Hedonisme (5): Epikouros en daarna

Portret van een filosoof, niet per se een aanhanger van het epicurisme (Museum van Dion)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

In Epikouros’ tuin waren ook slaven en vrouwen welkom, wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Voor Epikouros was ieder mens echter in potentie gelijk aan ieder ander. Dat maakte hem nog niet tot politiek activist. Hij raadde de mensen aan een teruggetrokken en onmaatschappelijk leven te leiden. Wie ongelukkig wil worden, die moet vooral carrière maken. Dat leidt immers alleen maar tot botsingen en complicaties. Een carrière leidt nooit tot verzadiging.

Epicurisme en maatschappij

Het meest maatschappelijke onderdeel van Epikouros’ filosofie was wellicht zijn omschrijving van het recht. Natuurlijk recht is volgens hem een afspraak die gericht is op wederkerig nut. De kern van die afspraak is dat men elkaar niet benadeelt. Dit recht is beperkt tot rationele en redelijke wezens. Voor wezens die niet bereid of in staat zijn verdragen te sluiten, bestaat er volgens Epikouros geen recht. Dierenrechten kunnen volgens deze filosofie dus niet bestaan. Om rechten te hebben moet men menselijke hersens bezitten.

Lees verder “Hedonisme (5): Epikouros en daarna”

Hedonisme (4): De tuin van Epikouros

Epikouros (Museo Barracco, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Een eeuw na Aristippos, omstreeks 305 voor Christus, kocht de filosoof Epikouros een huis met een grote ommuurde achtertuin in Athene. In die tuin onderwees hij zijn versie van het hedonisme, dat daarmee pas echt een grote stroming werd. Dat zou zo zijn in de hele hellenistische wereld en ook in de eeuwen daarna.

Zo’n hedonistische tuin spreekt natuurlijk tot de verbeelding, maar wie hoopt dat die epicurische tuin het toneel was van woeste orgieën wordt teleurgesteld. Zoeken naar genot op korte termijn leidt volgens Epikouros niet tot bevrediging. Integendeel. Wie teveel eet wordt ongezond. Teveel drinken leidt tot een kater. Kortzichtige genotzucht leidt tot verslaving. En daarbij moeten we soms nu eenmaal minder leuke dingen doen om leuke dingen te bereiken.

Lees verder “Hedonisme (4): De tuin van Epikouros”

Hedonisme (3): De Cyreense School

Portret van een voorname dame uit Kyrene (Louvre, Parijs)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Over de positie van de vrouw in de Oudheid hoeven we ons geen al te grote illusies te maken. Machtige vrouwen zijn er destijds zeker geweest, maar meestal slechts als verlengstuk van hun man, eventueel tot na zijn dood. Als er iemand was die aan deze conventie lak kon hebben, was het Aristippos.

Arete

Hij stichtte uiteindelijk een school in de stad Kyrene, een Griekse stad in het noordoosten van het huidige Libië. Als hoofd van deze filosofische school werd hij opgevolgd door een vrouw: Arete, zijn dochter.

Lees verder “Hedonisme (3): De Cyreense School”

Hedonisme (2): Aristippos’ idee van vrijheid

Kop van een filosoof, niet per se Aristippos (Museum van Selçuk)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Aristippos, over wie we het gisteren hadden, gebruikte zijn spitsvondigheden en wijsheden om geld te verdienen en genotvolle ervaringen op te doen. Dit werd hem door andere volgelingen van Sokrates hoogst kwalijk genomen. Sokrates zette zich immers af tegen de sofisten, met het verwijt dat ze zich lieten leiden door geld in plaats van wijsheid.

Maar Aristippos wees erop dat ook Sokrates zich door rijkere vrienden liet onderhouden. Goed, was het antwoord: Sokrates kreeg soms wat aangeboden, maar dat is iets anders dan aan de deuren staan rammelen. Waarom kloppen filosofen als Aristippos dan wel aan bij huizen van rijke mensen, en is het niet andersom? Omdat filosofen weten wat zij nodig hebben, en rijke mensen niet, antwoordde Aristippos dan.

Lees verder “Hedonisme (2): Aristippos’ idee van vrijheid”

Hedonisme (1): Aristippos’ genotzucht

Beeld van een filosoof, niet Aristippos (Museum van Delfi)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten.]

De hedonisten, de filosofen van het genot, spreken tot de verbeelding. Plezier maken is nu eenmaal aantrekkelijk. De hedonisten vroegen zich af hoe we het best plezier maken. Wat geeft het meeste plezier? En hoe gebruiken we dit het meest verstandig?

Een eigenzinnige leerling van Sokrates

Voor het ontstaan van het hedonisme moeten we een stap terug doen in de tijd, naar de tijd van Plato. Daar komen we een eigenzinnige leerling van Sokrates tegen: Aristippos.

Lees verder “Hedonisme (1): Aristippos’ genotzucht”

Cynisme (4): De doorgedraaide Sokrates

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. Het eerste deel was hier.]

Plato had Diogenes een doorgedraaide Sokrates genoemd. Toch had de cynische filosoof veel bewonderaars, tot aan Alexander de Grote toe, die hem zelfs zou zijn komen opzoeken. Toen de koning voor Diogenes stond, zei Alexander dat de filosoof hem kon vragen wat hij maar verlangde. Waarop de filosoof antwoordde dat hij dan wenste dat de heerser een stap opzij deed, want hij stond in zijn zon.

Kennelijk kon Alexander dit wel waarderen, want hij zou geantwoord hebben dat als hij Alexander niet was, hij het liefst Diogenes zou zijn. Waarop Diogenes geriposteerd schijnt te hebben dat als hij Diogenes niet zou zijn, hij óók het liefst Diogenes zou zijn.

Lees verder “Cynisme (4): De doorgedraaide Sokrates”

Cynisme (3): Weg met de beschaving!

Diogenes van Sinope (Römisch-Germanisches Museum, Keulen)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. Het eerste deel was hier.]

Beschaving, getheoretiseer en hogere cultuur? Volgens Diogenes van Sinope, over wie we het gisteren hadden, leidde het allemaal maar tot complicaties. Ze stonden het menselijk geluk in de weg. Diogenes raadde ons daarom aan een voorbeeld te nemen aan de honden. Honden zijn immers niet door de beschaving verpest, zoals mensen dat zijn. Een hond eet alles wat hem maar voor de kaken komt. Hij maakt zich niet druk om waar hij slaapt. Honden zijn eerlijk. Ze grommen naar hun vijanden, kwispelen met hun staart als ze een vriend tegenkomen, copuleren in het openbaar en schamen zich nooit. Bovendien houden honden zich niet bezig met ingewikkelde zaken als politiek geneuzel en abstracte filosofie. De term cynicus komt dan ook van het Griekse kynikos: hondachtig.

Lees verder “Cynisme (3): Weg met de beschaving!”

Cynisme (2): Diogenes van Sinope

Diogenes van Sinope (Capitolijnse Musea, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici. Het eerste deel was hier.]

Diogenes werd geboren als de zoon van een rijke bankier in de stad Sinope, een stad in Noord-Turkije, aan de Zwarte Zee. Hij werd echter de stad uitgejaagd omdat hij van een groot aantal munten het gezicht had afgehakt. Waarom hij dit deed, is niet duidelijk. Misschien was het een politieke daad, of wie weet wilde hij gewoon de machthebber die op die munt stond voor het hoofd stoten.

Provocaties

In elk geval schuwde Diogenes in zijn verdere leven het choqueren bepaald niet. Volgens sommige legenden zou hij na zijn verbanning uit zijn geboorteplaats een groot deel van zijn leven hebben gebivakkeerd in een regenton dicht bij het marktplein van Athene. Helaas, regentonnen bestonden destijds nog niet, dus dit verhaal kan niet waar zijn. Maar het is wel mogelijk dat hij leefde in een grote voorraadkruik.

Lees verder “Cynisme (2): Diogenes van Sinope”

Cynisme (1): Niets weten met Antisthenes

Antisthenes (Capitolijnse Musea, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen. In deze korte reeks de eerste daarvan: de Cynici.]

Ten tijde van Plato kwam een markante filosofische tegenstroming op: die van de cynici. Het woord ‘cynisch’, dat overigens ‘honds’ betekent, is wat misleidend. Het gaat hier om een groep filosofen zonder vaste leer, die in hun gedachten en gedragingen echter wel overeenkomsten hadden. Kort door de bocht zijn die samen te vatten als een oproep gevestigde waarden kritisch te bezien.

Antisthenes

Antisthenes wordt gezien als de eerste cynicus. Hij was net als Plato een volgeling van Sokrates en minstens zo trouw aan zijn leermeester. Antisthenes zag zichzelf zelfs als Sokrates’ ware opvolger.

Lees verder “Cynisme (1): Niets weten met Antisthenes”

Aristoteles’ erfenis

[Aristoteles staat bekend als de wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. Het eerste deel was hier.]

Zoals gezegd had Aristoteles goede relaties met het Macedonische vorstenhuis. Dat brak hem uiteindelijk op. Kort na zijn terugkomst in Athene versloegen de Macedoniërs de Atheners. De oude meesters van de Griekse wereld waren voortaan onderworpen aan noorderlingen die ze beschouwden als halve barbaren. In 323 v.Chr., het sterfjaar van Alexander, werd Aristoteles aangeklaagd als collaborateur en beticht van goddeloosheid. Anders dan Sokrates, die de gifbeker dronk, wachtte hij het oordeel niet af. Hij nam de benen, met als argument dat hij de Atheners een tweede misdaad tegen de filosofie wilde besparen.

Lees verder “Aristoteles’ erfenis”