Het Multatuli-Museum

amsterdam_multatulimuseum_03

Vorige week zocht ik – naar ik inmiddels weet: op de verkeerde plaats – naar het huis waar Multatuli de Max Havelaar schreef. Vandaag vond ik, al was het niet mijn opzet, het huis waar de schrijver is geboren.

Grappig genoeg had het een met het ander te maken, want ik zou niet naar het geboortehuis zijn gegaan als ik niet, fietsend langs de Herengracht, het bordje “Bergstraat” had gezien, en me had bedacht dat ik nog donderdag door een Brusselse Bergstraat had gewandeld, zoekend naar het Havelaarhuis. Nog peinzend over mijn onsuccesvolle speurtocht passeerde ik de Korsjespoortsteeg, waar het geboortehuis staat. Er is een klein museum, dat ik al jaren ken maar nog nooit eerder had bezocht.

Domme, domme Jona. Het is namelijk buitengewoon aardig. Twee mensen heetten me welkom op de benedenverdieping, waar een studiecollectie is met al Multatuli’s boeken, ook de vertalingen in het Duits, Engels en Japans. Een nauw trappetje voert naar de bovenverdieping, waar mijn gastvrouw en -heer me de eigenlijke verzameling toonden.

De flyer van het museum stelt dat “het is alsof de schrijver elk moment kan binnenlopen om de pen weer op te nemen”. Dat is een tikje overdreven, maar Multatuli zou zich zeker op zijn gemak hebben gevoeld bij het zien van zijn bureau, een grote en een kleine reiskoffer, een prachtige globe, een schaakspel en de sofa waarop de schrijver is overleden.

Mocht hij de kamer binnenlopen, dan zou hij wellicht fronsen bij het zien van zijn urn, maar niet lang, want er staan ook twee bustes, die zijn ijdelheid zouden hebben gestreeld. Ik denk dat hij ontroerd zou hebben gekeken naar het bloemboeketje dat hij ooit uit Nederlands-Indië heeft meegenomen en zijn leven lang bij zich heeft gehouden. Het staat onder een glazen stolp, die de conservatrice eraf haalde met de woorden dat je de negentiende eeuw zou kunnen ruiken. Kruidnagels.

Meer is er niet, maar waar ter wereld maak je mee dat je, als enige bezoeker, wordt rondgeleid door twee gidsen, die de sluitingstijd van het museum laten verstrijken, tot je uiteindelijk vertrekken moet omdat de conservatrice nu toch écht naar haar volgende afspraak moet? Het geanimeerde gesprek, waarin me de details van de drukgeschiedenis van de vierde bundel van de Ideën uiteen werden gezet (interessanter dan u zou denken), was wellicht nog het meest aantrekkelijke van het museum.

Bij thuiskomst wachtte me een mailtje van iemand die me schreef waar ik het Brusselse huis zou hebben kunnen vinden. Boven de keukenwinkel dus, waar ik nota bene voor heb gestaan zonder het me te realiseren. Enfin, alle reden om terug te gaan naar Brussel, zoals ik ook nog eens terugga naar het Multatulimuseum.

Deel dit: