
Het op tweeëntwintig na zuidelijkste hunebed in Nederland, hunebed D30, staat ook bekend als Exloo-Noord. In 1918, toen Albert van Giffen hier het eerste wetenschappelijk onderzoek verrichtte, was de dekheuvel er nog. De begrenzing is nog te herkennen aan de kransstenen.
Van de dekheuvel is vastgesteld dat die in twee fasen is aangebracht. De eerste fase stamt uit de tijd van de hunebedbouwers zelf, dus uit het Neolithicum. De tweede fase is uit de Bronstijd – meer precies ten tijde van de Wikkeldraadcultuur – en mogen we plaatsen tussen 2100 en 1800 v.Chr. Dat betekent, zoals zo vaak, dat deze plek in gebruik is gebleven na de bouw van het grafmonument. De mensen in de omgeving bleven er steeds teruggekomen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.