Nobel streven (3)

Ik ben geen mediëvist en ook geen neerlandicus. Verwacht van mij geen inhoudelijk oordeel over Nobel streven, het onlangs verschenen boek van Frits van Oostrom dat ik al voor u samenvatte en waarover ik al opmerkte dat de auteur zo mooi uitlegt wat hij aan het doen is. Dit keer nog wat andere gedachtes die bij me opkwamen en die minder te maken hebben met Nobel streven dan met het feit dat het een boek is. Boeken zijn problematisch als medium om aan een groot publiek wetenschappelijke inzichten over te dragen. We leven immers in een tijd waarin iedereen zijn informatie zoekt op het wereldwijde web.

Ik heb al eens eerder uitgelegd dat het boek alleen nog een meerwaarde heeft als het de ongedifferentieerde nevenschikking van het internet weet te overstijgen. Het heeft geen zin een biografie te schrijven van deze of gene Romeinse keizer, aangezien vrijwel alle informatie al online is te vinden. Wat we wél zoeken is een overzicht van de Griekse literatuur of een boek over de wijze waarop archeologen van vondsten komen tot conclusies. Of een overzichtswerk dat de geschiedenis van Egypte opnieuw onderhanden neemt, de eerste geschiedenis van het Aramees of een overzicht van de omgang met de Oudheid in de Renaissance: boeken die iets bieden wat je niet vindt op het internet.

Lees verder “Nobel streven (3)”

MoM | Nobel streven (2)

Wie over een wetenschappelijk onderwerp schrijft voor een groot publiek wordt vroeg of laat geconfronteerd met scepsis. De gebruikelijke adviezen in zulke situaties komen erop neer dat je het wetenschappelijk proces moet uitleggen. Ik verwijs maar weer eens naar Tussen onderzoek en samenleving .

Althans, dat was vroeger goed genoeg. Inmiddels is desinformatie zó vanzelfsprekend dat we van een goede voorlichting mogen verwachten dat ze belet dat verkeerde visies ontstaan.*)  “Wees proactief” is dus het tweede advies en in het verlengde daarvan ligt een derde: wie adequaat wil voorlichten, moet weten wat er speelt in de wetenschap. De brute rekenkracht van de computers geeft ons niet alleen het internet, maar sloopt ook de grenzen tussen de wetenschappelijke disciplines.

Van Oostrom heeft bij het schrijven van Nobel streven, dat ik gisteren voor u samenvatte, merkbaar over deze zaken nagedacht. Ik weet te weinig van de late veertiende en vroege vijftiende eeuw om te zien hoe proactief hij is, maar in een komend stukje zal ik zijn visie op de informatierevolutie behandelen, terwijl ik vandaag inga op de wijze waarop hij het wetenschappelijk proces uitlegt. (Ook Marc van Oostendorp heeft over dit aspect geschreven.) Uit de lange aanloop van dit stukje kunt u afleiden dat Nobel streven me stof tot nadenken heeft gegeven en ik schrijf dit minder als recensie dan als eigen positiebepaling. Oudheidkundige denkt over historisch letterkundige, zoiets.

Lees verder “MoM | Nobel streven (2)”