Aristoteles (14): Een conservatief denker

Lysippos’ portret van Aristoteles (Louvre, Parijs)

[Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. Het eerste deel was hier.]

Vergeleken met Plato was Aristoteles een conservatief denker. Plato maakte zoals we zagen geen onderscheid tussen rangen of standen en geslachten. Aristoteles deed dat wel. Hij onderscheidde voor levende wezens drie categorieën zielen:

  • de plantaardige ziel, die de mogelijkheid geeft tot groeien,
  • de dierlijke ziel, die de mogelijkheid geeft tot waarnemen,
  • de menselijke ziel, die de mogelijkheid geeft tot nadenken.


Natuurlijke superioriteit

De laatste is volgens hem de hoogste vorm. Maar een hogere ziel kan niet zonder de lagere zielen bestaan. Wij dragen volgens Aristoteles dan ook zowel de plantaardige, de dierlijke en de menselijke ziel in ons. De mannelijke mens is echter het meest met de laatste variant bezield, stelt hij. Het is dan ook logisch dat die over de wereld heerst.

Aristoteles denkt zodoende in termen van natuurlijke superioriteit van dieren over planten, en van mensen over dieren. Dat valt nog wel enigszins biologisch te verdedigen, maar waar hij dit doortrekt naar een superioriteit van de man over de vrouw, trekt hij toch echt een conclusie die meer met (vooral toenmalige) maatschappelijke verhoudingen te maken heeft dan met objectieve biologische en psychologische kennis.

De polis

Daarnaast stelt Aristoteles dat de stadstaat – de politieke vorm van zijn tijd – de meest natuurlijke vorm en schaalgrootte van menselijk samenleven is. Opmerkelijk genoeg was zijn leerling Alexander ondertussen de Griekse wereld aardig aan het veranderen door een groot rijk te stichten, een rijk waarin de centrale positie van de stadstaat juist verloren zou gaan.

Veel commentatoren doen Aristoteles’ visie daarom af als de miskleun van een conservatief denker. Maar dat is misschien wat te snel gedacht. Want al ziet iemand de wereld voor zijn ogen veranderen, hij kan natuurlijk vinden dat dit helemaal niet zo’n goede zaak is. Bovendien hebben veel politieke denkers na Aristoteles de beperkte schaal van een stadstaat ook als de meest werkbare of zelfs ‘natuurlijke’ staatsvorm beschouwd.

[Straks het laatste deel. Deze reeks, oorspronkelijk gepubliceerd op de beëindigde website Grondslagen.net, is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.]

Deel dit:

4 gedachtes over “Aristoteles (14): Een conservatief denker

  1. FrankB

    Waar ik meer problemen heb is het gebruik van het etiket “natuurlijk”. In de natuurwetenschappen weet ik wat ermee bedoeld wordt. Daarbuiten betekent het bijna altijd “dat waar ik persoonlijk de voorkeur aan geef” en dat is niet alleen slechte wetenschap, maar ook slechte filosofie.
    “Werkbaar” duidt op een vervelend politiek dilemma. Hoe voorkomen we dat politieke eenheden van kleine schaalgrootte overheerst worden door grote politieke eenheden? Dan heb ik het niet eens over oorlog. Nederlandse gemeenten bepalen nog maar voor ongeveer 15, 20% hun eigen beleid. De rest wordt opgelegd door vooral de rijksoverheid.

    1. Harry ten Brink

      Als natuurwetenschapper ben ik dan weer benieuwd naar jou definitie of idee van “natuurlijk”
      Dit kan ik je ook aanraden als stimulans om nooit meer iets te willen begrijpen van natuurkunde
      How the Laws of Physics Lie
      Nancy Cartwright

      1. FrankB

        Dat wat de natuurkunde kan onderzoeken en dus ook de scheikunde en de biologie. En dan volgt een uitgebreide lijst van onderwerpen. De keuze van een staatsvorm staat er niet op.

        “Instead, fundamental laws describe highly idealized objects in models.”
        Oud nieuws. Zie de Wet van Ohm (het deel dat geen definitie is): de verhouding spanning / stroomsterkte is constant voor ideale weerstanden. Die niet bestaan. Wat dat begrijpen betreft moet ik altijd denken aan Nobelprijswinnaar Richard Feynman: “If you think you understand quantummechanics, you don’t understand quantummechanics. I think I can safely say that nobody understands quantummechanics.”
        Sindsdien vermoed ik dat dat ook opgaat voor iets als de Algemene Zwaartekrachtswet van Newton. Vertaal dat eens in het Nederlands (wiskunde is immers ook een taal, met een eigen grammatica): de aantrekkingskracht tussen twee voorwerpen 1 en 2 is gelijk aan een constante vermenigvuldigd met de massa van voorwerp 1 en met de massa van voorwerp 2 gedeeld door het kwadraat van de onderlinge afstand tussen die twee voorwerpen. En dan zeg ik er nog even achteraan dat het onmogelijk is om massa behoorlijk te definiëren. Ja, hoeveelheid materie, dat schiet op. Of electronen, neutronen en protonen tellen. Hoezo begrijpen? Ik lees nog liever een notariële akte.
        Van Arie’s voorkeur voor de stadstaat begrijp ik veel en veel meer. Dat de natuurwetenschappen van alles en nog wat onderzoeken kan ik ook nog volgen. Maar wat ze te vertellen hebben? Ik kan het alleen maar vrij goed navertellen.

Reacties zijn gesloten.