Kort Libanees (7): Oriëntaals oriëntalisme

In het Sursock-museum

Tot de dingen die ik in het buitenland altijd leuk vind om te zien behoren oude ambachten. In Peshawar heb ik bijvoorbeeld toegekeken hoe een smid metaal bewerkte, in Shiraz heb ik gesproken met een inktmaker en deze week heb ik in Tyrus even staan kijken hoe de kiel van een schip werd gelegd. Wie mijn foto’s zou bekijken, vindt afbeeldingen van slash-and-burn-landbouw, van een primitieve bronsoven, van een ganzendrijver en van een perkamentrek. Je zou makkelijk kunnen concluderen dat ik in het Midden-Oosten vooral ben geïnteresseerd in een wereld die ouder en anders is dan de westerse.

Die houding wordt wel “oriëntalisme” genoemd. Het gaat er dan om dat je alleen kijkt naar het exotische, het oosterse, en dat je het nieuwe (dat mijn fotografische belangstelling niet heeft maar waarover ik wel schrijf) niet herkent. In de negentiende en vroege twintigste eeuw was dit regelrechte mode. Dichters, schilders: iedereen leek mee te doen.

Lees verder “Kort Libanees (7): Oriëntaals oriëntalisme”