
[Dit is het tweede van vijf stukjes over het belang van een uitgedachte communicatiestrategie voor de oudheidkundige disciplines. In het eerste deel wees ik erop dát deze ontbreekt.]
Voor ik inga op de genegeerde ontwikkelingen, wil ik wijzen op wat wél goed gaat. In de eerste plaats: er zijn classici als Vincent Hunink, die antieke teksten vertalen voor een breed publiek. Er zijn historici als Gé de Vries, die met Pogrom in Alexandrië een standaard heeft gezet. Er zijn steeds meer infrastructurele projecten waarbij de archeologische vondsten een plaats hebben, zoals het drive-in-museum dat Hazenberg Archeologie heeft ontworpen voor de gemeente Woerden. En ik wil Piet Gerbrandy noemen, die met Het feest van Saturnus een van de mooiste boeken schreef die ik ken. Het kán dus, maar als er een goed boek kan bestaan over de Romeinse literatuur, valt des te meer op dat er geen boek bestaat over de Romeinse geschiedenis of de Griekse literatuur.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.