworden, Ut-Napištim en Emzara. Zij hadden lang geleden de Grote Overstroming overleefd en woonden sindsdien voorbij de rand van de wereld. Misschien ontvingen ze Gilgameš in een huis zoals hierboven, gemaakt van riet. Zulke gastenhuizen maakten ze in Irak vroeger en nu nog altijd.

Ut-Napištim vertelde aan Gilgameš dat de goden op een kwade dag hadden besloten de wereld onder water te zetten. De allereerste mensen hadden allemaal slechte dingen gedaan en daarom hadden de goden besloten dat ze opnieuw wilden beginnen, zonder de slechte mensen. De goden spraken af dat ze het geen mens zouden zeggen.

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (6)”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (5)

Een schorpioenman (British Museum, Londen; voor volwassenen is er deze afbeelding)

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen; morgen rond ik af. Het eerste deel was hier.]

Enkidu, de beste vriend van koning Gilgameš van Uruk, was overleden. Hij was er gewoon niet meer. Nooit zou Gilgameš meer lachen om grapjes over scharnieren van cederhout. Nooit zouden ze meer samen eten, samen een biertje drinken, samen door de stad wandelen, samen op jacht gaan. Ruzie hadden ze niet meer gehad sinds hun eerste ontmoeting, maar Gilgameš zou nog liever ruzie hebben met een levende Enkidu dan dat Enkidu er niet meer was.

Niet alleen was Gilgameš  ontroostbaar, hij was ook angstig. Voor het eerst in zijn leven was de machtige, sterke, stoere koning… bang. Toen hij had gevochten met Humbaba en de Hemelstier had hij niet geweten wat angst was, maar nu ineens begreep hij dat hij zelf ook een keer dood zou gaan en er niet meer zou zijn. Hij sprak erover met zijn moeder Ninsun, de godin van de buffels, maar die kon hem niet troosten: “Alleen de goden en de godinnen gaan nooit dood,” zei ze. “Die leven eeuwig. Mensen moeten sterven, allemaal.”

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (5)”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (4)

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen; zondag rond ik af. Het eerste deel was hier.]

Nadat ze de cederbomen hadden omgehakt en een vlot hadden gemaakt, voeren koning Gilgameš en zijn vriend Enkidu weer terug naar de stad Uruk. Enkidu stond aan het roer en Gilgameš stond vooraan, met het hoofd van Humbaba. Het was een enorme reis: als je de landkaart pakt, zie je dat ze begonnen in het land dat nu Libanon heet en dat ze toen eerst naar het noorden voeren, door Syrië, dat ze daarna het vlot en de bomen over het land moesten dragen door wat nu Turkije heet, dat ze toen de rivier de Eufraat bereikten en daarover verder gingen, opnieuw door Syrië en toen nog een stuk door Irak. De Eufraat stroomde langs Uruk, dus ze hoefden het vlot en de bomen niet nog een keer op hun schouders mee te dragen.

Toen ze in Uruk kwamen, was iedereen blij, vooral Ninsun, de buffelgodin die ook de moeder was van Gilgameš. Van het hout maakten ze mooie kamers in het paleis. Alle mensen keken naar Gilgameš en Enkidu en dachten: “Wat een stoere mannen zijn dat, dat ze zo ver hebben gereisd, een monster hebben verslagen en het beste hout van de wereld naar onze stad hebben gebracht.” En het waren niet alleen mensen die vol bewondering keken naar de twee vrienden.

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (4)”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (3)

Een Libanese cederboom in de winter

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen; zondag rond ik af. Het eerste deel was hier.]

Koning Gilgameš en Enkidu waren de beste vrienden. En zoals ze zeggen: ze haalden het beste uit elkaar naar boven. Het meisje dat Gilgameš naar Enkidu had gestuurd, had ervoor gezorgd dat hij geen beestmens meer was, maar iemand die met andere mensen kon wonen in de stad. En Enkidu zorgde ervoor dat Gilgameš niet meer iedereen aanviel, want als Gilgameš dat zou doen, dan zou Enkidu hem wel een paar stevige klappen geven, koning of niet.

Op een dag besloten de twee vrienden dat ze eens iets bijzonders moesten gaan doen, zodat iedereen zou weten wie ze waren. Al gauw hadden ze bedacht dat ze op reis zouden gaan naar het woud waar de cederbomen groeien. Net als de stad Uruk, waar Gilgameš koning was, bestaat het cederwoud echt. Het heet tegenwoordig Libanon. Hierboven zie je een foto van zo’n ceder. Het hout van die bomen ruikt veel lekkerder en is veel sterker dan dat van gewone bomen. Als je vroeger een mooi paleis wilde bouwen, gebruikte je cederhout omdat je daarmee veel grotere kamers kon maken.

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (3)”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (2)

Uruk, de stad van Gilgameš

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen; zondag rond ik af. Het eerste deel was hier.]

In het zuiden van Irak lag een grote stad. Die heette Uruk. Nog nooit was er een plek geweest waar zoveel mensen bij elkaar woonden. Dat kun je tegenwoordig nauwelijks voorstellen want er is eigenlijk niets meer van Uruk over. Hierboven heb je een foto: stof en zand. Ik denk dat over vijfduizend jaar ook van Amsterdam of Antwerpen niet zoveel meer over zal zijn.

In het paleis van Uruk woonde koning Gilgameš. Zijn moeder was de godin Ninsun, de godin die de waterbuffels beschermde, en Gilgameš was dan ook zo sterk als een buffelstier. Als het oorlog was, liep hij voor de soldaten uit om als eerste op de vijand af te gaan; als het leger terug marcheerde naar Uruk, liep hij achteraan om zijn soldaten te beschermen. Vechten kon hij dus als de beste, maar helaas deed hij dat ook in de stad zelf. Hij sloeg de mannen, hij viel de vrouwen lastig. En niemand kon er wat aan doen, want Gilgameš was heel sterk en hij was de koning.

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (2)”

Het oudst-bekende verhaal van de wereld (1)

De rivieren Tigris (links) en Eufraat (rechts) komen samen

[Voor de vaste bezoekers van deze blog: vandaag zijn jullie even niet aan de beurt, maar is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog nooit hebben gehoord. Daar moet verandering in komen. Het staat u natuurlijk vrij een achtjarige voor te lezen.]

Toen je opa en oma werden geboren, had je nog geen tablets, geen computers en geen televisie. Je opa en oma hebben meegemaakt dat die werden uitgevonden. De opa en oma van je opa en oma hebben de eerste vliegtuigen zien vliegen. En de opa en oma van de opa en oma van je opa en oma hebben de eerste fietsen en treinen zien rijden. Alle dingen zijn een keer voor het eerst bedacht.

Dus heel, heel lang geleden was er eigenlijk nog niets uitgevonden. De oermensen woonden in grotten, want ze hadden nog geen huizen. Ze gingen op jacht, maar veel meer dan stokken en netten hadden ze niet. Maar ze waren wel slim en ontdekten de dingen één voor één. Ze leerden hoe ze wilde geiten en koeien moesten temmen. Ze bedachten dat je boer kon worden en een boerderijtje kon bouwen. Ze leerden potten bakken en weven. Ze ontdekten hoe je kaas en wijn kon maken en ze ontdekten het wiel en de ploeg. Ze gingen dingen ruilen met andere mensen: “Als ik van jou vier vissen krijg, krijg je van mij een stuk kaas.”

Lees verder “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (1)”