Jarenlang bezat ik een Engelse vertaling van de Japanse klassieker The Pillow Book waaruit ik regelmatig stukjes las, maar die Britse pocket viel langzamerhand uit elkaar. Toen in 2018 een Nederlandse vertaling verscheen, heb ik die meteen gekocht: Sei Shonagon, Het hoofdkussenboek. Over de nauwkeurigheid van de vertaling kan ik niet beoordelen, maar het Nederlands leest erg prettig. Uit een vergelijking met de Engelse vertaling blijkt dat de Belgische vertaler Jos Vos (1960) in voetnoten vaak een betere uitleg geeft bij passages. Daarvoor had hij jaren besteed aan de integrale vertaling van een ander klassiek Japans meesterwerk Het verhaal van Genji uit dezelfde periode en geschreven door de schrijfster Murasaki Shikibu.
Sei Shonagon leefde ongeveer tussen 966 en 1017. Ze was de dochter van een provinciegouverneur, een niet erg hoge ambtelijke rang. Ze was in dienst van keizerin Teishi tussen ongeveer 993 en 1000. De vertaler merkt op dat Het Hoofdkussenboek getuigt van een hoogst elegante levensstijl maar dat de houten gebouwen bijna ‘spartaans’ waren en in de winter verschrikkelijk koud. Bovendien was het overheersende dieet zo karig dat zelfs de adel last had van ondervoeding. Geen wonder dat Het Hoofdkussenboek (…) niet een lijstje bevat van ‘dingen die lekker zijn om te eten’, merkt de vertaler op.
Waarom zou iemand de observaties willen lezen van een Japanse hofdame aan het voor ons vreemde keizerlijke hof? Het boeiende aan het vreemde is dat het vreemd is. En het is verbluffend hoe goed we sommige van haar opmerkingen van duizend jaar geleden nog kunnen herkennen. In het lijstje “Dingen die veronachtzaamd worden” vermeldt ze “Voorbereidingen voor iets dat in de verre toekomst ligt”.
Niet alle opmerkingen zijn zonder toelichting goed te plaatsen. In het lijstje “Ontmoedigende dingen” noemt ze: “Een geleerde die het ene dochtertje na het andere krijgt.” Hier geeft de vertaler een voetnoot:
Geleerdheid (in de eerste plaats: het bestuderen van de Chinese Klassieken) was [alleen] weggelegd voor jongens.
Natuurlijk kan Sei Shonagon niet gezien worden als een moderne vrouw die weet wat ze wil. Wat ze wilde en mocht werd ingeperkt door de hiërarchische figuraties aan het toenmalige Japanse hof. Haar kennis en culturele smaak werden daar mede door bepaald. Ons moderne leven wordt weer door andere netwerken ingeperkt.
Het Hoofdkussenboek biedt geen doorlopend verhaal. Het zijn losse invallen en observaties, vaak in de vorm van lijstjes, over wat Sei Shonagon zoal bezighield: rituelen, spelletjes, feestdagen gedichtjes en ook minnaars. Maar verwacht geen erotiek. Ik zal enkele voorbeelden citeren zodat u weet wat u kunt verwachten.
Enkele onuitstaanbare dingen
Een doodsaai iemand die er maar op los tatert, lachend als een idioot.
Al even onuitstaanbaar vind ik degenen die andere benijden, klagen over hun lot, het fijne willen weten over de kleinste onnozelheden en anderen zwartmaken als ze niets prijsgeven.
Een man die je op een totaal ongeschikte plek hebt verstopt, en die begint te snurken.
Je gaat doodmoe naar bed. Een mug meldt zich aan met dat dunne, zeurderige stemmetje van hem (…). Je voelt zelfs het zuchtje dat wordt opgewekt door zijn vleugels – dat is pas echt onuitstaanbaar!
Dingen waarvan je hart sneller gaat kloppen
Een plek voorbijlopen waar kleine kinderen zitten te spelen.
Op een avond waarop je een bezoeker verwacht, springt je hart al op door het gekletter van regen en het gerammel van de wind.
Plat praten
Van alle gebreken die je je kunt indenken is er niets ontluisterender dan een vrouw of man die plat blijkt te praten. Hoe is het toch mogelijk dat een specifieke woordkeuze op ons overkomt als verfijnd of vulgair? De eerste zin kunnen we afdoen als snobistisch, maar de tweede zin is nog steeds actueel. De Franse socioloog Pierre Bourdieu heeft er in 1979 het omvangrijke La distinction over geschreven. Taalgebruik is een middel om zich te onderscheiden van anderen, legt hij uit.
Over de jaren ben ik gesteld geraakt op de kieskeurige Sei Shonagon van duizend jaar geleden. Het valt niet te ontkennen dat ze ook snobistisch en irritant kan overkomen. Alleen al het feit dat we die eigenschappen bij haar herkennen maakt haar menselijk, want zulke nare karaktereigenschappen hebben we tegenwoordig bij mensen ook snel door.
U kunt de titel letterlijk nemen (de betekenis is eigenlijk onduidelijk) en voor het slapen enkele willekeurige bladzijden lezen. Slow reading biedt veel leesplezier bij dit boek.
PS
Ter vergelijking is het misschien aardig om de Memoires van Saint-Simon te lezen (Nederlandse selectie en vertaling 1996). Hij was een hoveling aan het hof van Lodewijk XIV in Versailles en biedt scherpe observaties over het hofleven aldaar, maar de vaak boosaardige toon van het boek verschilt sterk van Het Hoofdkussenboek.
- Sei Shonagon, Het hoofdkussenboek (€17,50)
[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging Huibert Schijf voor de negende keer in. Bedankt Huibert!]
Sinds ik als jongetje een foto-agenda van de firma F. [in foto-werk] cadeau kreeg met daarin ruim 52 eersteklas kleurenfoto’s van modern en traditioneel Japan, is het land de de cultuur mij blijven fascineren. Het vreemde boeit omdat het vreemd is, een zeer juiste opmerking.
De manier waarop ook het alledaagse gestileerd en met aandacht wordt vormgegeven. De uitgebalanceerde schoonheid in kunst en handwerk tonen een niet vaak geëvenaard hoog niveau en technische perfectie. Wanneer je je verdiept in zo’n detail als houtverbindingen, en gaan een onvermoede wereld voor je open. De toewijding en discipline bij de Martial Arts zijn ook een treffend voorbeeld.
Het verhaal van Prins Genji wordt in Japan vereert als een waar meesterwerk – eveneens geschreven door een vrouw, naar men aanneemt.
Ooit kreeg ik een juwelenkistje in Japans lakwerk*) met een speelwerk. Het doosje hoeft niet te worden afgesloten; zolang de veer opgewonden is kun je het niet te openen zonder dat dit hoorbaar is.
*) giftig, zolang niet droog. Sommige stukken [vulpennen] vergen meerdere maanden tot een jaar.
Dank voor deze bijdrage.
Bijzonder, dat Japanse geleerden zich op de eerste plaats bezig hielden met het bestuderen van de Chinese klassieken. Ik weet heel weinig van de (oude) Japanse geschiedenis, maar hieruit maak ik op dat invloed van China heel groot was.
Verscheidene citaten zijn erg geestig.
Ha, het boek is vandaag aangekomen :-). Het is inderdaad een verbazingwekkende vertaling, zeker als ik het vergelijk met de vertalingen uit het Klassiek Chinees van Wilt Idema die ik las tijdens mijn studie Sinologie (1). Heb ook gelijk Het verhaal van GENJI besteld, de eerste drie heruitgegeven delen, en het vierde gereserveerd.
Maar… Het Hoofdkussenboek heeft de noten als voetnoten, net zoals Stile Sneeuwval, zodat je zonder bladeren de culturele achtergrond als een soort ondertiteling erbij krijgt. Deze uitgave van Genji heeft _eindnoten_. Dat is niet zo mooi…
Voetnoten.
(1) Speciaal voor Jona. Toen in in 1988 of 1989 Sinologie ging studeren in Leiden was Japans en Klassiek Japans net als onderdeel van de studie geschrapt. Wij eerstejaars waren bijzonder verontwaardigd en ik besloot gelijk in de — hoe heette dat ook alweer? studiecommissie? — te gaan, waar studenten en docenten overlegden over het programma. Maar Japans kwam er niet meer in. Daar was geen tijd meer voor.
Ja, dat laatste is o zo herkenbaar. Je bent al aan het studeren, hebt schulden gemaakt, en dan schaffen ze het af. En gewoon “sorry” zeggen, wat toch het minste is als je een toezegging niet kunt nakomen, dat gebeurde nooit.