Even een heel kort stukje. Antieke bronnen worden al sinds jaar en dag in het Nederlands vertaald. Classici hebben daarbij duidelijke vormen, ontstaan in de gymnasiale praktijk. Hun vertalingen waren bedoeld voor mensen die al veel van de antieke wereld wisten. Daarom legden en leggen vertalers vrij weinig uit.
Degenen die oosterse teksten moeten ontsluiten, moeten veel meer uitleggen over de oude wereld. Dat levert interessante boeken op, zoals we zien in de zevenentwintigste aflevering in de bloedstollende reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”.
Enuma Elisj is nog tweedehands verkrijgbaar, maar aan de prijs. Bij Bol.com € 50, en bij De Slegte € 35 (nog 2 exemplaren).
Is het niet wat snel om te veronderstellen dat de Grieken zo veel van hun mythologie aan het tweestromenland hebben ontleend? Moet je voor zo’n veronderstelling niet ook een gedachte hebben over hoe en wanneer dan het contact gelegd is? Schrijft b.v. Mineke Schipper, die veel onderzoek naar scheppingsmythen heeft gedaan, hier iets over?
Het deed me denken aan de opvatting dat de Egyptenaren in Midden-Amerika geweest moeten zijn, omdat ze daar ook piramides bouwden.
Dat contact dat je noemt: dat is dus het springende punt in de discussie over de DNA-revolutie. Willen we vermijden dat “anything goes” nu we weten dat mensen en ideeën mobieler waren dan gedacht, dan moeten we de routes als uitgangspunt nemen van de analyse.
Als ik de laatste tijd wat gedeprimeerd ben over de toekomst van mijn vak, dan is het omdat ik geen initiatieven zie in deze richting.
Een leuk voorbeeld van hoe vruchtbaar een route als uitgangspunt kan zijn is Cat Jarman, River Kings. A new history of the Vikings from Scandinavia to the Silk Road (2021). De Noorse Cat Jarman (1982) is een bio-archeologe, ze studeerde in Oslo en specialiseerde zich op de geschiedenis van Vikingen en forensische technieken. In haar geboortejaar werd in het dorpje Repton (Derbyshire, Engeland) een massagraf van Vikingen opgegraven. Vele jaren later begint Jarman aan haar onderzoek naar de botten waarbij DNA en misschien nog wel meer isotopenonderzoek van groot belang is. Ze geeft veel uitleg. River Kings gaat vooral over handelaren die vanuit de Baltische landen via rivieren in Rusland naar het Zuiden reizen, tot aan de Byzantijnse hoofdstad Constantinopel.
Het leuke aan dit boek is dat we een forensisch archeoloog met een spannend onderwerp aan het werk zien. Ze is betrokken bij nieuwe analyses van bestaand materiaal, speculeert, wikt en weegt en moet soms concluderen dat het toch niet is bewezen. Of en toe geeft ze persoonlijke anekdotes. En ze neemt de lezer mee op een speurtocht langs een route van het Zweedse Gotland waar vele goudschatten bestaande uit Arabische munten zijn gevonden. In de Byzantijnse Hagia Sophia blijken krassen van Runenschrift te bestaan. Bij haar speurtocht volgt ze consequent de vraag hoe een kleine kraal gemaakt van een mineraal dat toen alleen in India werd gevonden, bij de Vikingen in Engeland terecht kan zijn gekomen. Ze geeft een overtuigend antwoord. Een route en een duidelijke probleemstelling. Wat wil een lezer nog meer.
Dat de Vikingen actief waren op veel handelsroutes is niet nieuw. Dat er veel vervoer van mensen waaronder veel slaven in de klassieke mediterrane wereld was ook niet. Dat is waarom ik een indruk heb dat de DNA-Revolutie alles op los schroeven zou zetten nog weleens kon tegenvallen. Maar wie ben ik.
Het boek River Kings heb ik zien liggen, maar er verschijnen wel erg veel Vikingstudies de laatse jaren, vorig jaar nog een dik boek dat ik ook nog moet doornemen (tsundoku, u weet wel).
Ja, daar had u het in een andere reactie over, en ik had ongeveer dezelfde opmerking.
Ik heb ook het gevoel dat de DNA- Revolutie bevestigt wat men al wist. Maar goed, ik ben geen historica, ik zal me wel vergissen.
Als we maar lang genoeg teruggaan zijn we allemaal afkomstig uit Oost-Afrika, dus ja, het idee dat de mensheid vroeger mobiel was is inderdaad niet zo wereldschokkend als Jona het presenteert. Maar toch, het blijft natuurlijk fascinerend om steeds meer te ontdekken over hoe dat in z’n werk ging en het zet inderdaad dat idee van een tegenstelling tussen Oost en West (zie het filmpje van gisteren) op losse schroeven.
Die tegenstelling staat allang op losse schroeven in mijn boeken van Martin West en Walter Burkert (o.a.)
Even goed is bevestiging ook zeer bevredigend voor Oud-Historici (denk ik) en als er meer duidelijkheid zou ontstaan over de reisroutes zullen die historici er natuurlijk blij mee zijn.
U hebt gelijk: die tegenstelling is allang op losse schroeven. De geschiedwetenschap schrijdt gewoon verder. Het probleem is dat de tegenstelling door types als Tom Holland en Paul Cartledge is geherintroduceerd. Classici weten te weinig van geschiedenis.
Het omgekeerde gebeurt ook hoor. Ik koester een recensie waarin een historicus, ongehinderd door kennis van de ontwikkelingen in de partikeltheorie, aan een classicus uitlegde hoe een Griekse zin vertaald moest worden.
Neil Price, De Vikingen. Een nieuwe geschiedenis.
Persian Fire is een spannend, goed geschreven boek, wat mij betreft. Tom Holland (overigens geen classicus) rijdt dan wel een wat scheve schaats in de inleiding, maar daar blijft het bij. Het heeft het boek voor mij niet bedorven.
Paul Cartledge “Thebes” heb ik terug gebracht naar Athenaeum, hoewel ik zelden iets ruil. Wat een flutboek.