Een tijdje geleden blogde ik over Menandros, de Griekse blijspeldichter. Hij beïnvloedde de Romeinse komedie en daardoor, indirect, ook het toneel van de Renaissance. Iets preciezer gezegd: het Renaissancetoneel zette een middeleeuwse traditie voort maar daarbinnen volgden de auteurs klassieke voorbeelden. Zo ontstond toneel dat voor ons herkenbaar is. Als een hedendaags toneelgezelschap Menandros zou spelen, zouden wij het kunnen begrijpen.
Dat valt niet te zeggen van de andere komedieschrijver waarover we zijn geïnformeerd: de Athener Aristofanes (c.425-c.380 v.Chr.). Je kunt de vraag stellen of zijn toneelstukken wel komedies zijn, want een goed uitgewerkte plot is maar zelden aanwezig. Het begint altijd met een briljant plan (“laten we de god van de rijkdom genezen van zijn blindheid”, “ik ben de oorlog zat en sluit een privévrede”…), en dat plan leidt vervolgens tot een aantal tamelijk absurde scènes. Eind goed al goed, daarna; vaak is er een feestmaal. Muziek speelde een belangrijke rol in deze komedies, en bood misschien wat consistentie aan de opvoering. Maar we weten daar weinig van.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.