De slag bij Zela (2)

Het slagveld bij Zela. Het kamp van Caesar was op de heuvel rechts.

In het vorige blogje beschreef ik hoe Julius Caesar zijn manschappen opdracht had gegeven stellingen te bouwen. Om te verhinderen dat die voltooid zouden worden, had zijn tegenstander, koning Farnakes II van Pontus, zijn leger tot een stormloop bevolen. Hieronder komt het verslag dat de auteur van de Alexandrijnse Oorlog, een ooggetuige, kort na de gebeurtenissen schreef.

De aanval

In een oogwenk riep Caesar zijn soldaten weg van hun werkzaamheden, beval ze de wapens op te nemen en stelde hij zijn slaglinie op. Onze mannen schrokken hevig van de drukte die daarbij plotseling ontstond. Nog voordat de rijen waren opgesteld brachten de zeiswagens van de koning de ongeordende soldaten in grote verwarring, maar ze werden snel onder een regen van projectielen bedolven.

Zeiswagens waren strijdwagens waarvan de assen waren verlengd met vlijmscherpe bladen. Oostelijke vorsten zetten deze wapens weleens in, maar een ervaren vijand was er meestal niet van onder de indruk. Alexander de Grote had er bij Gaugamela ook geen problemen mee gehad en Caesars mannen wisten ook wat ze te doen stond.

Lees verder “De slag bij Zela (2)”

De slag bij Zela (1)

Gem met portret van Caesar (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Het was de tweede van de maand sextilis. Een beruchte datum: het was de dag waarop Hannibal bij Cannae de Romeinen had verslagen. 2 sextilis gold als dies ater, een “zwarte dag” waarop niemand graag werk aannam. Als hogepriester van de Romeinse Republiek stond Julius Caesar echter boven zulke voortekens. En zo kon het gebeurend dat op 2 sextilis in het jaar waarin Fufius Calenus en Vatinius de Romeinse consuls waren, Caesar bij Zela slag leverde tegen Farnakes II van Pontus. Het was op onze kalender 21 mei 47 v.Chr. en dit is, zoals u al vermoedde, een nieuw blogje in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij kwam, zag, overwon.

Hij was, met een omweg over Komana, bliksemsnel opgerukt vanuit Tarsos richting Pontus. Zijn leger bestond uit VI Victrix en het leger waarmee Gnaeus Domitius Calvinus enkele maanden eerder vergeefs strijd had geleverd tegen Farnakes: het Zesendertigste Legioen, de troepen die Pontus niet hadden kunnen verdedigen en de inmiddels tot één legioen samengevoegde troepen van Deiotarus. Samen rond de 16.000 man, een betrekkelijk kleine strijdmacht. Hiermee bereikte Caesar de omgeving van Zela, het huidige Zile.

Lees verder “De slag bij Zela (1)”