Marmoulak (2)

marmoulak

Ik blogde al over de Iraanse speelfilm Marmoulak, en vatte de plot kort samen. Vandaag de overeenkomsten met Pulp Fiction en Schindler’s List.

In Marmoulak (link) wordt twee keer verwezen Quentin Tarantino’s Pulp Fiction (1994). Iemand vertelt de ontsnapte gevangene over die film, en als deze in de moskee een preek moet houden, begint hij er zelf over. Doordat de gelovigen bezig zijn met iets anders – ze hebben net ontdekt dat hun nieuwe zielzorger ’s nachts de stad in gaat om anoniem aalmoezen uit te delen – luisteren ze niet, en het enige dat wij daarom vernemen is dat de pseudo-mullah Tarantino beschouwt als een beroemde christelijke filmmaker.

Dat is geen toeval.

Een van de übercoole gangsters in Pulp Fiction beleeft er plezier aan om, vlak voor hij iemand doodschiet, zijn slachtoffer omstandig een Bijbelcitaat voor te houden, waarvan de kern luidt dat die mensen gezegend zijn die de zwakken door de vallei der duisternis leiden. Dat is aanvankelijk hol gepraat, maar aan het einde van de film is de gangster gaan nadenken en zegt hij zijn criminele loopbaan vaarwel. Wat begon als een toneelstukje, leidt tot zijn spirituele wedergeboorte, precies zoals de verklede gevangene aan het einde van de film zijn taak als geestelijke serieus neemt.

Ik ben er vrij zeker van dat de makers van Marmoulak deze parallel hebben bedoeld. Er is nog een andere film waaraan ik moest denken, al denk ik dat de parallel nu niet is beoogd. Toch is een vergelijking zinvol met Schindler’s List (1993). Wat mij aan Steven Spielbergs meesterwerk opviel, was dat hij een genre op zijn kop zette. Er zijn honderden boeken gepubliceerd en tientallen films gemaakt over mensen die op zich van goede wil waren en, door de kennismaking met het nationaalsocialisme, langzaam maar zeker uitgroeiden tot misdadigers, zonder dat je echt een moment kunt aanwijzen waarop de omslag plaatsvond. Spielberg draait dat om: Schindler is aan het begin van de film een opportunist, maar wordt langzaam maar zeker – en zonder dat je een beslissend keerpunt kunt aanwijzen – een held, die veel joden het leven redt.

Dat de mens geneigd is tot het kwaad, vind ik literair of cinematografisch eigenlijk niet meer zo interessant. Het is te vaak gedaan. Schindler’s List en Marmoulak documenteren daarentegen een ander aspect van ons mens-zijn: dat we ook kunnen groeien tot het goede. Dat is intellectueel een stuk minder gemakzuchtig dan het standaardverhaal.

In Marmoulak wordt deze groei mooi in beeld gebracht. De gevangenis is een plaats van onrecht, met een sadistische directeur. Vanaf het moment dat de gevangene een duif losmaakt die in het prikkeldraad is komen vastzitten, beginnen dingen echter ten goede te veranderen. Niet dat de gevangene van het ene moment op het andere een volmaakt mens is; als hij is ontsnapt, berooft hij een taxichauffeur van zijn portemonnee. Maar hij ontmoet aardige mensen die hem vertrouwen, en hij beantwoordt het. Wie goed ontmoet, goed doet.

De rode draad daarbij is het verlangen van mensen om goed te zijn. De dorpelingen die zien dat hun geestelijke zich vermomt en naar een louche achterbuurt gaat, hebben alle aanwijzingen dat er iets niet in de haak is, maar willen er iets goeds in zien. Het verlangen naar goedheid zit in de mens zelf. Wie religieus is, kan dat beschouwen als een goddelijke genade, en wie hecht aan de Verlichtingsideeën kan het beschouwen als een gevolg van het feit dat de mens van nature goed is.

Kortom, Marmoulak heeft een ongebruikelijk positief mensbeeld. Dat is ook de reden waarom de film na vier weken uit roulatie werd genomen. Hoewel de film nergens de rol van de geestelijkheid in het openbare leven ter discussie stelt, en de makers de opbloei van de dorpsmoskee beschouwen als iets nastrevenswaardigs, wordt ook gezegd dat als je mensen te hard in een bepaalde richting duwt, ze uiteindelijk de andere kant op zullen vallen. Die kritiek moet voor de huidige Iraanse leiders moeilijk te verteren zijn geweest.

Deel dit: